Met het in ontvangst nemen van je diploma in de gezondheidszorg teken je een onzichtbaar contract: het contract van geheimbewaarder. Patiënten komen naar jou toe met hun vertrouwelijke informatie, en praten daar vrijelijk over. Ze verwachten dat je je taak serieus neemt en je verdiept in de informatie: graag zien ze dat je je ingelezen hebt in hun dossier met wat er de afgelopen tijd gebeurd is. En terecht.
Wat samenvalt met die verwachting is dat je dit geheim houdt. Je verteld aan niemand dat dit deze patiënt was, met die geboortedatum, die daar woont: niets van dat alles.
Natuurlijk vertel ik thuis verhalen over patiënten aan mijn wederhelft, om mijn dag te bespreken, om mijn hoofd leeg te maken. Heel normaal. Alleen vertel ik daar dan geen details bij die de privacy van de patiënt kunnen schaden.
Genoeg binnenpretjes heb ik al gehad over de jaren heen, gniffelen om een grappige naam of combinatie van voornamen en daarmee initialen: het even opkijken als het een (semi) bekende Nederlander is waar je zorg voor mag dragen. Iedereen is mens, ieder heeft een lijf, die soms wat onderhoud nodig heeft. Wij zijn daarin de onpartijdige hulpverlener die dit mag ondersteunen.
Ik zie het als een eer, een kijkje te krijgen in alle facetten van iemands leven. Het verval van het lijf met de leeftijd, de geest die nog zo goed is, of juist niet. De openheid waarmee patiënten vertellen vind ik nog steeds magisch, en één van de mooiste facetten van het vak. Ik heb de eer om mee te mogen kijken, in het alledaagse leven, waarin zoveel veel voorkomende dingen te zien zijn. Overbelaste mantelzorgers, pijn op de borst, buikpijn, bijwerkingen van medicatie, seksuele stoornissen, verdriet en rouw, soms nog zo enorm vers na al die jaren. Het is een intimiteit die je niet veel tegenkomt in andere beroepen buiten de gezondheidszorg.
Het zorgt bij mijzelf soms voor grappige situaties: als we thuis iets bespreken komt er iets omhoog in mijn hoofd van een situatie op mijn werk, maar heeft met vertrouwelijke gegevens te maken wat ik niet kan vertellen. Soms maak ik daar een opmerking over waarbij ik niets privacygevoeligs vertel, of heb ik een binnenpretje.
Met collega’s kan ik het hier wel over hebben. Genoeg situaties waarbij we patiënten bespreken, of we even tegen elkaar zeggen; “oh, daar heb je die en die”, met een knipoog of knikje erbij.
Voor mijn blog denk ik hier ook goed over na, en probeer zo min mogelijk informatie te geven. Soms laat ik ziektebeelden weg, of wissel ik ze uit. Wissel geslachten om, of bedenk er iets bij. Zoveel mogelijk dat dit niet terug te halen is welke patiënt het is. De enige die het weet ben ik.
Dit stukje maakt dat ik dit het allerleukste vak ter wereld vind. Het mogen meekijken in een stuk van het leven van de patiënt, soms tot het einde, en kunnen helpen waar de patiënt dit wil.
Deze column verscheen ook bij zustermerel.nl