Duopolie | Gokje
COLUMN - Kerstmis is de tijd van familie, bezinning en vrede. Maar omdat dat wel eens saai kan worden, organiseren de meeste landen in deze periode ook enorme gokfestijnen. In Nederland heeft de Staatsloterij een trekking van 30 miljoen en de Postcodeloterij van bijna 50 miljoen. Voor de meeste deelnemers is de trekking het einde van de pret, maar voor sociale wetenschappers begint het dan pas.
Loterijwinnaars zijn namelijk perfect geschikt om het effect van rijkdom op van alles en nog wat te meten, van huwelijksgeluk tot gezondheid tot politieke voorkeur. In dit soort onderzoek speelt normaal gesproken een causaliteitsprobleem: worden rijke mensen gelukkiger/gezonder/conservatiever of worden gelukkige/gezonde/conservatieve mensen sneller rijk? Bij een loterij speelt dit probleem niet omdat de zakken met geld toevallig verdeeld worden, onafhankelijk van leefgedrag of achtergrond.Dus, wat is het effect van een zak geld? Ten eerste betekent meer geld meer spullen. Nederlands onderzoek naar winnaars van de Postcode-loterij laat onder meer zien dat de winnaars neigen vaker uit eten te gaan, enkele honderden euro’s meer per maand uitgeven aan duurzame goederen zoals meubels en auto’s en vaker hun huis verbouwen. Interessant genoeg doen de niet-winnende buren dat ook, in poging niet achter te blijven. Een Amerikaanse studie laat zien dat winnaars gemiddeld 11% minder gaan werken (vooral wanneer ze laag opgeleid zijn) en ongeveer 16% van hun prijs sparen. Wat Amerikaanse winnaars niet doen is schulden terugbetalen. Ze gaan daarom net zo vaak failliet als andere mensen, ze stellen het alleen een tijdje uit.