Politiek Kwartier | De gemeenteraad is dood
COLUMN - De gemeenteraadsverkiezingen gaan steeds minder over ‘democratie van onderop’. Lokale democratie kalft af door dalend animo voor raadswerk en de verkiezingen zelf. Er wordt gezocht naar alternatieven voor controle van lokaal bestuur. Dit zijn de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Laten we er een feest van maken.
De gemeenteraden zijn op sterven na dood. Over de oorzaken wordt getwist. De vergoedingen voor het democratisch vrijwilligerswerk staan niet meer in verhouding tot de tijd die men er aan kwijt is. Dat geldt zeker voor gemeenteraden die na herindelingen zijn gehalveerd. Minder raadsleden doen meer werk, het is niet meer te behappen.
Welnee, zegt menig gemeenteraadslid. Ze doen het werk met liefde. De vergoeding is mooi meegenomen. Maar schaalvergroting zet de gemeenteraad op afstand van de burger. Het gemeentehuis om de hoek moet plaatsmaken voor een megalomaan gebouw in de grootste woonplaats van de nieuwe gemeente. Om raadsleden aan het werk te zien moeten burgers verder reizen. En omgekeerd: raadsleden die bij de burgers langs willen zijn langer aan weer en wind blootgesteld.
Daar waar niet wordt gefuseerd zoekt men, soms door het Rijk afgedwongen, samenwerkingsverbanden. Samen staan we sterk. Dat valt vies tegen, wordt gezegd. De invloed van raadsleden wordt uitgehold. ‘We kunnen de wethouder wel op pad sturen met een boodschap, maar die richt niets uit als de andere acht wethouders aan tafel een ander plan hebben,’ verzuchtte een Naardens gemeenteraadslid. Hoe kan een enkel gemeenteraadslid nog door de burger die hem of haar heeft gekozen, worden afgerekend?