Waarom we zonder ‘zelfmoord’ zouden moeten
ESSAY - door Govert den Hartogh (Emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam).
Zelfmoord. We komen het woord dagelijks tegen, in de krant, in het journaal. Maar is iemand die zijn eigen leven beëindigt eigenlijk wel een moordenaar?
Volgens het strafrecht is moord het doden met voorbedachten rade. En het is zeker zeldzaam dat iemand zichzelf zo impulsief doodt dat je niet van voorbedachten rade kunt spreken. Maar aan ‘moord’ zitten meer connotaties vast. In het Duitse wetboek van strafrecht is in de Hitler-tijd de volgende definitie van ‘moordenaar’ opgenomen: iemand die een mens doodt uit moordlust, ter bevrediging van de geslachtsdrift, uit hebzucht of uit enige andere minderwaardige beweegreden, heimelijk of gruwelijk of met middelen die gevaarlijk zijn voor anderen of om een misdrijf mogelijk te maken of te verdoezelen. Ja, de Nazi’s wisten waar ze het over hadden. Juristen kunnen weinig met deze definitie maar als opsomming van betekeniselementen van ‘moord’ in de dagelijkse taal is zij heel herkenbaar.
Ga het maar na, van bijna geen enkel van die elementen is normaal sprake bij ‘zelfmoord’.
Het belangrijkste verschil is wel dat iemand die zichzelf doodt in elk geval op dat moment denkt dat de dood voor hem te verkiezen is boven het leven. Hij heeft geen ‘minderwaardige beweegreden.’ We associëren zelfmoord weliswaar met het gebruik van gruwelijke middelen: jezelf ophangen, verdrinken, van een hoog gebouw of voor de trein werpen, of door het hoofd schieten. Maar oude en zieke mensen kunnen ook een eind maken aan hun leven door op te houden met eten en drinken, en dat is bij voldoende voorbereiding en begeleiding een humane dood. De middelen die de dokter gebruikt voor hulp bij zelfdoding kun je ook zelf via internet in Mexico bestellen. Ook dat zijn geen gruwelijke middelen.