Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Bloghelden
Al is de geschiedenis nog zo jong, een boek erover schrijven kan altijd. Gisteren was de presentatie van het boek “Bloghelden” van Frank Meeuwsen. U kent hem misschien nog van Punky.com. Hij schreef een boek over de eerste 10 jaar van het bloggen in Nederland (1995-2005). En wonder boven wonder hebben wij daar ook een plaatsje in gekregen. Hoewel we er niet helemaal in het begin bij waren maar pas vanaf 2001.
Afijn, daar kunt u van alles over lezen in het boek, dat moet ik ook nog doen namelijk. Maar het is misschien leuker om wat te vertellen over de aanwezigen bij die boekpresentatie. Wat namelijk opviel was dat de meeste incrowd mensen aldaar steeds minder bloggen. Maar twitteren des te meer. Het lijkt een soort vlucht voorwaarts gedrag te zijn. Altijd de nieuwe dingen doen die tot dat massaal wordt. En dan weer overstappen en er een boek over schrijven.
En al die oud-bloggers hebben ook allemaal kinderen gekregen trouwens. En op de een of andere manier zijn die bloggers toch minder goed in staat om over hun kinderen te bloggen dan over hun kat.
Afijn, voor de mensen die de blogosfeer in Nederland al een tijdje volgen, zoek de bekende gezichten op de plaatjes maar op. En koop vooral dat boek. Niet omdat wij er in staan, maar omdat we bij iedere verkoop ongeveer een kwart biertje aan eurocentjes krijgen en die dan op de volgende meeting heerlijk gaan opzuipen.
Eigen rechtertje spelen op internet contraproductief?

Het digitale tijdperk waarin iedereen een cameramobieltje heeft rukt op. Beelden van misdaden zijn in toenemende mate voorhanden. Naming and shaming neemt dan ook een hoge vlucht op internet. Een filmpje is zo op Youtube gezet, en sites als GeenStijl – inmiddels de online variant van Opsporing verzocht – besteden er maar wat graag aandacht aan, bij voorkeur als de verdachte een kleurtje heeft.
Op zich lijkt daar niets mis mee, en in veel gevallen geeft de politie zelf de aanzet door beeldmateriaal te publiceren. Maar meestal doet ze dat alleen als het onderzoek vast zit en daar goede redenen voor zijn.
Allereerst worden getuigen beïnvloed door zulke beelden. Ze verwarren zulke beelden met hetgeen ze echt zelf hebben waargenomen. Dat kan een probleem worden bij de vervolging omdat de getuigen zo onbetrouwbaarder worden. Ook is op zulke beelden vaak het slachtoffer van de misdaad te zien, en dat is een inbreuk op de privacy.
Publicatie op het internet kan nog een onbedoeld bij-effect hebben: rechters straffen misschien minder streng in zulke gevallen. Het publiceren van de foto van de verdachte is immers al een straf op zich, wat kan meewegen in het vonnis.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Het Politiek Woordenboek: de Godwin
[i]Het politieke woordenboek: een serie over taal, framing en eufemismen in het publieke debat. Vandaag: de Godwin.[/i]

In 1990 formuleerde Mike Godwin zijn inmiddels befaamde wet: [i]As an online discussion grows longer, the probability of a comparison involving Nazis or Hitler approaches one[/i]. Ooit was het een observeratie van het gemak waarmee discussies op het internet verhit worden, tegenwoordig is het vooral een beschuldiging van drogredenering. Een Godwin maken staat gelijk aan een reductio ad Hitlerum, een vorm van het tot in het absurde doorvoeren van de consequenties van een stelling.
De Godwin als argumentatie laat zich niet erg makkelijk kenschetsen, daar er ook elementen van het hellend vlak en de stropop in voorkomen. Als iemand beweert dat een situatie vergelijkbaar is met Nazisme dan wordt meestal verondersteld dat die situatie dan ook daadwerkelijk tot Nazisme kan leiden (het hellend vlak). Bovendien is het de vraag of de Godwinner de positie van de tegenstander wel juist weergeeft, dus of de vergelijking wel te maken valt (de stropop).
Als we de Godwin echter puur als argumentatievorm of drogreden bekijken, slaan we het meest wezenlijke van de Godwin over. De Godwin draagt een belangrijke morele veroordeling in zich die verder niet hoeft te worden beargumenteerd. Aan niemand hoef je immers uit te leggen dat de Nazi’s het ultieme kwaad zijn – behalve natuurlijk aan neo-Nazi’s. Het is een krachtig moreel argument, maar meestal is het ook self-defeating. De ge-Godwinde kan immers ‘Godwin!’ roepen en hoeft daarom de beschuldiging niet te beantwoorden. De ’trump card’ die de Godwinner uitspeelt kan dus heel gemakkelijk geneutraliseerd worden.
TROS in actie tegen openbare bibliotheken

Onder leiding van de oud-burgemeester van Rotterdam Ivo Opstelten voert een team van het tv-programma TROS Regelrecht actie om al het internetverkeer in openbare bibliotheken te filteren. Zo willen ze helpen voorkomen dat kinderen geconfronteerd worden met porno of geweld. Veel mensen die in de uitzending werden geïnterviewd waren voor. De directeur van de Openbare Bibliotheek Amsterdam was echter niet te vermurwen. Hij staat op het standpunt dat openbare bibliotheken als publieke voorzieningen in principe een volledig vrije toegang tot internet moeten bieden. Filters werken bovendien niet goed en zijn gemakkelijk te omzeilen.
Overigens wordt er bij de pc’s in de OB Amsterdam wel gewaarschuwd tegen porno en er lopen toezichthouders die bij overlast kunnen ingrijpen. Maar de verantwoordelijkheid blijft bij de bibliotheekgebruiker. Of, in geval van kinderen, bij de ouders. Juist ouders blijken hier echter veel moeite mee te hebben. Een vertegenwoordigster van een oudercomité vond zelfs dat hier sprake was van het aanbieden van porno aan kinderen (wat wettelijk verboden is).
De actie van de TROS, die erg veel lijkt op soortgelijke acties tegen openbare bibliotheken in de Verenigde Staten, berust op een aantal misverstanden. De openbare bibliotheek is geen huishouden, school of bedrijf waar particuliere voorkeuren en overwegingen bepalen wat er wel en niet gezien of gelezen mag worden. De bibliotheek behoort vanuit haar publieke functie in principe geen voorkeuren te laten gelden. De openbare bibliotheek is bij uitstek het instituut dat in de samenleving een vrij verkeer van informatie moet garanderen. Het tweede misverstand betreft de aard van het internet. Waar je van boeken of andere media (ook van bijvoorbeeld tv-programma’s) nog kunt zeggen dat die worden aangeboden, gaat het bij het internet om toegang tot een netwerk dat vergelijkbaar is met dat van de telefoon. De ingreep die de TROS per petitie wil bewerkstelligen is vergelijkbaar met het afsluiten van bepaalde nummers uit een publieke telefooncel. Of met het dwingen van de postbode om bepaalde poststukken niet te bezorgen.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.