Behandeling in justitiële jeugdinrichting vermindert recidive

Volgens Jo Hermanns is het opsluiten van jongeren slecht, aangezien de helft van de jongeren twee jaar na vrijlating opnieuw een ernstig misdrijf zou plegen. Maar de cijfers wijzen juist op vermindering van recidive na een behandeling in de jeugdinrichting, zegt Jaap Nagtegaal. Ruim de helft van de vertrokken jongeren is, zoals Jo Hermanns stelt, inderdaad binnen twee jaar na het vertrek uit de jeugdinrichting opnieuw verdacht van een ernstig strafbaar feit. In 2009 vertrokken zo’n 2000 jongeren (recidivemonitor 2013, WODC). Van deze groep bleek twee jaar na het vertrek 51,7 procent opnieuw verdacht. Er is echter een groot verschil tussen jongeren die kort in de jeugdinrichting blijven en zij die er langer dan een jaar verblijven. De kort verblijvende jongeren zitten er als ‘preventief gehechten’: zij zijn nog niet veroordeeld en worden in principe zo snel mogelijk geschorst uit de jeugdinrichting, tenzij er een zeer belangrijke reden is om dit niet te doen. In 2009 verbleef driekwart van de jongeren minder dan 3 maanden in de inrichting. Vaak is dat minder dan een maand. Recidivecijfers bij deze grote groep zijn hoog (52,3 procent). Maar kunnen we van de inrichtingen bij deze jongeren verwachten dat tijdens het korte verblijf een belangrijke gedragsverandering wordt bewerkstelligd? Dat zou vreemd zijn.

Foto: Oscar Anjewierden (cc)

Opsluiten is slecht, niets doen beter en begeleiden best

ANALYSE - In Nederland kunnen jongeren tussen twaalf en achttien jaar in een Justitiële Jeugdinrichting worden geplaatst. Maar de detentie blijft onverminderd hoog. Door anders te werken, met meer betrokkenheid, pedagogisch perspectief en continuïteit in de hulpverlening is verbetering mogelijk.

Jaarlijks worden 1900 jongeren van twaalf jaar en ouder voor kortere (enkele weken) of langere (enkele jaren) tijd  in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) gedetineerd. De meesten hebben een ernstig geweldsmisdrijf, een serieus vermogensdelict of een zedendelict gepleegd.

Opsluiting in een inrichting alleen brengt jongeren niet in het gareel

Behalve om te straffen ter verhoging van de veiligheid van de samenleving, is de vrijheidsbeneming bedoeld om ervoor zorgen dat de gedetineerde jongere, via heropvoeding, behandeling en begeleiding, zodanig wordt beïnvloed dat hij geen of minder delicten meer zal (willen) plegen.

De Justitiële Jeugdinrichtingen slagen er niet goed in om jongeren weer in het gareel te krijgen. Uit de landelijke recidivemonitor van het WODC (pdf) blijkt bijvoorbeeld dat ruim de helft van de gestrafte jongeren binnen twee jaar na vertrek weer een ernstig misdrijf pleegt. Nu zeggen cijfers niet alles, maar de hoop dat de JJI een positieve bijdrage kan leveren aan het leven en welzijn van de in de inrichting verblijvende jongeren en aan de veiligheid van de samenleving dient in ieder geval getemperd te worden.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.