Kunst op Zondag | Rechtse hobby

Sinds een of andere margepoliticus kunst tot één van de linkse hobby’s bombardeerde, zijn er regelmatig pogingen gedaan het tegenovergestelde te bewijzen. Met even onbewezen platitudes had men kunnen volstaan. In de kunsthandel gaan miljarden om. Kunst is voor de rijken. Kunst is dus een rechtse hobby. Kunst is elitair dus een rechtse hobby. Kunst is de vlag op de modderschuit der machtshebbers, die per definitie rechts zijn, ook al noemen ze zichzelf links. Kunst is dus een rechtse hobby. Rutte speelt piano en zingt, Wilders schildert. Beiden spelen toneel. Kaartjes voor theater en schouwburgen zijn best prijzig. Kunst is voor de “haves” en niet voor de “not haves”.  We kunnen het niet hard genoeg benadrukken: kunst is een rechtse hobby. Hebben we zo de meest doorslaggevende larie wel gehad om de onzinnige frame van de “linkse hobby” te ontkrachten? Dan nu tijd voor serieus onderzoek naar de politieke signatuur van kunst als hobby. De NHTV (Nationale hogeschool voor toerisme en verkeer) onderzocht het publiek dat naar schouwburg en theater gaat en concludeerde: Podiumkunstbezoek is geen linkse hobby. Het onderzoeksrapport (pdf) kwam afgelopen woensdag uit onder de titel “De mythe van de linkse hobby”.

Door: Foto: Maurice (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kunst en cultuur: ook een liberale ‘hobby’


De volgende tekst werd door Thomas van Aalten voorgelezen op 14 oktober jl. tijdens een bijeenkomst over ‘linkse hobby’s van het politiek café van GroenLinks Amsterdam.

Gerry van der List, chef Kennis en Cultuur bij Elsevier, behandelt in het boek Filosofen van het hedendaags liberalisme (1990) de opvattingen van de liberaal denker Karl Raimund Popper. ‘De groei van kennis vloeit bij Popper niet voort uit het ‘bewijzen’ van de waarheid, maar het ontmaskeren en elimineren van onwaarheid.’ Dat nu, dames en heren, het ontmaskeren van onwaarheid, zal ik nu in deze korte tijd proberen te doen. Het idee dat een bloeiend kunst- en cultuurbeleid (en bijbehorende subsidies) slechts aan de linkerflank van de politiek toebehoort, is een misconcept.

Ik herinner mij Mark Rutte op het boekenbal van 2009. Omringd door twee of drie kornuiten. Jeugdige partijgenoten? JOVD’ers? Nu staat de VVD natuurlijk bekend als een hoeder van intellectuelen en kunstenaars; zo bestempelde Frits Bolkestein zichzelf in het verleden als ‘Reviaan’ – liefhebber van schrijver Gerard Reve – en was Hans Dijkstal voorzitter van het Filmfonds. Rutte zelf speelt graag een mopje piano – enfin, dat schone kunst een plek verdient in de vitrinekast van de VVD, moge duidelijk zijn. ‘Juist de liberale traditie is in hoge mate schatplichtig aan culturele voorhoedes (en niet alleen tijdens Renaissance en Verlichting) die vernieuwingen aanreikten die later gemeengoed werden. Net als onderwijs en wetenschap behoort kunst en cultuur daarom tot de essentialia van een samenleving die zich ontwikkelt.’ Dit zijn niet mijn woorden, maar ze komen letterlijk uit het Liberaal Manifest (PDF) uit 2005.

Ik denk niet dat Rutte zich erg prettig voelt op het boekenbal van 2011.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.