Ben ik zó gevaarlijk?
De Nederlandse zomer zit er weer op. Hoe zag uw vakantie eruit? Maakte u een vliegreis, dagtochtjes of reisde u met de klassieke caravan? Hoe dan ook, de sleur werd even doorbroken de batterij is weer opgeladen.
Maar wat als het ondenkbaar zou zijn om vanaf uw huis in Amsterdam naar Utrecht te reizen, laat staan de Nederlandse grens over te steken? Wat als u uw familie een provincie verderop niet op kunt zoeken? Dit is al jarenlang de realiteit van Palestijnen in de Gazastrook en Westelijke Jordaanoever. Kinderen en jongeren in Gaza kennen de Westoever alleen van verhalen en tv-beelden en vice versa.
Toch zijn er voor een aantal jonge Palestijnen waardevolle kansen om te reizen vanuit de bezette gebieden en indrukken op te doen in het buitenland. Een studie in het buitenland of een bezoek op uitnodiging van een organisatie kan het verschil maken tussen een uitzichtloze openluchtgevangenis en een periode van relatieve bewegingsvrijheid.
Een vriendin van me kreeg zo’n kans. Ze werd door een Nederlandse NGO uitgenodigd voor een verblijf van drie weken. Ze zou deze maand bij verschillende gelegenheden over de situatie in Gaza vertellen en ook verschillende culturele en educatieve initiatieven in Gaza promoten. Ze diende vol goede moed de voor Palestijnen verplichte visumaanvraag in. Deze aanvraag kwam op mij meer over als een aanvraag voor permanent verblijf: bankafschriften, werkgeversverklaring, contract, verzekeringspapieren, uitnodiging en garantverklaring van een Nederlandse referent en opgave van het verblijfadres. Met haar vaste baan en haar familie in Gaza leek ze de perfecte ‘visum kandidaat’. Haar papieren werden vanuit de Gazastrook opgestuurd naar Ramallah (de stad op de Westelijke Jordaanoever waar de Palestijnse Autoriteit zetelt). Vanuit daar werden haar papieren naar Tel Aviv (Israël) opgestuurd. Vervolgens was het afwachten.