Einde van de Kraakbeweging? (1)
GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Harm van der Veen, die lange tijd zelf actief was in de Groninger Kraakbeweging. Het artikel verscheen eerder in het lokale ledenblad van GroenLinks Groningen.
Een uitspraak van de Hoge Raad legde bijna 40 jaar geleden een gat in de wetgeving bloot, die een legale basis aan het kraken gaf. Sinds 1971 heeft de overheid veel tijd en inspanning nodig gehad om met een adequaat antwoord te komen. Vanaf 1 oktober van dit jaar is er dan eindelijk een wet die het kraken verbiedt. Daarmee is het moment aangebroken voor een analyse van de ontwikkeling van de kraakbeweging en de reactie van de overheid daarop. Een artikel over kraken, maar vooral ook over de kraakbeweging die er op gebouwd werd.
Wat men later de ‘kraakbeweging’ is gaan noemen werd oorspronkelijk eind zeventiger jaren gegroepeerd rond een netwerk voor het ‘kraken’ van woningen. Zij was door haar successen echter binnen vijf jaar uitgegroeid tot een massale beweging die op vooral anarchistisch-socialistische grondslag een vrijdenkend alternatief wilde vormen voor wat krakers zelf de ‘burgerlijke maatschappij’ noemden.
De ideologische basis van de kraakbeweging is moeilijk onder één noemer te vangen. Vaste waarden zijn uitgangspunten van collectieve autonomie, zelfredzaamheid, kleinschaligheid en eigen beheer. Maar heel prominent is ook het besef dat al het persoonlijke politiek is en dat al het politieke samenhangt. Samen vormt dit het concept van de ’totaalstrijd’. Het kraken van een individu wordt ‘woonstrijd’ en dat raakt binnen de ’totaalstrijd’ verbonden met andere ‘deelstrijden’ als inkomensnivellering, veganisme, anti-racisme, -sexisme, -militarisme, -repressie, -imperialisme en -kapitalisme. De kraakbeweging groeide daarmee uit tot veel meer dan een alternatieve woonvoorziening, het groeide uit tot een beweging van bewust onmaatschappelijken, die een alternatief voor de gehele maatschappij nastreefden; een staat in de staat. Het kraken zelf bleef daarin om twee redenen echter een belangrijke rol spelen.