Het aardige van Yanis Varoufakis is dat hij een helder denker is die - voordat hij noodgedwongen de politiek inging en de Griekse minister van financiën werd - met lucide analyses kwam over de wereldwijde economie, en waarom de huidige economische crisis niet vanzelf over zal waaien.
In deze boekpresentatie van The Global Minotaur uit 2011 geeft hij in vijfentwintig minuten tijd een panoramisch overzicht van de naoorlogse economie.
Na Tweede Wereldoorlog zaten de Verenigde Staten met een productieoverschot. De oplossing die Keynesianen daarvoor bedachten was om afzetmarkten in Europa en Japan te creëren met behulp van leningen en investeringen, de dollar tot internationale handelsstandaard te maken en tegelijkertijd de Duitse en Japanse industrie weer op te bouwen, zodat hun sterke munt als schokdemper zou kunnen dienen in tijden van recessie. Men noemde dit het systeem van Bretton-Woods.
Tegen de jaren '70 liep de VS tegen een probleem op: ze had niet langer een productieoverschot. Integendeel, ze importeerde inmiddels meer dan ze exporteerde. De oplossing hiervoor was door geld te lenen en Wallstreet de aantrekkelijkste kapitaalinvesteringsmarkt te maken. De VS werd zodoende afzetmarkt voor de productieoverschotten van Duitsland, Japan en China, en het kapitaal dat daarmee in die landen verzameld werd, werd vervolgens weer teruggezonden naar de VS in de vorm van aandelenhandel op Wallstreet. We hebben het dan over 3 tot 5 miljard dollar per werkdag, twintig jaar lang.
Dit systeem van het recyclen van kapitaal in de tweede na-oorlogse periode zorgde eveneens voor redelijke stabiliteit. Met een allusie op de mythe van de Minotaurus, waarin de koning van Minos de vrede aan het Middelandse zeegebied oplegde, in ruil voor schatting van de Atheners om het beest onder zijn paleis te voeden, noemt Varoufakis dit systeem 'de wereldwijde Minotaurus'.
De investeringsbanken op Wall Street zagen echter mogelijkheden om op de rug van al dat geld een lekkere bijverdienste te creëren, door de uitvinding van allerlei synthetische financiële constructies met bundels leningen en uitstaande schulden die zij aan elkaar en investeerders ruilden en verkochten, en die de vorm aannamen van een soort van quasi-geld. Toen die piramide van quasi-geld in 2008 onder haar eigen gewicht ineenstortte, heeft dit de economische 'Minotaurus' die sinds de jaren '70 voor stabiliteit zorgde, dodelijk verwond.
Probleem van de Eurozone is dat die is gebaseerd op de stabiliteit die de economische 'Minotaurus' bood. Nu die stervende is, dreigt een implosie. Men wilde eigenlijk van de EU een soort supervariant van de Duitse economie maken, met een navenant sterke munt. Maar, zegt Varoufakis, dat is helemaal niet mogelijk, want we kunnen nu eenmaal niet allemaal netto-exporteurs zijn. Als een aantal landen met elkaar handel drijven en de helft is netto exporteur, dan is de andere helft netto-importeur. En Duitsland heeft dan wel het voordeel dat ze superieure goederen maakt en dus minder last heeft van investeringsvlucht naar lagelonenlanden, zoals Italië; maar er moet wel iemand zijn die je goederen kan betalen.
Probleem is derhalve dat de Europese muntunie op onjuiste veronderstellingen is gebaseerd en haar architectuur drastisch veranderd zal moeten worden.