Solidair met het broedervolk
ELDERS - In Oekraïne vechten huurlingen uit diverse Europese landen.
Afgelopen zomer schreef ik over Serviërs die meevochten met de separatisten in het oosten van Oekraïene. De “Volksrepubliek Donetsk” had daarvoor net een speciaal gezantschap geopend in Belgrado. Uit Donetsk rapporteerde het Servische bataljon Jovan Sevic overwinningen op het Oekraïense leger. Het bataljon is vernoemd naar een 18e eeuwse cavaleriecommandant uit Servië die de Russen trouw zwoer bij het vestigen van een autonome provincie in de regio Donetsk onder de naam Slavo-Serbia. De historische banden tussen Rusland en Servië worden in patriottische kringen in het Balkanland nog steeds gekoesterd. De Servische premier Vucic verzocht zijn landgenoten deze zomer dringend om naar huis te komen, want “Servië is geen partij in dit conflict”.
Het is niet duidelijk of zijn oproep gehoor heeft gevonden, maar veel nationalistische Serviërs zullen het niet met hem eens zijn. En dat geldt voor meer mensen uit de regio. Vorige week riep de Kroatische regering net als Vucic landgenoten die in Oekraïne vechten op om naar huis te komen. Het gaat om Kroaten die zich hebben aangesloten bij het extreem-rechtse Azov Bataljon dat de separatisten bevecht in het zuiden van het land.