Het Concertgebouw en de middenweg waar niemand om vroeg

De afgelopen weken liep de spanning rond het geplande Chanukah-concert in het Concertgebouw verder op. De aangekondigde aanwezigheid van een cantor die verbonden is aan het Israëlische leger veroorzaakte protesten, bezwaren en een groeiende druk op de instelling om eindelijk kleur te bekennen. Het Concertgebouw laveerde zichtbaar. Eerst mocht de man komen, daarna werd het afgeblazen, vervolgens werd er weer geschoven met de programmering. Tegelijkertijd nam de druk toe vanuit Israël en de organisaties die nooit verlegen zitten om een telefoontje richting bestuur of directie. Uiteindelijk verscheen er een gezamenlijke verklaring waarin het Concertgebouw "nog steeds" stelt dat een vertegenwoordiger van een leger dat een genocide pleegt niet op het podium kan staan. Het compromis dat geen compromis is, kwam er toch: hij mag wél optreden, maar dan in besloten kring. Met andere woorden, het conflict is formeel opgelost, maar vooral op een manier waar de Israël-lobby geen moment wakker van ligt. De verklaring van het Concertgebouw en de Stichting Chanukah Concert probeert een explosieve kwestie te presenteren als een kwestie van both sides. Niet de vraag of een vertegenwoordiger van een strijdkracht midden in een genocide geprogrammeerd moet worden wordt dan centraal, maar hoe je een evenement organiseert in tijden van "extreme polarisatie". Daarmee verschuift het gesprek van inhoud naar toon, van verantwoordelijkheid naar sfeerbeheer. Het is de taal van instellingen die hopen dat iedereen ophoudt met lastige vragen. Geen woord over machtsverhoudingen. Geen woord over geweld dat niet om nuance vraagt maar om ruggengraat. Het is institutionele zelfbescherming: als je de werkelijkheid maar voorzichtig genoeg beschrijft, kun je doen alsof je er zelf geen onderdeel van bent. De mythe van balans Volgens de verklaring hebben alle betrokkenen begrip voor elkaar. Dat klinkt als de bestuurlijke variant van laten we het gezellig houden. Het werkt alleen als je denkt dat er hier een evenwicht bestaat. Dit gaat niet over twee kampen die elkaar niet kunnen vinden. Dit gaat over een samenleving die naar een genocide kijkt en een instelling die vooral hoopt dat niemand concludeert dat ook zij moet kiezen. De uitkomst wordt verkocht als middenweg. In werkelijkheid is het een oude truc: het optreden publiekelijk intrekken om reputatieschade te vermijden, maar het in besloten vorm toch laten doorgaan. Je zou het bijna een compromis noemen, ware het niet dat één partij alles krijgt wat zij wil. De Israël-lobby hoeft geen publieke nederlaag te slikken, het Concertgebouw krijgt niets, maar hoeft in ieder geval geen morele positie in te nemen en het ongemak kan onder het tapijt worden geveegd. Paniekmanagement vermomd als beleid Wie de afgelopen maanden heeft gevolgd, zag geen visie maar reflexen. Het Concertgebouw slingerde van annuleren naar toelaten naar half toelaten. De verklaring vormt de logische sluitsteen van die kramp: een document dat vooral moet voorkomen dat iemand hardop zegt dat er wel degelijk een keuze is gemaakt: eentje vóór Israël. Door het optreden uit het publieke zicht te halen maar niet af te zeggen, kiest het Concertgebouw voor een vorm van neutraliteit die geen neutraliteit is. De instelling kiest ervoor een genocide bestuurlijk te reduceren tot een ongemak dat je kunt wegmanagen, zolang het maar uit het zicht is. Het CJO is niet neutraal Daarbij, de verklaring noemt dat het Centraal Joods Overleg is betrokken in de gesprekken. Dat is niet triviaal. Het CJO staat bekend om de neiging politieke kritiek op Israël te framen als mogelijk antisemitisch en heeft nauwe banden met het CIDI, een partij die fungeert als spreekbuis van de Israëlische overheid en haar bewondering voor het IDF niet onder stoelen of banken steekt. Door een partij met die achtergrond medebepaler te maken, verschuift de hele dynamiek. Plotseling gaat het niet meer over genocide, maar over gevoeligheden en het navigeren van een zogenaamd gepolariseerde samenleving waarin beide flanken zogenaamd gelijkwaardig zijn. Zo ontstaan verschuivingen. Niet met grote woorden, maar met kleine procedurele stapjes die legitieme politieke kritiek een verdachte bijsmaak geven. Het Concertgebouw adopteert ongemerkt een begrippenkader dat fraai aansluit bij de wensen van de Israël-lobby. Daarom is dit geen compromis maar een overwinning voor die lobby. Het optreden gaat door, maar onzichtbaar. Niemand benoemt luidop waarom dat problematisch is. Eén partij krijgt precies wat zij wil en de rest blijft vertwijfeld achter en vraagt zich af wat er nu daadwerkelijk gebeurd is. Een instelling die liever wegkijkt Het Concertgebouw had kunnen zeggen: er vindt genocide plaats en wij programmeren geen vertegenwoordiger van een betrokken militair apparaat. Het had kunnen kiezen voor helderheid. In plaats daarvan koos het voor bestuurlijke cosmetica. De genocide wordt herverpakt als "moeilijke tijden". De druk wordt omgedoopt tot overleg. En de Israël-lobby kan naar huis met een uitkomst die perfect in haar voordeel werkt. Het resultaat is een verklaring die eruitziet alsof er iets opgelost is. In werkelijkheid wordt de kloof groter. Het Concertgebouw heeft de storm niet bedwongen, het heeft alleen de gordijnen dichtgetrokken in de hoop dat hij vanzelf over zou gaan.

Door: Foto: Remy Gieling on Unsplash
Foto: Ash Hayes on Unsplash

Israëls geheime wapen: taal

De genocide in Gaza gaat gewoon door, ondanks dat er een ‘wapenstilstand’ is. Israël blijft aanvallen, maar met een verschil: de aanvallen heten nu volgens Israël ‘antiterreuroperaties’. Een manier van praten die maar al te gemakkelijk wordt overgenomen door westerse media.  Zo wordt maar weer eens pijnlijk duidelijk hoe ook taal een wapen is in het conflict, en dat dat wapen vaak in één richting schiet. Want als Palestijnen weerstand bieden tegen zo’n operatie heet dat ‘een inbreuk op het bestand’ en gebruikt Israël het als excuus om te reageren met bombardementen, sorry, nieuwe ‘antiterreuroperaties’ op totaal ongerelateerde doelen waarbij honderden mensen omkomen, en waarschuwt dat ‘verdere inbreuken niet worden getolereerd’.

Dit is niet nieuw, wie het nieuws volgt, ziet het al langer. Bijvoorbeeld bij een kop als: “Israëlische gijzelaars vrijgelaten, Palestijnse gevangenen uitgewisseld.” Dat lijkt neutraal, maar dat is het niet.

Een gijzelaar is iemand die onschuldig vastzit, iemand die onterecht wordt vastgehouden door barbaren. Een gevangene daarentegen, dat is iemand die  ‘iets’ heeft gedaan. Een verdachte, een misdadiger, of minstens iemand die door een rechter is veroordeeld. Maar de Palestijnse gevangenen waar hier over gesproken wordt, zijn in veel gevallen nooit aangeklaagd, laat staan berecht. Kinderen van dertien, jongeren die een spandoek vasthielden, vrouwen die bij een checkpoint werden opgepakt omdat ze de verkeerde achternaam hadden. Toch noemt het journaal hen gevangenen, alsof het allemaal keurig volgens het recht is verlopen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Trump White House Archived (cc)

Gaza: Op naar een genocide in slow motion

Het zogenaamde vredesplan voor Gaza wordt door velen gepresenteerd als een “kans op rust” of “het begin van een nieuw tijdperk van stabiliteit”. In werkelijkheid is het niets anders dan een dictaat, een document opgesteld door de bezetter en zijn bondgenoten, zonder de stem van de Palestijnen zelf. Achter de diplomatieke taal van “veiligheid”, “heropbouw” en “staakt-het-vuren” schuilt een harde realiteit: dit plan legt  het fundament voor een nóg grotere onderwerping van het Palestijnse volk.

Onder het mom van vrede wordt Gaza omgevormd tot een gecontroleerde openluchtgevangenis. Dat was het al, maar hiermee wordt het ook officieel: Israël behoudt feitelijke controle over grenzen, veiligheid, hulp en nu ook bestuur. Palestijnse soevereiniteit, ooit een kernbelofte van het vredesproces, verdwijnt volledig uit zicht. De Palestijnen krijgen geen staat, geen recht op zelfbeschikking, geen vrijheid. Wat ze krijgen, is een leven onder toezicht, afhankelijk van de willekeur van hun onderdrukker.

Ondertussen blijven Israëlische oorlogsmisdaden onbestraft. De verwoesting van ziekenhuizen, scholen en vluchtelingenkampen wordt weggemoffeld onder de noemer van “zelfverdediging”. Geen enkele Israëlische leider hoeft rekenschap af te leggen voor het doden van tienduizenden burgers of het gebruik van uithongeringsstrategieën als oorlogswapen. Straffeloosheid wordt opnieuw de norm, en dat is precies wat dit plan bevestigt: er is vrede voor de daders, maar geen recht voor de slachtoffers.

Foto: Mark Vletter (cc)

De premier die op de verkeerde plek was

Er zijn momenten waarop symboliek meer zegt dan duizend regeringsverklaringen. ‘Premier van alle Nederlanders’ Dick Schoof zat zondag in Amsterdam, bij de herdenking van de 7-oktoberaanslag van Hamas. Op hetzelfde moment dat op een paar honderd meter meer dan een kwart miljoen mensen demonstreerden tegen de genocide die Israël sindsdien in Gaza heeft aangericht, met deze gebeurtenis als rechtvaardiging.

Het was niet zo maar een herdenking. Hij zat in het publiek in een zaal waar de vlag van genocide-Israël gebroederlijk naast die van Nederland hing, terwijl de Israëlische ambassadeur het woord voerde. Niet met een boodschap van vrede, maar met een propagandapraatje dat de aanval van Hamas gebruikte als vrijbrief voor twee jaar van moord en vernietiging. Hij koppelde opnieuw de Holocaust en het jodendom aan de staat Israël, met de impliciete boodschap dat kritiek op Israël automatisch antisemitisme is. En de premier luisterde beleefd, als een man die niet wist dat stilte in zo’n context instemming betekent. Terwijl buiten Nederlanders van alle achtergronden en leeftijden riepen om een einde aan het bloedvergieten, zat de premier binnen in een zorgvuldig geregisseerde herdenking die elke verwijzing naar Palestijns leed bewust vermeed.

Schoof, oud-topman van de veiligheidsdiensten, weet beter dan wie ook hoe macht en framing werken. Hij weet dat als hij daar zit hij zegt dat Nederland solidair is met Israël, en dat dat geen diplomatieke formaliteit is maar een politiek signaal. Hij weet dat wie blijft zitten terwijl propaganda wordt uitgesproken, meepraat zonder woorden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Taylor Brandon on Unsplash

Israël: het verplichte geloofsartikel

In bijna elk debat over Israël en de genocide die het pleegt komt vroeg of laat – meestal vroeg – die ene vraag: “Vind je dat Israël mag bestaan?” Het is een soort toegangsticket. Als je niet braaf ja zegt, hoef je verder niets meer te zeggen. In westerse media, parlementen of praatprogramma’s ben je meteen af. Je wordt weggezet als extremist of antisemiet. De discussie is dood voordat hij begonnen is.

Maar het is een bizarre vraag. Israël bestaat namelijk al. Het land heeft kernwapens, een van de machtigste legers ter wereld en een hecht netwerk van internationale steun. Er is geen enkele denkbare situatie waarin Israël van de kaart geveegd zou kunnen worden, waar veel interviewers zich zorgen om lijken te maken. Zelfs als elke Palestijn, elke Iraniër en elke activist ter wereld het zou willen, is het praktisch onmogelijk. Het land is dé regionale supermacht. De vraag of Israël mag bestaan is daarom niet meer dan een retorische valstrik: wie hem ontkent, diskwalificeert zichzelf. Tegelijk: wie hem bevestigt, accepteert impliciet de status quo.

Want de werkelijke vraag is niet of Israël mag bestaan, maar hoe het mag bestaan. Israël is opgericht zonder rekening te houden met de mensen die er al woonden. Het verdrijven van Palestijnen was geen bijeffect, het was een voorwaarde voor de oprichting van ‘de joodse staat’, zoals het zich sinds een aantal jaar officieel noemt. Vanaf die oprichting is dat patroon niet veranderd: annexatie, nederzettingen, militaire overheersing en een systeem dat niet anders dan apartheid genoemd kan worden.

Foto: tacowitte (cc)

Tweestatenoplossing? Wélke tweestatenoplossing?

In New York applaudisseerden diplomaten vorige week voor de “New York Declaration on the two-State solution”. De secretaris-generaal van de VN omschreef het als volgt: “De kernvraag voor vrede in het Midden-Oosten is de uitvoering van de tweestatenoplossing, waarbij twee onafhankelijke, soevereine en democratische staten – Israël en Palestina – naast elkaar leven in vrede en veiligheid”. Een glas, een plas en iedereen veinsde dat er iets substantieels was gebeurd. De raad bevestigde nog maar eens haar toewijding, maar vierde vooral de kunst van het wegkijken.

Het ritueel van zelfbedrog

De VN doet al decennia hetzelfde toneelstuk. Iedere zoveel jaar is er een verklaring. De tweestatenoplossing wordt plechtig bevestigd, alsof een dode patiënt nog steeds gereanimeerd kan worden door nog een keer de handen op de borst te drukken. Ministers in Den Haag roepen dat vrede op basis van dit plan “het enige alternatief” is, alsof er nog iets te kiezen valt.

De realiteit ligt intussen buiten de zaal: de Westoever is versnipperd tot enclaves waar Baarle een puntje aan kan zuigen, Oost-Jeruzalem is opgeslokt, Gaza is een belegerde ruïne. Maar laat dat het ritueel in New York niet bederven.

Wij zijn de morele boekhouders

Europa speelt graag de rol van keurige boekhouder van het internationaal recht. We hebben tribunalen in Den Haag, we hebben mooie toespraken over mensenrechten. Maar wanneer Israël nederzettingen uitbreidt of burgers bombardeert, blijft het bij bezorgde verklaringen. Weinig tot geen sancties, geen stop op wapenhandel, geen diplomatieke consequenties.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: "Bob Vylan@Off Tune Festival 2022" by Valentina Ceccatelli is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Het CJO als onbedoelde sponsor van antisemitisme?

Het Centraal Joods Overleg stapte gisteren tevergeefs naar de rechter om een optreden van punkband Bob Vylan tegen te houden. Reden: de band zou in Paradiso leuzen als “dood aan de IDF” en, nog gevaarlijker, “fuck de zionisten, vind ze op straat.” geroepen hebben. Het CJO ziet hierin een oproep tot pogroms en wil daarom dat de tournee strandt.

Laten we helder zijn: zo’n uitspraak is levensgevaarlijk. “Zionisten” zijn geen herkenbare club met een ledenkaart om hun nek. Op straat is er geen badge die aangeeft of iemand zionist is of niet. In de praktijk is dit soort retoriek een sluiproute: “zionist” wordt de proxy voor “jood”. En daarmee komt de oude antisemitische logica terug. Wie zegt dat er gejaagd moet worden op zionisten in de straten van Amsterdam, legt een gevaarlijk lijntje terug naar de jacht op joden van een paar generaties geleden. [update: hier meer over wat daadwerkelijk gezegd is]

Maar wat doet het CJO? In plaats van dat gevaar te ontmaskeren en het onderscheid tussen kritiek op Israël en haat tegen Joden scherp te bewaken, kiest het CJO er voor om als Joodse organisatie op de bres te springen voor zionisten, in de hedendaagse betekenis dus: voor de staat Israël. Daarmee doet het eigenlijk precies hetzelfde: Israël en Joden worden in de ogen van het publiek gelijkgeschakeld. Waar Bob Vylan er ‘slechts’ van beschuldigd wordt “zionist” als codewoord voor “jood” te gebruiken, doet het CJO dat zelf zeker wel, en plaatst zo een dikke stempel “Israël” op de rug van iedere Joodse Nederlander door hun belangen aan elkaar te koppelen.

Foto: "Hannah Arendt auf dem 1. Kulturkritikerkongress, Barbara Niggl Radloff, FM-2019-1-5-9-16 (cropped)" by Barbara Niggl Radloff is licensed under CC BY-SA 4.0

De banaliteit van het kwaad en ‘verzet’ tegen de genocide

OPINIE - Tel Aviv stond vol met protesterende Israëli’s die roepen dat de oorlog in Gaza moet stoppen. Niet omdat er dagelijks dode kinderen vanonder het puin worden opgegraven. Niet omdat hele families zonder water, elektriciteit of medische zorg proberen te overleven. Niet omdat hun land een strak geregisseerde hongersnood creëert. Niet omdat een volk van de kaart wordt geveegd. Nee: omdat hun eigen gijzelaars bevrijd moeten worden, en omdat hun soldaten misschien niet heel blijven tijdens het uitvoeren van een genocide.

Het is de ultieme pervertering van slachtofferschap. De doden in Gaza worden niet herdacht, hun namen niet genoemd. De eigen soldaten als slachtoffer, terwijl deze over een ander volk razen als een bulldozer en rapport na rapport verschijnt over wandaden en oorlogsmisdaden van individuele soldaten die niet meer incidenteel zijn maar institutioneel.

En die gijzelaars, natuurlijk is het verschrikkelijk dat die vastzitten, maar de eenkennige ‘solidariteit’ van de Israëlische bevolking met hen is, gezien de slachting die mede in hun naam wordt aangericht, meer dan ongemakkelijk.

Wat deze protesten zo misselijkmakend maakt, is dat ze de illusie wekken van verzet, van moreel ontwaken. Maar het is een protest dat de dader tot slachtoffer verheft. Het is een huilbui van de kolonisator die zich even ongemakkelijk voelt bij het eigen geweld, maar alleen omdat de prijs in eigen land zichtbaar wordt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Genocide in korte broek | Zomergasten met Uğur Ümit Üngör

RECENSIE - Hij hoopte ons deze avond achter te laten met een gevoel van ‘opgewekte grimmigheid’, zei de vierde Zomergast van dit jaar, hoogleraar Holocaust- en Genocide-studies Uğur Ümit Üngör. Deels is hij in zijn missie geslaagd: niet vaak zoveel grimmigheid gezien in drie uur televisie. De opgewektheid daarentegen was, op een paar momenten na, ver te zoeken. Belangrijkste wapen in zijn poging een opgewekte draai aan de grimmigheid te geven: zijn korte broek.

Het is dat Üngör in staat is de meest heftige kost in een rustig timbre met zorgvuldig gekozen zinnen te becommentariëren, anders weet ik niet of ik het had aangekund, zoveel geweld. Zonder de getoonde horror te relativeren, had zijn manier van spreken een geruststellende uitwerking op mijn steeds zwaarder wegende gemoed. Maar om nu te zeggen dat ik dit stukje in opgewekte sferen aan het optikken ben? Nee.

De olifant in de kamer
Met wortels in het oosten van Turkije kwam hij er pas heel laat achter dat daar in 1915 een genocide tegen de Armeense bevolking had plaatsgevonden. Dat bracht hem, mislukt rapper in wording, op het spoor van zijn levensdoel: alles te weten komen over genocide. Om te beginnen die van de Armenen.

Foto: Marek Pospíšil on Unsplash

Elke journalist ziet en hoort te veel in Gaza

Afgelopen zondagavond 10 augustus 2025, 23:35 lokale tijd, vloog er boven het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza een Israëlische drone. Onder de tentdoeken bij de ingang zaten verslaggevers te werken, verbonden aan Al Jazeera en lokale nieuwsdiensten. Daar werd Anas Al-Sharif, een 28-jarige journalist die de oorlog sinds het begin van dichtbij had gedocumenteerd, geraakt door een raket. Hij stierf samen met vier collega’s en twee anderen, onder wie zijn neef. Enkele minuten eerder had hij op X geschreven: “If these words reach you, Israel has succeeded in killing me and silencing my voice.”

Israël verklaarde later dat hij in werkelijkheid een Hamas-commandant was, betrokken bij raketaanvallen. Bewijs? Geen. Onafhankelijke verificatie? Afwezig. Het enige dat werd geleverd was een herhaling van een bekend script: dood een journalist, noem deze daarna een Hamas-strijder of -sympathisant, en vertrouw erop dat de internationale verontwaardiging wegslijt tussen de volgende nieuwsberichten over “veiligheidsoperaties” en “doelgerichte acties”, eh sorry, moordpartijen.

Wie de afgelopen jaren heeft opgelet, kent dit draaiboek. Van Shireen Abu Akleh tot de tientallen lokale verslaggevers die sinds 2023 in Gaza zijn omgekomen: het verhaal is altijd hetzelfde. Een kogel, een raket, een droneaanval. Daarna volgt de verklaring dat het doelwit “geen echte journalist” was. Soms wordt er een wazige foto of vaag document getoond, soms zelfs dat niet. Bijna nooit wordt er hard bewijs overlegd. En bijna altijd blijkt later uit onafhankelijke onderzoeken dat de claims niet of nauwelijks standhouden.

Volgende