Lelijke woorden

Dit stuk gaat over drie lelijke woorden. Woorden die Nederland lelijker maken - slechter, een beroerdere plek om te zijn en om te wonen. Die het leven van mensen slechter maken. Om dat te illustreren vergelijk ik ze met het Engelse equivalent, om te laten zien hoe het anders zou kunnen. En misschien zou moeten. We gaan hebben over verzuim, pesten en duurzaamheid. Pesten Eerst pesten. In Nederland gaat het woord ‘pesten’ meestal over het slachtoffer: je wordt gepest. “Pester” is wellicht een woord, maar in het dagelijks spraakgebruik wordt het weinig gebezigd en mijn Word zet er een rood kringeltje onder. Gebruikelijk is het niet, en ‘pesten’ gaat vooral over degenen die het moeten ondergaan. Nog erger: niet alleen gaat pesten (te) weinig over de dader, het woord wordt soms ook nog eens gebruikt om het slachtoffer verder de modder in te trappen. “Ah, gossie, wordt je gepest?”, wordt iemand dan neerbuigend voor de voeten geworpen. Alsof er daarom iets mis is met het slachtoffer in plaats van de dader. Neem dan het Engels. Een pester heeft een woord, dat is een bully.  Het werkwoord is bullying, dat gaat ook om de dader die iets fout doet. “Being bullied” is niet iets dat ook nog eens vernederend gebruikt kan worden naar het slachtoffer toe. “Pesten” is in het Nederland iets dat gebeurt, en in het Engels iets dat gedaan wordt, en degene die het doet, de bully, is een klootzak. Wel zo duidelijk. Verzuim Verzuim is één van de lelijkste woorden in het Nederlands, als het gaat om de betekenis van 'niet kunnen werken'. In het normale, dagelijks spraakgebruik betekent verzuim vaak dat iemand iets verkeerds doet, faalt. Pak de definitie er bij en je vindt zaken als: nalatig, verzaken, in gebreke blijven, verwaarlozing. Maar als het gaat over werken (of juist: niet kunnen werken), noemen we dat óók verzuim. Dus: je bent ziek, je kan niet werken (en dat is verdomme ook je recht, om niet te hoeven werken als je ziek bent!), maar we plakken er een etiket op waardoor het toch lijkt alsof jij iets fout doet. En dan heb ik het nog niet eens over hrm-adviesbureaus die trainingen komen geven over ‘ziek zijn kun je niets aan doen, maar verzuim is een keuze!’ en die de boodschap afgeven dat je toch ook echt wel als je ziek bent zoveel mogelijk je best moet doen voor je werkgever. [1] Dan in het Engels. Daar hebben ze ook een woord voor ‘verzuim’ als in ‘verzaken’ (en al dat ander lelijks), zoals ‘neglect’ en ‘dereliction’. Ze hebben echter óok een woord voor ziek zijn van je werk, namelijk: ‘sick leave’. Heee, ‘afwezig door ziekte’, dat klinkt eigenlijk best… logisch? Misschien ook iets voor hier in Nederland, in plaats van het lelijke, bedrijfsverantwoordelijkheid op medewerker afschuivende ‘verzuim’. Duurzaamheid Ik sluit af met "duurzaamheid". Want duurzaamheid, dat gaat in Nederland over het milieu, het klimaat, en dergelijke hippieachtige dingen. [2] "Duurzaamheidsdenkers", zegt de rechtsmens soms wat smalend, als ware het een belediging. Doordat het direct (en vooral, of zelfs uitsluitend) gelinkt wordt aan milieuzaken haakt een deel van de bevolking al af wanneer het woord valt, en gaat de eigenlijke betekenis verloren. Want waar gaat het eigenlijk om, wat wordt er met het woord bedoeld? Het gaat om zaken die niet houdbaar zijn. Dat zie je wel terug in het Engelse 'sustainable' (of tegenhanger ‘unsustainanble’). Deze woorden gaan nadrukkelijk niet alleen over milieu en dergelijke, en dat maakt het een stuk duidelijker voor iedereen waar het om gaat, vermoed ik. Bijvoorbeeld, in het Engels is niet alleen de manier waarop we met onze aarde omgaan onhoudbaar, maar is het bijvoorbeeld óók 'unsustainable' als je mensen structureel 20 uur per dag laat werken. (Dat leidt in die Engelstalige landen dan wel tot sick leave, wat al beter is dan het 'verzuim' in Nederland – maar dat terzijde.) En nu? Maar wat moeten we er nu mee? Voorstellen om andere woorden te gaan gebruiken ben ik – nog los van de haalbaarheid – een beetje huiverig voor, denkend aan het eindeloze gezeik dat soortgelijke discussies oproepen. Denk aan het al dan niet afschaffen van het woord ‘allochtoon’ of de huidige discussie over of de term ‘lager’ en ‘hoger’ nog wel gebruikt moeten worden in het onderwijs. Tegelijkertijd kan ik niet anders dan constateren dat de manier waarop deze woorden in Nederland gebruikt worden niet bijdragen aan een fijne maatschappij. Noten: [1] En nee daar maak ik zelf niet altijd gebruik van van dat recht maar dat is omdat ik mijn werk leuk en belangrijk vindt en niet omdat dat zou moeten. [2] Eigenlijk zijn dat hele normale dingen waar je van links tot rechts mee bezig zou moeten zijn, maar helaas zijn we zover afgegleden dat je tegenwoordig bijna ‘links’ moet zijn om te willen dat de aarde niet naar de kloten gaat. Wat een ongekende tragiek is.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.