Tien jaar na de Amerikaanse invasie van Afghanistan is een einde van de oorlog in het land nog altijd niet in beeld. Sterker nog, de huidige, trieste trend is juist dat elk jaar meer slachtoffers worden gemaakt dan het jaar ervoor terwijl serieuze vredesonderhandelingen uitblijven. Het belangrijkste obstakel voor het starten van een proces van politieke verzoening, aldus de Amerikaanse regering, zijn de banden die de Taliban in Afghanistan onderhouden met Al-Qaida, de organisatie achter de aanslagen van 11 september 2001. Wie zich in het onderwerp verdiept valt echter op dat Amerikaanse geopolitieke ambities minimaal een even grote hindernis vormen.
Op 2 mei 2011, de dag dat Al-Qaida-leider Osama bin Laden werd gedood, liet de trotse Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton weten dat de Verenigde Staten zal 'doorgaan met het bevechten van Al-Qaida en hun Talibanbondgenoten.' Zij die geloofden dat Bin Ladens dood een nieuwe kans op vrede was, kwamen bedrogen uit. 'Onze boodschap aan de Taliban blijft hetzelfde,' ging Clinton verder, 'jullie kunnen niet wachten tot we vertrekken, jullie kunnen ons niet verslaan, maar jullie kunnen de keuze maken om Al-Qaida te verlaten en deel te nemen in een vreedzaam politiek proces.' Doordat de Taliban tot op de dag van vandaag weigeren te breken met Al-Qaida sleept de oorlog zich voort, zo luidt het Amerikaanse verwijt.