Aanpak radicalisering moet anders

Iedere gemeente of gevangenis heeft tegenwoordig een aanpak of programma voor deradicalisering. Volgens Peer van der Helm, lector residentiele jeugdzorg, werken deze programma’s niet omdat ze voorbijgaan aan de psychologische basisbehoeften van mensen. Sterker nog, ze kunnen het tegenovergestelde teweegbrengen. Alhoewel terroristische aanslagen in Europa en in Nederland niet nieuw zijn, is er met de opkomst van Al Qaida en IS en daarmee verbonden aanslagen veel aandacht gekomen voor deradicalisering. Er is in Nederland zelfs een hele ‘deradicaliseringsindustrie’ ontstaan. Iedere gemeente of gevangenis heeft een aanpak of programma hiervoor, vaak met zelfbenoemde experts zonder wetenschappelijke basis. Sinds kort exporteren we deze programma’s ook naar de EU. Ze richten zich in belangrijke mate op de persoon als dader – ook wanneer die nog niets heeft gedaan. De effectiviteit van deze programma’s is echter niet goed onderzocht waardoor het de vraag is of ze werkelijk doeltreffend zijn. Nog prangender is de vraag of ze misschien radicalisering juist kunnen bevorderen (negatieve effectiviteit).

Foto: Chris Potter (cc)

De ‘war on crime’ in Nederland

VERSLAG - Hoe ziet misdaad in Nederland eruit en hoe bestrijd je het? Drie wetenschappers duiken de onderwereld in.

De ‘war on terror’, ‘war on drugs’ en ‘war on crime’: als je kijkt naar de manier waarop we in Nederland over misdaad praten, lijkt het alsof we in een onveilig land wonen. Toch is het in Nederland nog nooit zo veilig geweest als nu. “Hoe veiliger het wordt, hoe hysterischer we omgaan met het laatste beetje misdaad”, stelt filosoof en jurist dr. mr. Marc Schuilenburg (VU). Samen met criminologen prof. dr. mr. Miranda Boone (UL) en dr. Damián Zaitch (UU) ging hij tijdens het Science Café in gesprek over de Nederlandse misdaad.

Sancties en re-integratie

Het aantal gevangenen in Nederland is de laatste decennia flink gedaald. “In vergelijking met het buitenland zijn er in Nederland zelfs erg weinig gedetineerden“, licht Boone toe. Toch betekent dat niet direct dat er minder criminaliteit is. “We brengen steeds minder delicten voor de rechter. En bovendien worden er vaker maatregelen getroffen om mensen uit de gevangenis en in de samenleving te houden, zoals met een taakstraf.”

Als mensen dan toch in de gevangenis terecht komen, is het lastig om re-integratie te bevorderen. “Er wordt moord en brand geschreeuwd over de recidive-percentages, die ook werkelijk heel hoog zijn”, zegt Boone. “Maar als je kijkt naar de mensen die in de gevangenis komen, denk ik dat dat niet zo gek is”. Deze mensen hebben vaak voordat ze met het strafrecht in aanraking komen al veel problemen: verslaving, psychische problemen, schulden. De vaak korte tijd die ze in de gevangenis doorbrengen is ook niet genoeg om deze problemen aan te pakken en daarom vervallen velen van hen weer in het oude gedrag. Bovendien gaan effectieve re-integratiemaatregelen in tegen de publieke opinie: zorgen dat mensen contact met familie kunnen houden, en investeren in werk en vaardigheden. Kortom: het toesnijden van straffen op de problematiek van het individu.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Alan Cleaver (cc)

Schild, zwaard of doekje voor het bloeden?

OPINIE - De afgelopen weken hebben Rob de Wijk, Jacob Kohnstamm en Paul Breitbarth, Victor Toom en Jozef Rammelt gereageerd op mijn opiniestuk over de opkomst van de surveillancestaat en de balans tussen misdaadbestrijding en bescherming van de privacy. Allen reageerden vanuit eigen expertise en achtergrond, wat zeer interessante en verschillende inzichten opleverde. Ik wil een paar thema’s bespreken die in verschillende bijdrages terugkwamen en tot slot zal ik zelf nog een laatste duit in het zakje doen.

Focus op hoeveelheid gegevens of focus op kwaliteit van de gegevensanalyse?

Rob de Wijk pleit er in zijn bijdrage voor om niet te focussen op de hoeveelheid persoonlijke gegevens die mag worden opgeslagen, maar om in plaats daarvan te focussen op de kwaliteit van de analyse van die gegevens. Hij geeft aan dat er qua maatvoering onmogelijk te zeggen valt hoeveel inlichtingen er maximaal mogen worden verzameld om terrorisme te voorkomen. Met deze uitspraak geeft De Wijk de overheid een vrijbrief alle mogelijke gegevens te verzamelen over zijn burgers. Kohnstamm, Breitbarth en Rammelt stellen juist dat we ons wél moeten focussen op welke data wel of niet mogen worden verzameld.

Zij benadrukken het belang van het principe select before you collect. Kohnstamm en Breitbarth geven aan dat zowel bij het verzamelen als het gebruik van gegevens voortdurend een belangenafweging plaats moet vinden. De vraag moet beantwoord worden of de gegevens echt noodzakelijk zijn om het beoogde doel te bereiken of dat er ook andere opties zijn. Ook de kwaliteit van de gegevens – dus niet alleen de kwaliteit van de analyse – speelt een belangrijke rol.