Omtzigts opmerkelijke kiesstelsel

Een nieuwe lente, een nieuw kiesstelsel van Pieter Omtzigt. Dit keer voor de Europese verkiezingen. NSC wil een regionale component invoeren bij de Europese verkiezingen. Hoe zal dit uitpakken? Een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. Stelsel Omtzigt In het NSC-programma staat het volgende voorstel: “Wij willen een nieuw kiesstelsel waarin de band tussen kiezer en gekozene sterker wordt. Er komen regionale kiesdistricten per land, zoals Nieuw Sociaal Contract die in Nederland ook voor de Tweede Kamer wil invoeren. Dat vergroot de lokale herkenbaarheid in Europa. In Nederland zou bijvoorbeeld Noord-Holland 3 vertegenwoordigers krijgen, Noord-Brabant 2, Overijssel 1, Zeeland 1, Friesland 1, en verder. Een vijftal leden zou volgens nationale telling kunnen worden aangewezen om te zorgen voor voldoende bijkomende representativiteit van de verkiezingsuitslag.” Hoe zou de Nederlandse delegatie eruitzien als we dit kiesstelsel zouden toepassen? Ik heb de volgende procedure gevolgd: ik heb districten op het provincieniveau gemaakt die de groottes volgen zoals hierboven omschreven is. Noord-Holland met bijna drie miljoen inwoners krijgt drie zetels. Noord-Brabant met ruim twee-en-een-half miljoen inwoners twee. De provincies met minder dan twee miljoen inwoners één. De twee andere provincies met meer dan twee miljoen inwoners (Gelderland en Zuid-Holland) volgen dit patroon: twee voor Gelderland en drie voor Zuid-Holland. Daarnaast zijn er vijf vereffeningszetels. Deze worden zo verdeeld dat uiteindelijke uitslag het meest proportioneel is. Ik gebruik hiervoor het stelsel van grootste gemiddelden. Dat komt in totaal uit op 23. Dat is minder dan de 31 die in juni verdeeld worden. Dat is in lijn met het elders door NSC-programma gepropageerde reductie van het aantal Europarlementariërs. Een landslide voor Timmermans Als we dit in 2019 toegepast hadden, zou de PvdA met 19% van de stemmen, tien van de achttien districtszetels halen. Ze halen overal zetels, behalve in Overijssel en Zeeland, die naar het CDA respectievelijk de CU-SGP gaan. De VVD haalt zetels in Noord-Holland, Noord-Brabant, Zuid-Holland en Gelderland, GroenLinks in Noord-Holland en FVD in Zuid-Holland. De vereffeningszetels gaan naar het CDA, FVD, GL en D66. Met minder dan 20% van de stemmen krijgt de PvdA zo meer dan 40% van de zetels. Onder het huidige kiesstelsel gebruikt Nederland één district met het vereiste dat een partij om zetels te krijgen de eerste volle zetel zelf binnen moet halen. Dat wil zeggen dat de eerste zetel geen restzetel mag zijn. Om een faire vergelijking te maken met eenzelfde kiesdrempel, vergelijken we de uitslag boven met een evenredige verdeling met 23 zetels. Dan krijgt PvdA zes zetels, de VVD vier, CDA, FVD en GL drie, D66 en CU-SGP twee. Kortom, het voorstel van Omtzigt behelst dat ieder van laatste vier partijen ieder één van hun zetels aan de PvdA geeft. [1] Drie kiesstelsels in 2019. Donkergrijs: aandeel van de stemmen maal 23 zetels, middentint grijs: zetels onder het huidige Nederlandse kiesstelsel; blauw: districtszetels in het kiesstelsel Omtzigt; lichtgrijs: vereffeningzetels. Disproportionaliteit Als politicologen hebben we een maat van disproportionaliteit. Dat is de mate waarin de uitslag in zetels afwijkt van de uitslag in stemmen. Dit stelsel zou in 2019 26 scoren op de disproportionaliteitsindex hebben. Dat is een uitzonderlijk hoge mate van disproportionaliteit. Om een vergelijking te maken: de beruchte Britse verkiezingen van 1983, die gelden als één van de minst proportionele in de recente Britse geschiedenis, waren evenrediger. De Alliance haalde toen met 25% van de stemmen slechts 4% van de zetels. [2] Deels komt dit door de keuze om terug te gaan naar 23 zetels: immers onderzoek laat zien, hoe groter het aantal te verdelen zetels hoe proportioneler het resultaat. Als je vier zetels verdeelt onder drie partijen met een uitslag van 34%-33%-33%, is de meest evenredige verdeling 2-1-1. Dit is een zeer onevenredige uitslag omdat een partij voor 1% extra stemmen een kwart van de zetels krijgt. Als deze partijen 40 zetels verdelen dan is dat 14-13-13. Dezelfde partij krijgt voor diezelfde 1%, een-veertigste van de zetels extra. Ook de toepassing van het huidige Nederlandse kiesstelsel onder 23 zetels zou een weinig proportioneel resultaat opleveren: 18% van de kiezers die op partijen kleiner dan de CU-SGP hebben gestemd, krijgen geen vertegenwoordiger. Met een disproportionaliteit van 13 zou dat resultaat niet gek staan tussen Britse verkiezingsuitslagen. Maar de verdubbeling (van 13 naar 26) komt door hoe stelsel-Omtzigt uitwerkt bij deze uitslag. Specifiek dat de grootste partij relatief klein is, is het probleem. Steeds onevenrediger Hoe werkt het stelsel uit als we dit in eerdere jaren zouden toepassen? In 2014 krijgt D66 zes districtszetels (twee meer dan het evenredige resultaat). In 2009 krijgt het CDA er negen (vier meer). In 2004 krijgen CDA en PvdA er allebei acht (een en twee meer dan het evenredige resultaat). Tussen 1999 en 1989 is het CDA de grootste partij met tussen de acht en tien districtszetels, een tot twee meer dan het evenredige resultaat. In 1984 en 1979 is de uitslag onder het huidige kiesstelsel en het stelsel Omtzigt identiek. Disproportionaliteit over tijd. Zwarte lijn: disproportionaliteit in het kiesstelsel-Omtzigt; onderbroken lijn: disproportionaliteit onder het huidige kiesstelsel met 23 zetels. We zien het resultaat hiervan in deze figuur over de disproportionaliteit: onder evenredige vertegenwoordiging (met 23 zetels) is deze tussen de drie en de dertien. Bij het stelsel-Omtzigt is dit tussen de zes en de 26. Die laatste groeit sterk in de laatste jaren. Dat komt met name omdat de grootste partij steeds kleiner wordt, maar door dit kiesstelsel wel bevoordeeld wordt. In de tijd van de grote volkspartijen had het stelsel-Omtzigt niet zo desastreus uitgewerkt. Onder het huidige gesternte van steeds kleinere grootste partijen is de grootste belonen funest voor de evenredigheid. Drie compensatiezetels voor NSC Hoe zou dit stelsel uit kunnen pakken in 2024? Als we de uitslag van de laatste Kamerverkiezingen nemen, zou de PVV in iedere provincie behalve Utrecht één zetel oppakken. De VVD en GL-PvdA zouden er allebei drie krijgen. Drie partijen hebben in deze hypothetische situatie aanspraak op compensatiezetels: NSC krijgt er drie, D66 één en de BBB één. De PVV zou onder het kiesstelsel-Omtzigt met 23% van de stemmen 48% van de zetels halen. Dat is vier meer dan onder het huidige kiesstelsel. Hypothetische verkiezingskaart 2024 onder kiesstelsel-Omtzigt. Oranje: PVV; Blauw: VVD: Groen: GroenLinks-PvdA; Vaalgeel: NSC; Paars: D66; Donkergroen: BBB. Dit resultaat is qua disproportionaliteit even desastreus als de uitslag in 2019 onder het stelsel-Omtzigt. Drie kiesstelsels voor een hypothetische uitslag in 2014. Donkergrijs: aandeel van de stemmen maal 23 zetels, middentint grijs: zetels onder het huidige Nederlandse kiesstelsel; blauw: districtszetels in het kiesstelsel Omtzigt; lichtgrijs: vereffeningzetels. Goed bestuur? Onder kiezers, laat onderzoek zien, kan een proportioneel kiesstelsel op meer steun rekenen dan een kiesstelsel dat onevenredige uitkomsten heeft. Ook onder politicologische experts is de steun voor evenredigheid groot. Tom van der Meer produceert ongeveer jaarlijks een stuk op dit blog om dit met argumenten uiteen te zetten. NSC gaat daar, onder het mom van “Goed Bestuur”, recht tegenin. De keuze voor een regionale component bij de Europese verkiezingen heeft desastreuze gevolgen voor de representativiteit van verkiezingen. Dat geldt des te meer omdat dit gekoppeld wordt aan het verkleinen van het Europees Parlement. Dit zou verminderd kunnen worden door méér compensatiezetels in te voeren. Als we het huidige zeteltal (31) zouden behouden, zijn er 13 in plaats van 5 compensatiezetels. Hiermee zou de disproportionaliteit al gehalveerd worden. Ook zou je provincies kunnen samenvoegen zodat ieder kiesdistrict ten minste twee vertegenwoordigers heeft. Dan is het niet zo dat één partij alle zetels ten noorden van Steenwijk kan winnen. Eén keurslijf voor heel Europa Het opvallende is dat NSC bovendien dit kiesstelsel aan heel Europa wil opleggen. Dat zou er bijvoorbeeld zeer waarschijnlijk voor zorgen dat een ruime meerderheid van de Hongaarse delegatie uit Fidesz vertegenwoordigers zou bestaan. Vanuit het principe van subsidiariteit, dat de NSC in hun programma huldigt, is dit een opvallende keuze. Het kiesstelsel voor Europese verkiezingen wordt namelijk nu overgelaten aan nationale staten. Zolang het kiesstelsel onder het label “evenredige vertegenwoordiging” valt, staten kunnen kiezen voor hun eigen stelsel: één nationaal district, meerpersoonsdistricten of zelfs Single Transferable Vote waarbij geen partijen, maar personen gekozen worden. In België worden de Vlaamse, Waalse en Duitstalige verkiezingsuitslagen apart geteld. Daarvoor zou bij Omtzigt geen ruimte zijn. Ook Polen, Italië, Ierland en het Verenigd Koninkrijk dat toen nog lid was, gebruikten in 2019 districten. Frankrijk deed dat in het verleden. Waarom zijn er Europese regels nodig als je ook ruimte kan laten voor Europese verscheidenheid? [1] Maar let wel: de PvdD, 50PLUS en de PVV kregen op basis van de uitslag in 2019 één zetel die ze zouden moeten inleveren, omdat Omtzigt het totaalaantal EP-zetels reduceert. [2] Ik gebruik Gallagher’s index uit dit stuk van Renwick.

Door: Foto: Stempotlood Verkiezingen 2021 - Gebruik op Sargasso met toestemming. (c) Sidney Smeets
Foto: Villy Fink Isaksen, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons, stembiljetten Denemarken

BBB wil een Deens kiesstelsel. Wat houdt dat in?

De verkiezingsprogramma’s zijn binnen. Recent blogde ik al over het Zweedse kiesstelsel dat Pieter Omtzigt zo passioneert. Deze keer duik ik dieper in het Deense kiesstelsel dat Caroline van der Plas enthousiasmeert. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Uit mijn analyse blijkt dat het Deense model inderdaad de regio een beetje meer vertegenwoordiging zou geven in Den Haag. Het verschil is echter beperkt en het systeem zou behoorlijk complex worden.

BBB wil kiesdistricten zoals in Denemarken

Laten we beginnen met wat BBB wil. Dit zegt de partij in haar verkiezingsprogramma:

“Om de democratie, politiek en het parlement dichter bij de mensen te brengen, wil BBB de wijze van verkiezing van de Eerste en Tweede Kamer aanpassen. De Eerste Kamer wordt nu gekozen door de Provinciale Staten, maar wordt straks direct door de inwoners van de provincies gekozen. De Eerste Kamer en Tweede Kamer worden straks via kiesdistricten gekozen (hierbij kan geleerd worden van het Deense model).”

BBB, 2023: 107, vet toegevoegd.

Zoals je ziet, is het voorstel best wel vaag. Zowaar nog vager dan het voorstel van Omtzigt.[1] Daar waar je bij Omtzigt een vrij aardig beeld kreeg van de gevolgen van het kiesstelsel, zal ik het in dit blog met name moeten doen met de ietwat cryptische omschrijvingen moeten doen die ik in vet in het citaat heb aangegeven. Beter dan niets.  Cruciaal is het stukje: hierbij kan geleerd worden van het Deense model. Eerst moeten we even kijken naar dat Deense model dus.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Staatscommissie Remkes vijf jaar verder

COLUMN - van Prof.Dr. Bert van den Braak, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut

“In 2018 heeft een commissie onder leiding van Johan Remkes een prachtig rapport gepresenteerd. Daar is nog niets mee gebeurd.” Dat liet een vooraanstaande oud-politica onlangs optekenen in een artikel in het Nederlands Dagblad over het voorstel om het ledental van de Tweede Kamer uit te breiden naar 250 [1]. Had zij een punt of ging het – zoals vaker – om een ‘gevoel’?

De waarheid ligt een beetje in het midden. Er is wel degelijk het nodige gedaan met voorstellen van de Commissie-Remkes, zowel door het kabinet als door Tweede Kamerleden. Om met dat laatste te beginnen: in januari 2019 kwam SP’er Ronald van Raak met een initiatiefvoorstel om het correctief referendum grondwettelijk mogelijk te maken. Dat voorstel – verdedigd door Renske Leijten – sneuvelde in de Tweede Kamer bij de tweede lezing. Leijten ondernam direct een nieuwe poging, waarvan de eerste lezing in de Eerste Kamer gaande is [2].

Bij mogelijke wijziging van het kiesstelsel was er eveneens beweging. Minister Kajsa Ollongren kwam met een wetsvoorstel om stemmen op een lijst of een persoon mogelijk te maken, zoals de Staatscommissie had bepleit. Haar opvolgster, minister Hanke Bruins Slot, zag in kritiek van de Raad van State reden om het voorstel aan te passen. Het ligt nu wederom op de tekentafel en is zeker nog niet van de baan. Hoe het wetsvoorstel straks parlementair ontvangen wordt, weten we nog niet. Over de vraag of er een Constitutioneel Hof moet komen, wordt eveneens nog nagedacht. Het kabinet lijkt te kiezen voor opheffing van het verbod om wetten aan de Grondwet te toetsen, maar voelt vooralsnog niet voor een apart Hof. Een concreet wetsvoorstel is er nog niet en ook de Tweede Kamer is zich nog aan het oriënteren. Er komt ongetwijfeld een vervolg.

Foto: Sigfrid Lundberg (cc)

Omtzigt wil kiesstelsel naar Zweeds model

Nee, het kiesstelsel Omtzigt zou de hooggespannen verwachtingen niet waarmaken (maar kan wel helpen). Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De kogel is door de kerk: Omtzigt doet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het maakt de toch al onvoorspelbare verkiezingen nog onvoorspelbaarder, maar er bestaat een aardige kans dat Nieuw Sociaal Contract het goed gaat doen en mee aan de onderhandelingstafel gaat. Wat wil Omtzigt?

Wel, Omtzigt wil met name ‘goed bestuur’ en ‘bestaanszekerheid’. Goed bestuur moet er mede komen door een nieuw kiesstelsel, een kiesstelsel geïnspireerd door Zweden.  Wat houdt het Zweedse kiesstelsel überhaupt in? Is het voorstel van Omtzigt wel Zweeds? En lost het het probleem op dat Omtzigt ermee wil aanpakken – de stem van de regio’s prominenter maken?

Waarom wil Omtzigt een nieuw kiesstelsel?

In haar basisdocument doet Nieuw Sociaal Contract tien voorstellen, waaronder deze:

“Een nieuw kiesstelsel met provinciale kieskringen om de band tussen kiezers en gekozenen te versterken. (…) In zo’n stelsel zullen regionale parlementariërs minder strak aangestuurd worden door hun partijleiding. De ondervertegenwoordiging van regio’s buiten de Randstad zal verdwijnen. En als een regio, zoals Groningen, niet gehoord wordt, zullen juist de parlementariërs van de regeringspartijen uit die provincie wel aan de bel trekken om bijvoorbeeld de gaswinning te verlagen.”

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Jan Willem Broekema (cc)

Blindstaren op een hogere kiesdrempel

ANALYSE - een gastbijdrage van Tom van der Meer, eerder veerschenen bij Stuk Rood Vlees.

Frank Kalshoven pleit in de Volkskrant van 20 mei voor een kiesdrempel tegen versplintering. Want “vijf of zes partijen in de Kamer(s) oogt voldoende voor pluriformiteit”. Een voorspelbare en simplistische conclusie, niet gedragen door inzichten uit onderzoek en praktijk, maar wel door schijnargumenten.
Hier een poging om dit te ontrafelen.

Allereerst: waar hebben we het eigenlijk over? 5 of 6 partijen zou in 2021 een kiesdrempel van 5,25 tot 5,75% zijn. Vijf verkozen partijen zouden 62% van de geldige stemmen ophalen; de zes 68%. Het gevolg zou zijn dat de VVD-fractie zo’n 50 zetels zou innemen; D66 zo’n 36.

Opgelegde grenzen aan de pluriformiteit?

Dat we van bovenaf bepalen wat ‘voldoende voor pluriformiteit’ is, lijkt me nogal dubieus. De centrale vraag draait echter om vertegenwoordiging. Het is niet ondenkbaar dat christelijke kiezers, linkse kiezers of wantrouwende kiezers hier andere oordelen over hebben. Die kunnen zeer wel alle onder de kiesdrempel eindigen. In landen met een evenrediger kiesstelsel ligt het vertrouwen in de politiek – ceteris paribus – iets hoger. Dat komt omdat veel groepen een stem hebben in de politiek. Zelfs wantrouwende kiezers van links en recht, of andere politieke en maatschappelijke minderheden. Bovendien ververst het stelsel zichzelf makkelijker met nieuwe thema’s. Het zijn juist landen met een gemengd kiesstelsel (bijvoorbeeld met een hoge kiesdrempel) waar het vertrouwen – opnieuw ceteris paribus – wat lager ligt, zo stelde onderzoek van Sofie Marien.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Het ‘wat als’-parlement

Hoewel zijn mentor, die hem destijds de Tweede Kamer in begeleidde, nu hem dringend adviseerde op te stappen, herinnerde Rutte zich ineens dat 1,9 miljoen kiezers op hem hebben gestemd. Ja, zo moet hij gedacht hebben, dan ben ik wel verplicht aan te blijven.

U snapt dat de VVD-kandidaten die naast Rutte nog 301.479 stemmen bij elkaar sprokkelden, nederig de grote leider zullen volgen. Die nederigheid zou de voltallige VVD-fractie, Rutte incluis, beter passen, want er zijn nog altijd ruim acht miljoen kiezers die niet op Rutte of de VVD hebben gestemd.

Voor wie de zaken graag relativeert:
© Sargasso TK2021 stemmen totaal VVD Rutte Tweede Kamer

Rutte gaat dit Paasweekend reflecteren hoe hij zich de komende vier jaren gaat verhouden tot de parlementaire democratie. Alsof er geen coronacrisis is. Ach, laten wij ook eens wat fantaseren….

Wat als er geen kiesdrempels en kiesdelers worden gehanteerd en alleen de 150 kandidaten met het hoogst aantal stemmen in de Tweede Kamer zouden zitten? We stemmen immers op personen en niet op partijen (meen ik mij te herinneren)?

De top-150 is goed voor 93,75% van het totaal aantal geldige stemmen. Laten we eens nader kijken naar dit ‘wat als’-parlement.

Er zouden geen 17 maar 27 partijen in de Tweede Kamer zitten. Acht eenmens-fracties er bij en twee partijen die 2 zetels halen en alsnog in de Kamer hadden kunnen komen.
D66 zou de grootste partij worden, Een meerderheidscoalitie is haalbaar met VVD, D66 en CDA, aangevuld Groenlinks en PvdA.
© Sargasso TK2021 Het als-wat parlement Tweede Kamer

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: DonkeyHotey (cc)

Trump en de onderschatte factor

COLUMN - Donald Trump is gekozen tot Amerikaans president. CNN noemt 24 theorieën over hoe dit kon gebeuren. Het is nog te vroeg voor wetenschappelijke resultaten en het was vast een combinatie van factoren. Wel valt op dat CNN één factor niet noemt. Een factor die vaak wordt onderschat.

“De democraten mogen hopen dat Trump zich niet kandidaat stelt.” Dit zei ik in 2011 bij een lunch met deels buitenlandse collega’s. Ze keken me meewarig aan. Die jonge Hollander had duidelijk geen kijk op Amerikaanse politiek. De Californische hoogleraar aan tafel legde me geduldig uit dat niemand Trump serieus nam. Trump stelde zich toen niet kandidaat; wel bij de verkiezingen erna.

Bij die verkiezingen, begin deze maand, zag ik Trump het eerlijk gezegd niet redden tegen Clinton. Door te weinig zijn kernboodschap uit te dragen in de campagne had hij zijn kansen niet gemaximaliseerd. Hij leek steun tekort te komen. Uiteindelijk haalde hij 47% van de stemmen. Minder dan Clinton, maar – door het hem welgezinde getrapte kiesstelsel – genoeg voor de winst.

Wereldbeeld

Hoe kreeg Trump die steun? Allereerst doordat het land verdeeld is in twee kampen die de laatste decennia uit elkaar zijn gegroeid. Wie er ook op het stembiljet staat, het belangrijkste is van welke partij hij of zij is. Exitpolls tonen dat 84% van de liberals op Clinton stemde, en 89% van de Democraten. Omgekeerd koos 81% van de conservatives voor Trump, en 90% van de Republikeinen.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Kiesdrempels: Als je vriendje in de sloot springt, doe jij het ook

OPINIE - Voorstanders van verhoging van de kiesdrempel zwengelen de discussie herhaaldelijk aan met feitenvrije argumenten en gaan niet in op feitelijk onderbouwde kritiek. Dat betoogt universitair hoofddocent in Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam Tom van der Meer, op Stuk Rood Vlees.

Het is een déja-vu discussie. Vorige week was het VVD-partijvoorzitter Henry Keizer die mocht stellen dat een kiesdrempel toch echt noodzakelijk was. Het idee lijkt onuitroeibaar, met name bij de VVD. Alleen al in de afgelopen twee jaar hebben de volgende prominenten gepleit voor de invoering van een kiesdrempel: toenmalig VVD-voorzitter Benk Korthals, VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes, VVD-senator Heleen Dupuis, oud-VVD-Tweede-Kamerlid Arend Jan Boekestijn, D66-senator Roger van Boxtel, RTL-journalist Jos Heymans, en bij Nieuwsuur het trio Hans Hoogervorst (voormalig VVD-minister), Aart Jan de Geus (voormalig CDA-minister), en Rick van der Ploeg (voormalig PvdA-staatssecretaris).

Dat laatste item is exemplarisch. Hoogervorst noemde het Nederlandse staatsbestel ‘volledig kapot’. De Geus vond dat nieuwe partijen zich eerst maar moesten bewijzen, iets dat hij liever aan een kiesdrempel dan aan de kiezers overlaat. Volgens Van der Ploeg kijken zijn Engelse collega’s meewarig naar het Nederlandse systeem omdat de regering in het Verenigd Koninkrijk tenminste een duidelijk mandaat krijgt. Veel Britse politicologen die ik ken plaatsen – zeker na de laatste verkiezingen – juist vraagtekens bij hun eigen kiesstelsel.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Hoe Duitsland een leider kiest

Bij de aankomende Bondsdagverkiezingen zijn minimaal 598 zetels te verdelen. Wie er de komende vier jaar plaats neemt op zo’n zetel hangt af van een bijzonder kiesstelsel. Het Duitse tweestemmenstelsel is uniek in zijn soort en vergt nogal wat rekenwerk. 

Na de val van de Muur vormden voormalig Oost- en West-Duitsland samen De Bondsrepubliek Duitsland. De republiek bestaat uit zestien deelstaten, die allemaal een eigen grondwet en een door het volk gekozen parlement en regering hebben. Daardoor zijn deze deelstaten grotendeels zelfstandig, maar landelijk vallen ze onder de verantwoordelijkheid van de Bondsdag.

Het staatshoofd van Duitsland is de Bondspresident, die vooral een ceremoniële functie heeft. Het is te vergelijken met de rol van de Nederlandse koning. De dagelijkse leiding is in handen van de Bondsdag, met aan het hoofd de Bondskanselier.

Bondsdagverkiezingen

Het kiesstelsel in Duitsland combineert het districtenstelsel, zoals in het Verenigd Koninkrijk, met het in Nederland bekende stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Het land is opgedeeld in 299 kiesdistricten en de eerste stem is voor een kandidaat binnen het kiesdistrict van de stemmer. Op deze manier winnen 299 kandidaten een direct mandaat.

Bij de tweede stem wordt er op een partijlijst gestemd. Krijgt een partij bijvoorbeeld 20 procent van de stemmen, dan winnen ze 20 procent van de 598 zetels. Deze zetels worden als eerst opgevuld door de kandidaten die in de districten gewonnen hebben. De overige zetels gaan naar de hoogst genoteerde kandidaten op de partijlijst. Een partij mag overigens pas deelnemen in de Bondsdag als ze de kiesdrempel van 5 procent halen. Tenzij ze in drie of meer deelstaten een direct mandaat winnen, dan hebben ze wel recht op het percentage gewonnen zetels.

Volgende