De Kamer laat te veel onbesproken

Op 17 december is de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in de Tweede Kamer aangenomen. De WGS moet het instanties nog makkelijker maken om gegevens uit te wisselen over burgers om fraude op te sporen. Er is amper maatschappelijk debat over de WGS geweest: we waren te druk met corona. Het wetsontwerp werd, na fikse kritiek van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens, tegen hun adviezen in niet ingeperkt maar juist uitgebreid. Voorts zijn belangrijke onderdelen niet in de wet geregeld; die worden later ingevuld door de minister van Justitie en Veiligheid. In de WGS vallen onder de ‘gegevens’ die bedrijven en overheden met elkaar mogen delen, ook signalen, vermoedens en zwarte lijsten. Op grond daarvan mogen de deelnemende partijen ‘interventies’ met elkaar afstemmen en ‘handhavend optreden’ tegen burgers die zo in het vizier komen. De toeslagenaffaire is er niets bij. Het collectief dat eerder SyRI – het ‘Systeem Risico Indicatoren’, ook al zo’n groots opgetuigd systeem – bij de rechter verboden wist te krijgen, noemt de WGS niet voor niets ‘super SyRI’. (SyRI heeft veel burgers verdacht gemaakt, doch geen enkele fraudeur opgespoord; de basis voor de verdenkingen bleek te mager). Er was amper debat in de Kamer over de WGS. Er zijn bovendien amper mensen in de Kamer die de WGS inhoudelijk doorgronden. Twee van hen – Kees Verhoeven van D66 en Kathalijne Buitenweg van GroenLinks – vertrekken eind deze maand uit de Kamer. Er is sowieso nog zelden plenair debat over wetgeving in de Tweede Kamer. Onderzoeksplatform Investico rekende recent uit dat onder Balkenende-IV (2007-2010) 32 procent van alle wetten zonder debat werd aangenomen; de afgelopen jaren gold dat  – gecorrigeerd voor corona – voor gemiddeld 38 procent van alle wetten. Investico toonde ook aan dat sommige fracties zich zelden laten zien bij commissievergaderingen, tegenwoordig vaak de enige plaats waar een wetsontwerp tegen het licht wordt gehouden. De PvdA liet onder Rutte-III verstek gaan bij bijna de helft van alle wetgevingsdebatten, Forum voor Democratie zelfs bij 95 procent. Investico: ‘Veel wetgeving wordt alleen nog besproken door de grote partijen, vaak uit de coalitie.’ Wat daarvoor in de plaats komt? Plenaire debatten waar de waan van de dag besproken wordt. De Kamer gaat gebukt onder een ‘wildgroei aan debatten’, hypes waarmee Kamerleden punten trachten te scoren voor het oog der natie. De Kamer heeft vorig jaar zowat langer gedebatteerd over het trouwfeest-zonder-anderhalve-meter-afstand van Grapperhaus dan over zijn voorstel voor de WGS. Eind deze maand wordt de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd. Er komen 60 nieuwelingen, waarvan sommigen zo groen als gras zijn. Er zijn meer kleine fracties dan ooit: partijen die met een, twee of drie mensen alles moeten bijhouden, maar tegelijkertijd ook flink moeten scoren. Langzaam roeien we de dossiervreters uit, mensen als Renske Leijten en Pieter Omtzigt. Hopelijk zit er nog een snuggere ziel in de Senaat. Daar moet de WGS nog worden besproken. Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.

Door: Foto: risastla (cc)
Foto: Christian van Elven (cc)

Spelregels van de Kamer

ANALYSE - Terwijl de Kamer met reces is, blikt Lieke Ruijmschoot terug op de Tweede Kamerdebatten over handel en ontwikkelingssamenwerking. Als buitenstaander probeert zij de ongeschreven regels van het spel te ontcijferen, en ontdekt dat er niet alleen universele, maar ook partijspecifieke regels zijn.

Ooit reisde ik met drie vrienden door China. Tijdens een lange treinreis besloten we de tijd te doden met een potje klaverjassen. Al gauw verzamelde een handvol Chinezen zich om ons heen, ongegeneerd op onze schouders leunend, druk met elkaar in conclaaf elke keer dat er een kaart werd gespeeld. Ze probeerden de spelregels te ontcijferen door onze zetten te analyseren – geen makkelijke opgave.

De afgelopen maanden voelde ik me bij het volgen van de Tweede Kamer debatten over ontwikkelingssamenwerking soms net zo. Als nieuwkomer moest ik geregeld om uitleg vragen aan mijn buren op de publieke tribune, of aan mede-twitteraars bij het volgen van een livestream. Ik probeerde me voor te stellen dat ik een onwetende Chinees bij me had, die ik de spelregels van het debat moest uitleggen.

Kamerjargon

Stap één is dat je je het taalgebruik een beetje eigen moet maken. Niet alleen de Kamerleden spreken elkaar, via de voorzitter, in de derde persoon aan, zelfs de minister gebruikt deze aanspreekvorm graag om naar haarzelf te verwijzen: ‘Voorzitter, zoals de heer Van Dijk heel goed weet, is de minister het op dit punt met hem eens.’ Dan het debatjargon. Een debat is ingedeeld in een eerste en tweede termijn, maar anders dan bij voetbal zijn dit geen twee gelijke helften maar biedt de kortere tweede termijn de Kamerleden de kans om op elkaars eerste termijn speeches, en de antwoorden van de minister, te reageren. Elke fractie krijgt een bepaalde hoeveelheid spreektijd, die ze onder de fractieleden kunnen verdelen, maar ook als gunst aan een andere fractie kunnen ‘geven’. Zo deelt VVD-Kamerlid Ingrid de Caluwé, die zich voor 100% op de agenda van hulp en handel stort, haar spreektijd en onderwerpen met fractiegenoot Rene Leegte. Terwijl Marianne Thieme van de tweekoppige PvdD-fractie vaak direct na haar spreektijd de zaal uit rent om nog met een andere stemming mee te kunnen doen – en bij afwezigheid haar spreektijd aan een andere partij overdraagt.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.