Meer zelfredzaamheid in de jeugdzorg

Een gastbijdrage van Dorien Graas en Rienk Janssens, werkzaam bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, respectievelijk als adviseur en secretaris. Om de toenemende vraag naar jeugdzorg een halt toe te roepen, moet de organisatie daarvan niet alleen effectiever worden, maar moet meer gewerkt worden aan de zelfredzaamheid en veerkracht van gezinnen. Dat adviseert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling vandaag aan staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van VWS. Gemeenten en provincies maken zich op voor het bestuurlijke akkoord over de stelselherziening van de jeugdzorg. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling benadrukt dat de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten alleen kan slagen als er ook een andere zorgvisie aan ten grondslag ligt. Minder individuele interventies op basis van risicotaxaties, meer versterking van sociale netwerken en een betere inzet van ervaren professionals op het moment dat het probleem nog niet escaleert. Ontzorgen en normaliseren is het devies, aldus de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling in zijn briefadvies Bevrijdend kader voor de jeugdzorg.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Meldplicht voor hulpverleners is juist een goed idee

Om kinderleed te voorkomen is een meldcode voor hulpverleners juist een heel goed idee, vindt rechter Paul Vlaardingerbroek in reactie op Paul Frissen en Niels Karsten. Sterker nog, de overheid zou moeten verhinderen dat sommige kinderen geboren worden.

‘Moet er een meldplicht komen voor hulpverleners?’ Op die vraag antwoord ik onomwonden ‘ja’. Inderdaad is er een kans is dat een hulpvrager de zorg zou mijden, indien hulpverleners verplicht zijn om verwaarlozing, mishandeling en misbruik van kinderen te melden. Tegelijkertijd is het overtrokken om te stellen dat elke hulpverlener in een controleur of opsporingsinspecteur verandert op het moment dat de meldcode wordt ingevoerd. Ergens zou ik denken: was het maar zo. Immers, het zou goed zijn indien juist deze mensen leren de ogen en oren open te houden. Maar natuurlijk is het niet de taak van hulpverleners om opsporingswerk te verrichten. Van de andere kant vind ik wel dat wanneer ernstig misbruik wordt gezien, of er vermoedens zijn van verwaarlozing of mishandeling van kinderen, voor een ieder een plicht bestaat om dit te melden. Het gaat vaak om verslaafden waarbij zorgen bestaan over de opvoeding van hun kinderen. Ook bij ernstig verstandelijk beperkte en psychisch gestoorde mensen bestaat er een hoog opvoedingsrisico. In het ziekenhuis wordt door behandelaars een protocol nageleefd. Ambulancepersoneel weet ook dat sommige ongelukken gemeld moeten worden. Bij jeugdige patiëntjes moet worden onderzocht of bijvoorbeeld de botbreuken door een ongeluk of door huiselijk geweld zijn veroorzaakt.

Om iets te doen, werd al voor personeel met een beroepsgeheim een meldrecht ingevoerd. Maar, het recht om te melden volstaat helaas niet. Nog altijd vinden jaarlijks tussen de 100.000 en 140.000 gevallen van kindermishandeling plaats. Deze gevallen blijven vaak verborgen; er kan pas worden ingegrepen als het zichtbaar misgaat. De kinderen hebben dan vaak al ernstige schade geleden. Om te zorgen dat professionals beter op de signalen gaan letten, ze te zien en willen zien, moet buiten kijf komen te staan dat privacywetgeving niet in de weg mag staan van het melden van vermoedens van verwaarlozing, mishandeling of misbruik. Dit zou zelfs zo ver moeten gaan dat melding wordt gemaakt van vermoedens van toekomstig slecht ouderschap.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Bureau Jeugdzorg

“Zij gaat ten onder aan de Jeugdzorg. Als bezorgde grootouders hebben we hier lang over gezwegen, maar we kunnen ons nu niet meer stilhouden, omdat we bang zijn dat als de Raad van Kinderbescherming zo door blijft gaan, Laura straks helemaal kapotgemaakt wordt.”

De opa en oma van zeilmeisje Laura Dekker hangen aan de bel. Maar als ze niet bestand is tegen de bemoeials van Jeugdzorg, zou ze dan wel de stress van een solozeiltocht aankunnen?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Meldcodes voor hulpverleners: niet doen

Een gastbijdrage van Paul Frissen en Niels Karsten.

De overheid wil professionals zoals artsen, psychiaters, ambulancebroeders en leraren verplichten misstanden bij gezinnen te melden. De Rotterdamse Meldcode Huiselijk Geweld is daar een voorbeeld van. Niet alleen is dat pretentieus, maar ook gevaarlijk. “Het consultatiebureau is een bedreigende instantie geworden, die iedere ouder als een zwak geval of potentiële kindermishandelaar benadert.”

Publieke professionals, zoals artsen, psychiaters, ambulancebroeders en leraren, hebben in hun omgang met misstanden als kindermishandeling te maken met een radicale omkering van het denken. Het antwoord op de vraag of zij vermoedens van mishandeling moeten melden, heeft zich, om oud-premier Lubbers te parafraseren, ontwikkeld van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’. Het gegeven dat het melden van kindermishandeling voor een beroepskracht met een zwijgplicht toch mogelijk is dankzij het meldrecht, heeft het aangrijpingspunt gevormd voor het huidige uitgangspunt dat vermoedens gemeld moeten worden, tenzij de geheimhoudingsplicht dit in de weg staat. Als gevolg daarvan is de vraag niet langer onder welke uitzonderlijke omstandigheden het beroepsgeheim doorbroken mag worden, maar dient er, in de woorden van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, een collectieve discussie plaats te vinden met als doel beleid te formuleren over de gevallen waarbij het uitstellen van (een) melding onwenselijk is. De terughoudendheid van de individuele professional in het melden van vermoedens van strafbare feiten, die vroeger een kernaspect was van de professie en wezenlijk werd geacht voor het vervullen van de professionele taak, wordt hem nu verweten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rapport kindermishandeling is vals alarm

Een gastbijdrage van Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht en Ferko Öry, kinderarts openbare gezondheidszorg. Het stuk stond vrijdag in NRC Handelsblad.

pieter van vollenhove De Onderzoeksraad voor Veiligheid is in zijn vorige week gepubliceerde rapport kritisch over het functioneren van de instanties die in Nederland de fysieke veiligheid van het kind mede moeten waarborgen. De belangrijkste conclusie is dat de overheid haar verantwoordelijkheid voor de fysieke veiligheid van het kind niet waarmaakt.

De Raad heeft 27 voorvallen van mishandeling met (bijna) fatale afloop uit de periode 2004-2007 onderzocht. Deze worden in het rapport beknopt beschreven. Zo werd in 2005 een meisje geboren. Een week na de geboorte werden bij het eerste bezoek aan het consultatiebureau (CB) geen bijzonderheden gemeld. Circa zes weken na de geboorte werden blauwe plekken bij het meisje gesignaleerd. De arts en de verpleegkundige spraken af alert te blijven. Enkele dagen later besprak de verpleegkundige haar observaties met collega’s. Diezelfde dag volgde een huisbezoek door het CB. Het kind zag er nu rustig uit. Het ‘niet pluis’-gevoel bleef. Na 2,5 maand was er opnieuw een afspraak bij het CB. De jeugdarts constateerde wederom twee blauwe plekjes rondom het oog. Hij verzocht de ouders om de huisarts in te schakelen. Een paar dagen later had het CB contact met de huisarts, die geen reden tot ongerustheid zag. Een week later werd een afspraak met het CB afgezegd wegens ziekte van de moeder. Een week daarna kwamen ze wel bij het spreekuur. Er was bij dat bezoek een andere verpleegkundige dan voorheen. Het kind zag er goed uit. Een dag later overleed het meisje door mishandeling, zo meldt het rapport.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Liefde of risicotaxatie?

meisje achter een sluierOnlangs kreeg ik een boze mail van gezinsvoogd Piet Bleeker naar aanleiding van een pissig stuk van mij over de wantrouwende houding van Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg naar ouders toe. Een passage daaruit:

De laatste weken duiken er verontrustende berichten op in de media waarbij overenthousiaste JGZ- en JZ-medewerkers brave vaders en moeders er onterecht van beschuldigen dat ze hun kinderen verwaarlozen of mishandelen. Wie wantrouwen zaait, zal wantrouwen oogsten. De JGZ en JZ lijken steeds meer samen te smelten. Daar waar het namelijk de natuurlijke taak van de Jeugdzorg is om problemen op te sporen, doen tientallen beroepsgroepen in de jeugdgezondheidszorg dat inmiddels ook. Velen daarvan werken met meldplichten en protocollen als ze ‘niet-pluis’-gevoelens hebben. Een greep uit het rijke aanbod: tandartsen, eerste hulpposten, juffen en meesters, school maatschappelijk werkers, jongerenwerkers, kraamhulpen, consultatiebureauartsen en –verpleegkundigen, gemeentelijke interventieteams (ja de tandenborsteltellers). Er ontstaat een ronduit negatieve benadering jegens gezinnen. Wie problemen zoekt, zal ze immers vinden. Desnoods leg je een gezin net zo lang onder een vergrootglas totdat je een probleem hebt gevonden.

Bleeker vond dat ik teveel generaliseerde. En zijn het niet vooral de media en politiek die de jeugdhulpverlening achter de voordeuren jaagt? Achter zijn woorden school frustratie. Daarom het verhaal van een gezinsvoogd die moet kiezen tussen liefde of een risicotaxatie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ga eens boeven vangen

Een gelukkig gezinnetjeDit keer niet tegen de politie gericht, maar tegen de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en Jeugdzorg (JZ). De laatste weken duiken er verontrustende berichten op in de media waarbij overenthousiaste JGZ- en JZ-medewerkers brave vaders en moeders er onterecht van beschuldigen dat ze hun kinderen verwaarlozen of mishandelen.

Wie wantrouwen zaait, zal wantrouwen oogsten. De JGZ en JZ lijken steeds meer samen te smelten. Daar waar het namelijk de natuurlijke taak van de Jeugdzorg is om problemen op te sporen, doen tientallen beroepsgroepen in de jeugdgezondheidszorg dat inmiddels ook. Velen daarvan werken met meldplichten en protocollen als ze ‘niet-pluis’-gevoelens hebben. Een greep uit het rijke aanbod: tandartsen, eerste hulpposten, juffen en meesters, school maatschappelijk werkers, jongerenwerkers, kraamhulpen, consultatiebureau-artsen en –verpleegkundigen, gemeentelijke interventieteams (ja de tandenborsteltellers). Er ontstaat een ronduit negatieve benadering jegens gezinnen. Wie problemen zoekt, zal ze immers vinden. Desnoods leg je een gezin net zo lang onder een vergrootglas totdat je een probleem hebt gevonden.

Een aantal voorbeelden: Eén op de tien meldingen van kindersmishandeling is onterecht, meldde Trouw begin februari in een fraai achtergrondverhaal. Nog eens vijftien procent van de meldingen kan niet bevestigd worden. Dat is dus een mix van schuldigen en onschuldigen. Dat kan gebeuren, maar al die gezinnen worden in elektronische dossiers geboekt als verdacht. Je weet immers maar nooit. Gezinnen gaan daar echter aan kapot, boekstaafde de krant.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Anonimiteit heeft een prijs

Als u denkt dat uw buurkinderen verwaarloost worden, of u ziet dat een kind in uw klas blauwe plekken heeft, dan kunt u dat melden aan het Meldpunt Kindermishandeling. Dat kan anoniem, om te voorkomen dat de melder er last mee krijgt, en het Meldpunt laagdrempelig te maken.

Dat dat een keerzijde heeft, wordt duidelijk in een artikel in Trouw. Zo sta je het ene moment met je dochtertje onder de douche, het volgende moment zit je in een surrealistische mallemolen van hulpinstanties die iedereen in je omgeving vragen stellen over je gezin.
En ook al worden de aanklachten na een lange procedure ongegrond verklaard, de gevolgen in het gezin zijn groot. Intimiteit is niet langer vanzelfsprekend.

„Laatst kwam Simone thuis uit school met een bultje op haar knie. Toen zei ik: ’Hou je kleren aan, wacht maar even tot mama thuis is’.”

Het blijkt dat zo’n tien procent van de aanklachten bij het Meldpunt vals zijn. Is een onschuldig gezin, zoals dat in Trouw, geaccepteerde collateral damage voor de 90 procent van de aanklachten die wèl waar zijn? Of is de Jeugdzorg te ver doorgeschoten in het voorkomen van een nieuw Maasmeisje?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende