Geen bal op tv | De Rudi en Freddie Show

Rutger Bregman schreef ergens in 2011 een stukje in de Volkskrant over de commotie die destijds was ontstaan toen Eva Hoeke, destijds hoofdredacteur van Jackie, het had gewaagd Rihanna een ‘niggabitch’ te noemen. Volgens Rutger Bregman, die zichzelf toen al historicus noemde terwijl hij toch amper een jaar of veertien moet zijn geweest, was de verontwaardiging van Rihanna een overspannen reactie op een volstrekt onschuldige opmerking. Immers: rassen bestaan niet, dus racisme bestaat ook niet. De argumenten waren zo slecht en de toon was zo betweterig, dat Rutger Bregman nooit meer iets goeds bij mij kon doen. Zo rol ik. Dus toen ik Rutger Bregman onlangs in een uitzending van Tegenlicht iets zag vertellen over het basisinkomen, ben ik zo snel mogelijk door gezapt. Ik keek nog liever naar Ik Hou van Holland, of wat er dan ook elders te bekijken was. En toen Rutger Bregman op het podium in Davos zat, met die zelfgenoegzame beentjes over elkaar, kreeg ik spontaan jeuk. En toen zijn clash met Tucker Carlson de wereld over ging en ik wilde zien waar all the fuzz about was, lukte het mij niet om het filmpje af te kijken, omdat ik bang was dat ik medelijden met Tucker Carlson zou gaan krijgen. En dat ging me te ver. Vanaf het begin van het filmpje, zag je dat Rutger Bregman bezig was om Tucker Carlson erin te luizen. Op zich heb ik daar geen problemen mee, maar aan het hoofd van Rutger Bregman meende ik te zien dat hij ontzettend te spreken was over zichzelf. Maar toen zei iemand me dat ik toch echt eens naar De Rudi & Freddie Show moest luisteren, de podcast die Rutger Bregman samen met Jesse Frederik maakt. Toen ik mijn bezwaren kenbaar maakte, vertelde ze mij dat de bezwaren die ik had toevallig aan bod waren gekomen in een aflevering waarin ze inzichtelijk maakten welke overwegingen ze hadden gemaakt voordat ze de clash met Tucker Carlson online hadden gezet. 

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: Andrew Ballantyne (cc)

Heeft ‘links’ een achterhaald beeld van economen?

Wel volgens Jesse Frederik van de Correspondent, die daar vorige week een artikel over schreef. Zoals wel vaker bij de Correspondent is het een artikel dat goed is geschreven en een relevant onderwerp behandelt: er is veel nuttig  en interessant economisch onderzoek dat gedaan wordt.

Dat herken ik. In mijn eigen onderzoek, een experiment naar de bijstand in Nijmegen, kom ik talloze interessante economische onderzoeken en literatuur tegen, onder andere uit de gedragseconomie. Hier op Sargasso heb ik daar ook wel eens over geschreven.

Ik heb echter twee kanttekeningen bij het stuk van Frederik.

  • De generalisering over ‘links’
  • Het beeld dat geschetst wordt van de huidige economische wetenschap

1) Wie is ‘links’?

Om te beginnen bij ‘links’. Dat is, ik citeer, “Denk aan Jesse Klaver, Kate Raworth, Ewald Engelen, Sander Heijne, Rutger Bregman, en eerlijk is eerlijk, ikzelf.” Dat laatste stukje zelfkritiek siert Frederik natuurlijk, maar het was beter geweest als hij het helemaal bij zichzelf had gehouden. Hij is blijkbaar verrast over de hoeveelheid interessant, niet-klassiek/theoretisch economisch onderzoek die er is. Mooi, die verrassing, fijne aanleiding voor een leuk stuk.

Maar een Jesse Klaver, die zal niet echt verrast zijn dat er economen zijn die zinnige dingen zeggen; hij haalde nota bene hoogstpersoonlijk Piketty naar de Tweede Kamer. En zal Frederiks Correspondent-collega Rutger Bregman, die een uitgebreid stuk schreef over het boek Schaarste van (onder andere) de econoom Mullainathan, vol verbazing hebben gereageerd? Ik kan me dat nauwelijks voorstellen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

‘Waarom 90 procent van het economisch onderzoek de prullenbak in kan’

Goed stuk van Jesse Frederik over het probleem van de verwarring die (bijvoorbeeld) ontstaat doordat ‘de wetenschap’ ons de ene dag vertelt dat al ons voedsel kankerverwekkend is, om de andere dag juist te melden dat al ons voedsel kanker voorkomt.

De oplossing: eet om de dag gooi 90% van de minst precieze onderzoeken weg.

(oh, en bied meer variatie in het economieonderwijs … )

(via)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Engelen-gate: potten verwijten ketels

COLUMN - Jesse Frederik bekritiseert de hypocriete houding van de media ten opzichte van de bekentenis van de Ewald Engelen over het gimmick-lijstje in zijn boek ‘De Schaduwelite’:

Blunders worden echter constant gemaakt. Dat Ewald zo hard wordt afgestraft is onterecht. Ja, Ewalds fout-vóór-de-crisis lijst was stupide, een overbodige retorische ‘gimmick’. Maar het bezuinigingsevangelie prediken als dat ongepast is, het probleem op de huizenmarkt ontkennen en onnodig restrictief monetair beleid bepleitten omdat je inflatiespoken ziet – ik vind het persoonlijk even schadelijk als niet schadelijker.

En hoeveel economen durven eigenlijk ruiterlijk toe te geven dat ze een fout hebben gemaakt? Eigenlijk is Ewalds hoofdzonde niet zozeer dat hij er naast zat, maar dat hij toegaf dat hij er naast zat. Zo is de absurde medialogica.