
Uit het debat van dinsdag jongstleden blijkt dat Wilders een intelligente man en doorgewinterd politicus is. Of je het nu met hem eens bent of niet, ‘hij weet hoe het spel gespeeld moet worden’. En door zich te baseren op een ‘worst case scenario’ en daar pal achter te blijven staan, is het natuurlijk ook lastig om met Wilders écht te debatteren. Wilders weet namelijk zeker dat de islamisering over vijftig jaar voor grote problemen gaat zorgen, de Kamer is daar wat genuanceerder in, maar heeft -gelukkig- wel oog voor de problemen die het klakkeloos volgen van religieuze regels oplevert. Zo is de kamer niet blind voor discriminatie van homo’s of het bestaan van eerwraak in de Nederlandse samenleving.
Ik kan vanuit mijn stuurlui-aan-wal-positie niet beoordelen wat precies dé reden was waarom het debat uiteindelijk tegenviel. Daarnaast valt het ook lastig te beoordelen of dit nu komt doordat het alle partijen ontbreekt aan een visie op dit onderwerp, of doordat de overige partijen dit debat alleen wilden gebruiken om Wilders visie aan te vallen. Eén ding weet ik echter wel zeker: dat laatste is bijna onmogelijk, gezien het ‘worst case scenario’ dat Wilders gebruikt om zijn punt te maken. En gezien zijn negen kamerzetels en steun in Nederland is dat in ieder geval, of het nu terecht is of niet, een visie/gevoel die door een serieus te nemen deel van Nederland gedeeld wordt. Zo valt er te soebatten over de manier waarop Wilders zijn film heeft samengesteld, danwel of zijn ‘worst case scenario’ niet moedwillig is aangedikt. Maar hoe je het ook wendt of keert, het is zíjn boodschap, die door ons hoogste goed, de vrijheid van meningsuiting, beschermd zou moeten worden.