Honderd jaar geleden aan het front op de Balkan

Over de Balkan is in het Nederlands niet zo heel veel geschreven. Nederland heeft eeuwenlang nauwe betrekkingen onderhouden met het Osmaanse Rijk, maar de Balkan – als er al niet omheen werd gevaren – was niet meer dan wat zich onderweg naar Constantinopel of Smyrna bevond. Er was in het verleden weinig belangstelling voor dit gebied. Er bestaat dan ook nauwelijks iets wat voor de geschiedschrijving over de Balkan als bron bruikbaar zou kunnen zijn. Een uitzondering vormen de reportages die A. Den Doolaard in diverse Nederlandse kranten schreef over de “Macedonische vrijheidsstrijd” en de verslagen in boekvorm van majoor Lodewijk Thomson en kolonel Willem de Veer over de Nederlandse vredesmissie in Albanië in 1913-1914. In dit rijtje past ook Met Bulgaren en Montenegrijnen van Jan Fabius, dat onlangs werd heruitgegeven door Skanderbeg Books en hier wordt besproken door gastauteur Raymond Detrez. Oorlogscorrespondent Jan Fabius trok bijna honderd jaar geleden in de Eerste Balkanoorlog niet als militair naar de Balkan, maar als oorlogscorrespondent. Met Bulgaren en Montenegrijnen bevat brieven die Fabius naar Nederland stuurde van het Bulgaarse front bij Adrianopel (Edirne) en het Montenegrijnse front bij Skoetari (Shkodër in Noord-Albanië). In beide gevallen verliet Fabius het front vόόr het moment suprême waarop hij had zitten wachten: de inname zelf van de belegerde steden. Overigens moesten zowel Bulgaren als Montenegrijnen, nadat ze zich ten koste van ontelbare mensenlevens van respectievelijk Adrianopel en Skoetari hadden meester gemaakt, die steden naderhand in de uitvoering van de internationale vredesakkoorden weer afstaan, in het eerste geval aan de Turken, in het tweede aan de Albanezen. De Eerste Balkanoorlog begon op 8 oktober 1912. Bulgarije, Griekenland, Montenegro en Servië streden samen tegen het Osmaanse Rijk. De oorlog ging gepaard met grote wreedheden tegen de burgerbevolking, bedreven door alle strijdende partijen, maar in het bijzonder door de leden van het bondgenootschap, die niet alleen de Osmaanse gezagsdragers, maar alle Turken en bij uitbreiding alle moslims van het schiereiland wilden verjagen. De wandaden zijn naderhand uitvoerig beschreven in het beruchte Carnegie Report of the International Commission to Inquire into the Causes and Conduct of the Balkan Wars. Fabius arriveerde op 6 november in Moestafa Pasja, vandaag Svilengrad, vlak bij de huidige Bulgaars-Turkse grensovergang en op een dertigtal kilometer van Adrianopel, kort na het begin van de belegering van de stad door de Bulgaren op 23 oktober. Hij probeert in eerste instantie zoveel mogelijk over de militaire operaties te vernemen van de andere aanwezige oorlogscorrespondenten, maar die worden net als hij door de wantrouwige Bulgaarse militairen ver van het front verwijderd gehouden. Dat had vooral te maken met de angst, niet zozeer voor spionnen, als wel voor persartikelen waaruit de vijand kon leren wat er zich in het achterland afspeelde. Sinds de Krimoorlog in 1853-1856 maakten journalisten immers gebruik van de telegraaf. Alle correspondentie werd dan ook nauwlettend gecontroleerd. Fabius weet op een of andere manier toch het vertrouwen te winnen van enkele Bulgaarse militairen, vermoedelijk omdat hij afkomstig is uit het neutrale Nederland en schrijft in het voor Turken – overigens ook voor Bulgaren – onbegrijpelijke  Nederlands. Hij beschrijft de onophoudelijke stroom soldaten, geschut en munitie die richting Adrianopel gaat, en van de karavanen ossenwagens, volgeladen met gewonde en dode soldaten die ervandaan komen. Vanuit Moestafa Pasja ploetert hij, meestal onverrichter zake, door de alom aanwezige modder om van zo dicht mogelijk de frontlinie te observeren. Wat hij ziet vermag hij dank zij zijn militaire opleiding vakkundig te becommentariëren. Fabius toont herhaaldelijk zijn medelijden met de slachtoffers, maar bepaald teerhartig is hij niet te noemen. De beschrijving van de terechtstelling door de Bulgaren van twee Turkse franc-tireurs, die zich aan allerlei wreedheden schuldig hadden gemaakt, besluit hij als volgt: Aan een boom hingen twee mensen, de hoofden gewikkeld in zakken, diep op de borst, stuiptrekkend nog even de lichamen. Een kwartier liet men ze hangen en toen werden de beide lijken in een kar geworpen en naar het kerkhof gereden, waar een kuil ze reeds wachtte. Het was laat geworden en wij gingen dineren. Er is hier een Griek, die in een verlaten huis een soort van restaurant heeft geopend (…). Geen succes met het bommen gooien Fabius’ brieven werpen vaak een ander licht op de gebeurtenissen dan de (uitgebreide) Bulgaarse geschiedschrijving over het beleg van Adrianopel doorgaans doet. Zo is hij van mening dat “de Bulgaren door ’t verslaan van de Turkse hoofdmacht ’t zwaarste werk hebben gehad, al hadden zij dit niet kunnen doen zonder de Serven als bondgenoot”. Zoveel eer krijgen de Servische militairen bij Adrianopel in Bulgarije niet. Fabius is van mening dat “het Servische officierscorps heeft getracht met eigen bloed de geweldige blaam die op hun naam rust, af te wassen”, verwijzend naar de gruwelijke moord op koning Aleksandar in 1903, maar ik vermoed dat de Serven vooral door hun smadelijke nederlaag tegen de Bulgaren in de korte oorlog Bulgaars-Servische oorlog van 1885 werden aangezet om met hun militaire kundigheid uit te pakken. De Bulgaren beroemen zich er ook op als eersten vanuit een vliegtuig een stad te hebben gebombardeerd. (In feite deden de Italianen dat een jaar eerder al bij de invasie van Libië in 1911.) Maar Fabius heeft een laconiek commentaar: “Het bommengooien heeft voor zover ik weet weinig succes gehad (…)”. Op zoek naar een nieuw slagveld Nadat Bulgaren en Osmanen op 3 december december een wapenstilstandsakkoord hebben gesloten, concludeert Fabius dat er zich in de buurt van Adrianopel geen spectaculaire militaire evenementen meer zullen voordoen en besluit hij af te reizen richting het front in Noord-Albanië. Na een lange tocht via Sofia, Belgrado en Boedapest arriveert hij op 22 december in de toenmalige Montenegrijnse hoofdstad Cetinje en maakt meteen aanstalten om zich naar de Skoetari te begeven. De stad wordt belegerd door Montenegrijnse en Servische troepen en hardnekkig verdedigd door de Osmanen. Terwijl de Bulgaren volgens Fabius hun krijgsgevangenen “humaan” behandelden (wat het Carnegie Report meteen niet bevestigt), blijkt het er aan het Albanese front minder zachtzinnig aan toe te gaan. De Malissoren, katholieke Albanezen, bondgenoten van de Montenegrijnen, zijn volgens Fabius niet alleen “uiterst diefachtige, onbetrouwbare kerels”; ze hebben ook de gewoonte de gevangen Turken de neus en bovenlip af te snijden. De Montengrijnen, die volgens Fabius eveneens “humaan” oorlog voeren, treden daar streng tegen op, zij het wel tot ontevredenheid van de oudere Montenegrijnen, want de “boven beschreven handelwijze” blijkt ook een oude Montenegrijnse gewoonte te zijn. Fabius heeft veel bewondering voor de organisatie van het Montenegrijnse leger en de heroïsche manier, waarop de Montenegrijnen strijden. Hij slaagt er hier beter in tot aan de voorste frontlinies door te dringen door zich voor te doen als verpleger in de Nederlandse Rode Kruis-ambulance (medisch team) onder leiding van dokter Herman Koppeschaar. Op die manier heeft hij toegang tot de loopgraven en kan hij heel wat informatie verzamelen over wat er zich daar afspeelt. Hij beschrijft de ontelbare doden en gewonden die van het front worden aangevoerd, de erbarmelijke toestanden in wat voor ziekenhuizen moet doorgaan, hoe de familieleden van de gesneuvelde of gewonde soldaten komen informeren naar het lot van zoon, broer of man, de doodsverachting die de gewonde soldaten ertoe drijft weer zo gauw mogelijk naar het front te willen vertrekken. Fabius’ brieven leren ons dingen die we in de lokale geschiedschrijving op de Balkan maar zelden te lezen krijgen. Die staat veelal bol van vaderlandsliefde en heroïek, Aan de strijdenden (in het eigen kamp) worden de meest patriottische beweegredenen toegeschreven. De werkelijkheid zag er wel eens anders uit: Ik begreep niet goed hoe leden van één stam, die, hoewel verschillend van godsdienst toch jaren met elkaar schenen te hebben geleefd, nu plotseling op zo’n vijandige voet waren komen te staan. Onze gids maakte het mij echter duidelijk. Bij ’t naderen van de Montenegrijnen waren de mohammedanen naar Skoetari getrokken en in ’t naïeve geloof dat wanneer ze hun huis achter zich verbrand wisten ze nooit meer zouden terugkomen, hadden hun christelijke dorpsgenoten de huizen en de moskee verbrand, in de hoop dan de achtergelaten landerijen te bekomen. Een lief staatje Overal op de Balkan was het verlangen van de (keuter)boeren om zich meester te maken van de gronden van verdreven Turken en andere moslims een belangrijke beweegreden om deel te nemen aan opstanden en oorlogen. De grootgrondbezitters waren ook vaak moslims. Van de politieke vaardigheden van de Albanezen heeft Fabius geen hoge dunk. Op bezoek bij een stamhoofd – “pa, ma, twaalf kleintjes en verdere dorpsgenoten en allen zaten ze ons met open mond aan te gapen” – ontdekt hij in een hoek op een hoop vodden een zuigeling van vier maanden “die heel gemoedelijk de schamele legerstede deelde met een biggetje, dat vergenoegd bij het vuur lag te knorren, en verder twee kippen en een haan.” En hij vervolgt: Daar zaten we nu in Albanië, ‘t land dat de diplomaten der grote mogendheden tot onafhankelijke staat willen proclameren! Voorlopig nog een lief staatje, waar de bewoners zich het recht toeëigenen als een lid van een der stammen een lid van een andere stam een klap geeft, de hele familie van de eerste uit de weg te ruimen! (…) Alles wat dit ongelukkige land nodig heeft, is een ijzeren vuist om het te regeren en wanneer men een onafhankelijk Albanië gaat stichten, zal dat niet veel uitrichten. Twee jaar later zou ook Nederland op verzoek van de Internationale Controlecommissie, opgezet door de grootmachten, een (niet bijzonder succesvolle) bijdrage leveren tot de opbouw van dat onafhankelijke Albanië. Fabius is nog getuige, zij het van heel in de verte, van de Montenegrijnse verovering – weer ten koste van vele mensenlevens – van de stellingen op de bergen Bardanjolt en Tarabosj, maar de inname van Skoetari in april 1913 heeft hij gemist. Half februari besluit hij – “Ik vond het welletjes” – om naar Nederland terug te keren. In 1913 bracht hij in Utrecht zijn brieven over de oorlog op de Balkan uit in boekvorm. En die zijn nu bij Skanderbeg Books heruitgegeven, samen met een aantal brieven van consul Nord Thomson en van vier artsen. Deze brieven, die vooral betrekking hebben op de missie van dokter Koppeschaar, werden verzameld en van commentaar voorzien door Gerda Mulder, die ook een biografie van Fabius toevoegde. Fabius’ boek biedt geen direct relaas van beslissende, “historische” veldslagen, maar gunt de lezer wel een boeiende kijk op het werk van de oorlogsverslaggever en op het van heroïek ontdane leven in het achterland, dat misschien wel net zo beslissend is voor de uitkomst van de oorlog als de tactische bewegingen aan het front. Voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de Balkan of in de Nederlandse humanitaire missies is Met Bulgaren en Montenegrijnen van Jan Fabius aanbevolen lectuur. Raymond Detrez was tot zijn emeritaat hoogleraar geschiedenis van Zuidoost-Europa aan de Universiteit Gent [boeklink]9789076905495[/boeklink]

Foto: Aleksandr Zykov (cc)

Montenegro blijft op weg naar de EU

ELDERS - Afwisseling van de wacht in een nog steeds verdeeld land.

In 2006 werd Montenegro een onafhankelijke staat, meer dan tien jaar na de burgeroorlog waarbij de oude socialistische federatie Joegoslavië uit elkaar viel. Het land bleef lang verbonden met Servië. Eerst was er de Federale Republiek Joegoslavië, ook wel Klein-Joegoslavië genoemd. Daarna kwam een lossere federatie tussen Servië en Montenegro tot stand. Totdat een kleine meerderheid van de Montenegrijnen in 2006 in een referendum koos voor de onafhankelijkheid. Dat was de kroon op het werk van de machtigste man van het land Milo Djukanovic, ooit kameraad van de Servische leider Slobodan Milosevic. Nadat Djukanovic eind jaren negentig -ook al met een kleine marge- tot president was gekozen keerde hij zich meer en meer naar het westen. Hij haalde de NAVO en het kandidaatlidmaatschap van de EU binnen. Ondanks hevig verzet tegen deze koers van op Servië georiënteerde partijen en ondanks beschuldigingen van corruptie en machtsmisbruik bleef zijn partij van Democratische Socialisten (DPS) gedurende drie decennia overeind. Tot deze week.

Nationalisatie van kerkgebouwen

Bij de zondag gehouden parlementsverkiezingen behaalde de DPS van Djukanovic niet voldoende stemmen voor een meerderheid in het parlement. Zijn partij bleef steken op 35 procent van de stemmen, goed voor 30 van de 80 parlementszetels. Drie samenwerkende oppositieblokken behaalden samen 41 zetels. De belangrijkste oppositiecoalitie ‘Voor de toekomst van Montenegro’ kreeg 32.5 procent van de stemmen. De gematigde pro-Europa oppositiecoalitie MNN (Vrede is onze Natie) won 12,5 procent, terwijl de centrum-linkse oppositiepartij URA (Verenigde Hervormingspartij)  5,5 procent won. Daarmee komt de vorming van een nieuwe regering in handen van deze drie voor de gelegenheid samenwerkende allianties, overigens met de krapst mogelijke parlementaire meerderheid van één zetel.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: GGAADD (cc)

Persvrijheid onder druk in Centraal en Oost-Europa

ELDERS - Een onafhankelijke pers blijft lastig in landen die bol staan van politieke spanningen.

Twee jaar na de moord op de Slowaakse journalist Ján Kuciak en zijn vriendin Martina Kušnírová voelen veel journalisten in Centraal en Oost-Europa zich nog steeds niet veilig. Het rapport Fighting Words van het Reuters Institute for the Study of Journalism en Oxford University laat zien hoe veel journalisten in de regio onder druk staan van de regering, bepaalde politici, delen van het publiek, maar ook van hun eigen collega’s. Individuele journalisten worden aangevallen, vrouwen in het bijzonder, en bedreigd met rechtszaken, media worden onder druk gezet via advertentie-inkomsten. Veel media zijn direct of indirect gebonden aan de regering, al dan niet na overname door regeringsgetrouwe personen of bedrijven. Er lijkt een tweedeling te ontstaan in het medialandschap: voor of tegen de zittende regering. Individuele journalisten worden min of meer gedwongen daarin mee te gaan en verliezen zo hun onafhankelijkheid.

Montenegro

Recente voorbeelden van aantasting van de persvrijheid zijn niet moeilijk te vinden. In Montenegro zijn onlangs in korte tijd drie journalisten vastgezet. Andjela Djikanovic werd drie dagen vastgehouden omdat ze paniek zou hebben gezaaid met een bericht over de mogelijke inzet van de Kosovaarse politie bij het Orthodoxe Kerstfeest op 6 januari. Op de achtergrond speelt een conflict over een nieuwe wet die de Servisch Orthodoxen hun kerkelijk bezit ontneemt. De betrouwbaarheid van de Montenegrijnse politie zou vanwege dit conflict niet gegarandeerd zijn. Veel Serviërs in Montenegro betwisten de politiek van de zittende President Milo Djukanovic. Bij de behandeling van de omstreden wet zijn amokmakende Servische volksvertegenwoordigers hardhandig uit het parlement verwijderd.

Foto: Herald Post (cc)

NATO breidt uit op de Balkan

ELDERS - Stap voor stap versterkt het Atlantisch bondgenootschap onder leiding van de Verenigde Staten zijn invloed in de voormalige Joegoslavische republieken. Na Montenegro zien ook Macedonië, Bosnië-Hercegovina en Kosovo uit naar een hechtere band met het westen.

Ondanks Trumps verkiezingsbelofte dat hij meer voor Amerika en minder voor Europa zou doen reisde zijn vice-president Pence deze zomer naar Montenegro, het jongste NATO-lid, om de banden van de VS met de Balkanlanden aan te halen. Hij had daar een ontmoeting met de leiders van andere NATO-landen en aspirant-leden in de regio: Albanië, Kroatië, Slovenië, Bosnië-Hercegovina, Kosovo en Macedonië. Pence prees het besluit van Montenegro om zich aan te sluiten bij het Atlantisch bondgenootschap en prees de moed van de regering om de Russische druk te weerstaan, ‘een inspiratie voor de rest van de wereld’. Hij bracht de groeten over van Trump. ‘He sent me here as a tangible sign of our commitment to Montenegro as the newest member of NATO.’ Volgens de Sloveense ambassadeur bij de NAVO Kacik toont het bezoek van Pence ‘dat de VS de verantwoordelijkheid willen nemen voor stabiliteit, welvaart en vrede in Europa, de EU en de Balkanlanden’.

In Forbes portretteert Doug Bandow Pence als een moderne Rip van Winkle die door langdurige afwezigheid veranderingen in de wereld gemist heeft.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Arthur Barys (cc)

Formeren in Kosovo

ELDERS - De formatie van een nieuwe regering wordt ook in Kosovo een lastige klus.

Bij de verkiezingen, eerder deze maand, haalde de coalitie van de Democratische Partij PDK net niet voldoende zetels voor een meerderheid in het parlement. De tweede en derde partij, de concurrerende coalitie LDK, die samen met de PDK in de regering zat, en oppositiepartij Vetëvendosje (zelfbeschikking) weigeren beide met de PDK in zee te gaan. Samen zouden ze wel een regering kunnen vormen. Maar premier Isa Mustafa van de LDK stelde deze week als voorwaarde dat hij weer premier wordt. Dat is dan weer onacceptabel voor Vetëvendosje, de grote winnaar bij deze tussentijdse verkiezingen, die noodzakelijk waren nadat het parlement een motie van wantrouwen tegen premier Mustafa had aangenomen.

Zo zit de zaak nu muurvast. Nieuwe verkiezingen zijn niet onmogelijk, maar het is de vraag of de bijna 60% van de kiezers die thuis bleven in tweede instantie wel te bewegen zijn een doorbraak te forceren. Ook in Kosovo wenden steeds meer mensen zich af van de gevestigde politieke partijen. Ze onthouden zich van stemming of kiezen voor het radicale Albanese nationalisme van Vetëvendosje.

Albin Kurti, de 42-jarige leider van Vetëvendosje, voormalig studentenleider en activist voor de onafhankelijkheid van Kosovo, geeft stem aan de Kosovaren die genoeg hebben van de vruchteloze onderhandelingen met Servië, van de bemoeienis van de VN en de EU met het land, en van de corruptie van de zittende politieke klasse. Tijdens de oorlog eind jaren negentig is hij gearresteerd door het Servische leger en veroordeeld tot vijftien jaar gevangenis. In 2001 kwam hij onder internationale druk vrij. In 2007 werd hij opgepakt voor de VN-politiemacht in Kosovo en kreeg hij huisarrest.

Foto: Peter Fenda (cc)

Anti-Navo Montenegrijnen gokken op Nederlands referendum

ELDERS - Niets lijkt het NAVO-lidmaatschap van Montenegro meer in de weg te staan. De oppositie ziet nog een laatste kansje in Nederland.

Met uitzondering van Spanje hebben alle NAVO-landen het toetredingsverdrag van Montenegro nu geratificeerd. De Amerikaanse president Trump zette vorige week zijn handtekening.  Spanje zal dat naar verwachting half mei doen. De toetreding van het 29e lid van de verdragsorganisatie is dan ondanks alle bezwaren van de binnenlandse oppositie en van Rusland een feit.

Tegenstanders van de NAVO in Montenegro willen in Nederland nog medestanders vinden voor een referendum om de ratificatie door het Nederlandse parlement ongedaan te maken. De Neutrality Union hoopt dat Nederlanders, in navolging van het Oekraïne-referendum, alsnog een blokkade willen opwerpen voor het omstreden lidmaatschap van de NAVO. De Kiesraad zou vandaag bekend maken of er voor de eerste fase van de referendumprocedure voldoende (minstens 10.000) handtekeningen zijn ingezameld. Initatiefnemer Gojko Raicevic hult zich voorlopig in stilzwijgen.

De oppositie tegen het NAVO-lidmaatschap had in Montenegro ook een referendum aangevraagd. Maar dat is door de regering afgewezen. In december was volgens een opiniepeiling nog geen 40% van de Montenegrijnen voor de NAVO. Maar het parlement zal volgende week in meerderheid voor het NAVO-lidmaatschap stemmen. Bij de krappe meerderheid van de zittende coalitie heeft zich ook nog een kleine partij uit de oppositie gevoegd.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Aleksandr Zykov (cc)

Nieuwe spanningen op de Balkan

ELDERS - De Balkan blijft onrustig. Nu dreigen Servië en Montenegro meegesleept te worden in een oplaaiend oost-west conflict. En de oorlog in Bosnië en Kosovo is nog lang niet uitgewoed.

Vorig jaar oktober werd bij de parlementsverkiezingen in Montenegro een staatsgreep van de Servisch gezinde oppositie onschadelijk gemaakt. De coupplegers zouden het hebben gemunt op de westers gezinde premier Djukanovic en zouden van plan zijn geweest de overwinning van zijn partij bij de verkiezingen met geweld ongedaan te maken. Aanleiding was het omstreden besluit van Djukanovic om zijn land lid te maken van de NATO. Montenegro wees onmiddellijk naar Servië, maar Belgrado ontkende uiteraard alle bemoeienis. De voormalige Servische politiecommandant, Bratislav Dikic, die bij de mislukte coup werd gearresteerd beweerde dat de politie hem stiekem heeft opgescheept met het bewijsmateriaal, een telefoon en de sleutels van een huis vol wapens.

Aanvankelijk waren er geen aanwijzingen dat Rusland iets te maken had met de coup. Maar afgelopen zondag stelde openbaar aanklager Katnic Rusland alsnog verantwoordelijk voor de poging de pro-westerse regering van Djukanovic omver te werpen. Een voormalige militair attaché op de Russische ambassade in Polen, Eduard Shishmakov wordt nu verdacht van betrokkenheid bij de couppoging in Montenegro. Shishmakov, ook bekend onder de naam Shirokov, zou een medewerker zijn van de Russische militaire inlichtingendienst. In 2014 is hij wegens spionage in Polen het land uitgezet. Russische woordvoerders verklaren de beschuldiging van inmenging absurd en onderdeel van dezelfde campagne die hun land zwart moet maken met verhalen over inmenging van hackers in verkiezingscampagnes elders.

Foto: foto van de auteur

“U heeft nog zes dagen om af te treden”

ELDERS - Onrust in Montenegro. De grootste oppositiepartij roept premier Djukanovic op om te vertrekken. De regering vermoedt een Russisch complot. 

Afgelopen zaterdag ontruimde de politie in Podgorica met veel geweld een tentenkamp van demonstranten voor de deur van het parlement. Duizenden mensen trokken zondagavond door de hoofdstad uit protest tegen het politie-optreden en als ondersteuning van de eis van de oppositie aan premier Djukanovic om af te treden. Oppositiewoordvoerder Mandic van het Democratische Front gaf Djukanovic nog zes dagen de tijd. “Anders komt heel Montenegro zaterdag hier weer voor een nieuw protest”. Dat is dus morgen.

Van alle voormalige delen van het voormalige Joegoslavië is Montenegro misschien nog wel het langst rustig gebleven. Het land maakte tot 2006 deel uit van een federatie met Servië. In dat jaar stemde de meerderheid van het land voor onafhankelijkheid. Montenegro, een bergachtig land in het Zuid-Westen van de Balkan, heeft niet meer dan ruim 600.000 inwoners, van wie de meesten (45%) Montenegrijnen, een grote minderheid Serviërs (28%) en verder nog Albanezen en Bosniakken. Milo Djukanovic van de Democratische Socialisten van Montenegro (DPS, een voortzetting van de Communistische Partij die tot de burgeroorlog aan de macht was) is er feitelijk al sinds 1990 de baas. Hij was aanvankelijk nauw gelieerd aan de Servische premier Milosevic, maar koerste later op onafhankelijkheid van Montenegro. Zijn partij, inmiddels ook lid van de Europese Socialisten, won in een coalitie van pro-Europese partijen de verkiezingen van 2012. Sinds 2010 is Montenegro kandidaat-lid van de EU. Nu ligt Djukanovic sinds enkele weken onder vuur op beschuldiging van corruptie en electorale fraude. Het conservatieve Democratisch Front van Miodrag Lekic, dat hem de wacht heeft aangezegd is pro-Servisch en heeft de andere oppositiepartijen opgeroepen niet meer in het parlement te verschijnen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Vermosh, gezicht vanuit Albanië op Montenegro copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Serviërs vechten mee in Donetsk

ACHTERGROND - De Balkan blijft verscheurd tussen Oost en West. De lange geschiedenis van grote en kleine conflicten tussen verschillende etnische groepen drukt zwaar op de regio.

“Voor Servië en het Servische volk zijn de oorlogen al lang afgelopen”, zei premier Alexander Vucic deze week. Hij deed een dringend beroep op de Servische huurlingen die meevechten met de Russisch gezinde opstandelingen in het oosten van de Oekraïne om naar huis terug te keren. Servië is geen partij in dit conflict, verklaarde hij. Servische huursoldaten brengen het land volgens hem schade toe. Maar hij repte niet over consequenties die deelname aan de oorlog in Oekraïne voor zijn landgenoten zou hebben. In Belgrado is deze week een officiële vertegenwoordiging van de separatisten geopend.

Uit Donetsk rapporteert het Servische bataljon Jovan Sevic overwinningen op het Oekraïense leger. Het bataljon is vernoemd naar een 18e eeuwse cavaleriecommandant uit Servië die de Russen trouw zwoer bij het vestigen van een autonome provincie in de regio Donetsk onder de naam Slavo-Serbia. De historische banden tussen Rusland en Servië worden in patriottische kringen in het Balkanland nog steeds gekoesterd. Omgekeerd heeft de Slavische solidariteit zich onder andere geuit bij het verzet van Rusland tegen de onafhankelijkheid van het merendeels Albanese Kosovo, voorheen een Servische provincie. De militaire leider van de separatisten in Donetsk, Igor Strelkov, schijnt in de jaren negentig ook aan de kant van de Serviërs meegevochten te hebben in de oorlog in Bosnië. Gisteren werd bericht dat hij zwaargewond is geraakt en zijn functie van ‘minister van defensie’ heeft neergelegd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Geruisloos Montenegro nadert de EU

Downtown Podgorica, de hoofdstad van Montenegro (Foto: Flickr/Johnsen Frameworks)

De bestaande coalitie van democratische socialisten en socialistische democraten gaat komende zondag de verkiezingen in Montenegro winnen. Het land van premier Milo Djukanovic ligt goed op koers voor lidmaatschap van de EU en de Navo. De euro is al de nationale munt en dankzij een stevige vastgoed boom groeide de economie de afgelopen jaren als kool. Alleen de interland van zaterdag tegen Italië is waarschijnlijk een onneembare hobbel.

Eigenlijk gaat dat allemaal buitengewoon soepel voor een land dat nog geen drie jaar onafhankelijk is en zich zonder geweld losmaakte van Servië. De Servische oppositie was fel tegen onafhankelijkheid (en tegen de erkenning van Kosovo), maar is inmiddels gesplitst. Een deel van de radicale nationalisten heeft zich bij de onafhankelijkheid neergelegd en is nu bezig de kiezers te paaien met beloftes van economische hervormingen.

De staat van de economie was voor de regering de aanleiding om de vervroegde verkiezingen uit te schrijven. De oppositie beweert dat de regering een nieuw mandaat wil voordat ze haar populariteit zou verliezen als de kredietcrisis echt hard toeslaat. De eerste tekenen van onrust zijn zichtbaar: woensdag demonstreerden 2000 arbeiders tegen de nakende sluiting van aluminiumfabriek KAP, het grootste bedrijf van het land. Maar zelfs als de verkiezingen een truc zijn om nog vier jaar zeker te zijn van regeringsmacht heeft Montenegro waarschijnlijk meer aan een vastgeroeste regering dan een machtsovername door een gefragmenteerde oppositie.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.