Israël: het verplichte geloofsartikel

In bijna elk debat over Israël en de genocide die het pleegt komt vroeg of laat - meestal vroeg - die ene vraag: “Vind je dat Israël mag bestaan?” Het is een soort toegangsticket. Als je niet braaf ja zegt, hoef je verder niets meer te zeggen. In westerse media, parlementen of praatprogramma’s ben je meteen af. Je wordt weggezet als extremist of antisemiet. De discussie is dood voordat hij begonnen is. Maar het is een bizarre vraag. Israël bestaat namelijk al. Het land heeft kernwapens, een van de machtigste legers ter wereld en een hecht netwerk van internationale steun. Er is geen enkele denkbare situatie waarin Israël van de kaart geveegd zou kunnen worden, waar veel interviewers zich zorgen om lijken te maken. Zelfs als elke Palestijn, elke Iraniër en elke activist ter wereld het zou willen, is het praktisch onmogelijk. Het land is dé regionale supermacht. De vraag of Israël mag bestaan is daarom niet meer dan een retorische valstrik: wie hem ontkent, diskwalificeert zichzelf. Tegelijk: wie hem bevestigt, accepteert impliciet de status quo. Want de werkelijke vraag is niet of Israël mag bestaan, maar hoe het mag bestaan. Israël is opgericht zonder rekening te houden met de mensen die er al woonden. Het verdrijven van Palestijnen was geen bijeffect, het was een voorwaarde voor de oprichting van 'de joodse staat', zoals het zich sinds een aantal jaar officieel noemt. Vanaf die oprichting is dat patroon niet veranderd: annexatie, nederzettingen, militaire overheersing en een systeem dat niet anders dan apartheid genoemd kan worden. Dat maakt de vraag naar bestaansrecht ingewikkelder. Niet omdat een staat op zich geen recht heeft te bestaan, maar omdat een staat die zichzelf definieert als etnisch exclusief, en die daarvoor structureel anderen onderdrukt, zijn morele legitimiteit verspeelt. Het bestaan van Israël in de huidige vorm is dus een gegeven, maar ook een open wond. En dan volgt de conclusie die het Westen liever niet onder ogen wil zien: Israël zoals het nu functioneert, als joodse apartheidsstaat, heeft geen bestaansrecht. Precies zoals het Zuid-Afrika van tijdens de apartheid geen bestaansrecht had. Beide systemen waren en zijn gebaseerd op structurele discriminatie en onderdrukking, en beide verliezen daarmee hun morele grond om erkend te worden als legitieme staten. Toch schuiven de media in het Westen die fundamentele discussie liever aan de kant. In plaats van te praten over de realiteit van bezetting en apartheid, wordt het gesprek steeds teruggebracht tot dat ene geloofsartikel: “Bevestig dat Israël mag bestaan.” Alsof erkenning van de feiten een noodzaak is, en kritiek pas toegestaan nadat die rituele buiging is gemaakt. Misschien is het tijd om dat ritueel te weigeren. Niet omdat Israël ophoudt te bestaan als iemand dat doet, maar omdat de echte discussie alleen kan beginnen als we die vanzelfsprekendheden durven te doorbreken.

Door: Foto: Taylor Brandon on Unsplash
Foto: tacowitte (cc)

Tweestatenoplossing? Wélke tweestatenoplossing?

In New York applaudisseerden diplomaten vorige week voor de “New York Declaration on the two-State solution”. De secretaris-generaal van de VN omschreef het als volgt: “De kernvraag voor vrede in het Midden-Oosten is de uitvoering van de tweestatenoplossing, waarbij twee onafhankelijke, soevereine en democratische staten – Israël en Palestina – naast elkaar leven in vrede en veiligheid”. Een glas, een plas en iedereen veinsde dat er iets substantieels was gebeurd. De raad bevestigde nog maar eens haar toewijding, maar vierde vooral de kunst van het wegkijken.

Het ritueel van zelfbedrog

De VN doet al decennia hetzelfde toneelstuk. Iedere zoveel jaar is er een verklaring. De tweestatenoplossing wordt plechtig bevestigd, alsof een dode patiënt nog steeds gereanimeerd kan worden door nog een keer de handen op de borst te drukken. Ministers in Den Haag roepen dat vrede op basis van dit plan “het enige alternatief” is, alsof er nog iets te kiezen valt.

De realiteit ligt intussen buiten de zaal: de Westoever is versnipperd tot enclaves waar Baarle een puntje aan kan zuigen, Oost-Jeruzalem is opgeslokt, Gaza is een belegerde ruïne. Maar laat dat het ritueel in New York niet bederven.

Wij zijn de morele boekhouders

Europa speelt graag de rol van keurige boekhouder van het internationaal recht. We hebben tribunalen in Den Haag, we hebben mooie toespraken over mensenrechten. Maar wanneer Israël nederzettingen uitbreidt of burgers bombardeert, blijft het bij bezorgde verklaringen. Weinig tot geen sancties, geen stop op wapenhandel, geen diplomatieke consequenties.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: "Bob Vylan@Off Tune Festival 2022" by Valentina Ceccatelli is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Het CJO als onbedoelde sponsor van antisemitisme?

Het Centraal Joods Overleg stapte gisteren tevergeefs naar de rechter om een optreden van punkband Bob Vylan tegen te houden. Reden: de band zou in Paradiso leuzen als “dood aan de IDF” en, nog gevaarlijker, “fuck de zionisten, vind ze op straat.” geroepen hebben. Het CJO ziet hierin een oproep tot pogroms en wil daarom dat de tournee strandt.

Laten we helder zijn: zo’n uitspraak is levensgevaarlijk. “Zionisten” zijn geen herkenbare club met een ledenkaart om hun nek. Op straat is er geen badge die aangeeft of iemand zionist is of niet. In de praktijk is dit soort retoriek een sluiproute: “zionist” wordt de proxy voor “jood”. En daarmee komt de oude antisemitische logica terug. Wie zegt dat er gejaagd moet worden op zionisten in de straten van Amsterdam, legt een gevaarlijk lijntje terug naar de jacht op joden van een paar generaties geleden. [update: hier meer over wat daadwerkelijk gezegd is]

Maar wat doet het CJO? In plaats van dat gevaar te ontmaskeren en het onderscheid tussen kritiek op Israël en haat tegen Joden scherp te bewaken, kiest het CJO er voor om als Joodse organisatie op de bres te springen voor zionisten, in de hedendaagse betekenis dus: voor de staat Israël. Daarmee doet het eigenlijk precies hetzelfde: Israël en Joden worden in de ogen van het publiek gelijkgeschakeld. Waar Bob Vylan er ‘slechts’ van beschuldigd wordt “zionist” als codewoord voor “jood” te gebruiken, doet het CJO dat zelf zeker wel, en plaatst zo een dikke stempel “Israël” op de rug van iedere Joodse Nederlander door hun belangen aan elkaar te koppelen.

Foto: "Hannah Arendt auf dem 1. Kulturkritikerkongress, Barbara Niggl Radloff, FM-2019-1-5-9-16 (cropped)" by Barbara Niggl Radloff is licensed under CC BY-SA 4.0

De banaliteit van het kwaad en ‘verzet’ tegen de genocide

OPINIE - Tel Aviv stond vol met protesterende Israëli’s die roepen dat de oorlog in Gaza moet stoppen. Niet omdat er dagelijks dode kinderen vanonder het puin worden opgegraven. Niet omdat hele families zonder water, elektriciteit of medische zorg proberen te overleven. Niet omdat hun land een strak geregisseerde hongersnood creëert. Niet omdat een volk van de kaart wordt geveegd. Nee: omdat hun eigen gijzelaars bevrijd moeten worden, en omdat hun soldaten misschien niet heel blijven tijdens het uitvoeren van een genocide.

Het is de ultieme pervertering van slachtofferschap. De doden in Gaza worden niet herdacht, hun namen niet genoemd. De eigen soldaten als slachtoffer, terwijl deze over een ander volk razen als een bulldozer en rapport na rapport verschijnt over wandaden en oorlogsmisdaden van individuele soldaten die niet meer incidenteel zijn maar institutioneel.

En die gijzelaars, natuurlijk is het verschrikkelijk dat die vastzitten, maar de eenkennige ‘solidariteit’ van de Israëlische bevolking met hen is, gezien de slachting die mede in hun naam wordt aangericht, meer dan ongemakkelijk.

Wat deze protesten zo misselijkmakend maakt, is dat ze de illusie wekken van verzet, van moreel ontwaken. Maar het is een protest dat de dader tot slachtoffer verheft. Het is een huilbui van de kolonisator die zich even ongemakkelijk voelt bij het eigen geweld, maar alleen omdat de prijs in eigen land zichtbaar wordt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Genocide in korte broek | Zomergasten met Uğur Ümit Üngör

RECENSIE - Hij hoopte ons deze avond achter te laten met een gevoel van ‘opgewekte grimmigheid’, zei de vierde Zomergast van dit jaar, hoogleraar Holocaust- en Genocide-studies Uğur Ümit Üngör. Deels is hij in zijn missie geslaagd: niet vaak zoveel grimmigheid gezien in drie uur televisie. De opgewektheid daarentegen was, op een paar momenten na, ver te zoeken. Belangrijkste wapen in zijn poging een opgewekte draai aan de grimmigheid te geven: zijn korte broek.

Het is dat Üngör in staat is de meest heftige kost in een rustig timbre met zorgvuldig gekozen zinnen te becommentariëren, anders weet ik niet of ik het had aangekund, zoveel geweld. Zonder de getoonde horror te relativeren, had zijn manier van spreken een geruststellende uitwerking op mijn steeds zwaarder wegende gemoed. Maar om nu te zeggen dat ik dit stukje in opgewekte sferen aan het optikken ben? Nee.

De olifant in de kamer
Met wortels in het oosten van Turkije kwam hij er pas heel laat achter dat daar in 1915 een genocide tegen de Armeense bevolking had plaatsgevonden. Dat bracht hem, mislukt rapper in wording, op het spoor van zijn levensdoel: alles te weten komen over genocide. Om te beginnen die van de Armenen.

Foto: Marek Pospíšil on Unsplash

Elke journalist ziet en hoort te veel in Gaza

Afgelopen zondagavond 10 augustus 2025, 23:35 lokale tijd, vloog er boven het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza een Israëlische drone. Onder de tentdoeken bij de ingang zaten verslaggevers te werken, verbonden aan Al Jazeera en lokale nieuwsdiensten. Daar werd Anas Al-Sharif, een 28-jarige journalist die de oorlog sinds het begin van dichtbij had gedocumenteerd, geraakt door een raket. Hij stierf samen met vier collega’s en twee anderen, onder wie zijn neef. Enkele minuten eerder had hij op X geschreven: “If these words reach you, Israel has succeeded in killing me and silencing my voice.”

Israël verklaarde later dat hij in werkelijkheid een Hamas-commandant was, betrokken bij raketaanvallen. Bewijs? Geen. Onafhankelijke verificatie? Afwezig. Het enige dat werd geleverd was een herhaling van een bekend script: dood een journalist, noem deze daarna een Hamas-strijder of -sympathisant, en vertrouw erop dat de internationale verontwaardiging wegslijt tussen de volgende nieuwsberichten over “veiligheidsoperaties” en “doelgerichte acties”, eh sorry, moordpartijen.

Wie de afgelopen jaren heeft opgelet, kent dit draaiboek. Van Shireen Abu Akleh tot de tientallen lokale verslaggevers die sinds 2023 in Gaza zijn omgekomen: het verhaal is altijd hetzelfde. Een kogel, een raket, een droneaanval. Daarna volgt de verklaring dat het doelwit “geen echte journalist” was. Soms wordt er een wazige foto of vaag document getoond, soms zelfs dat niet. Bijna nooit wordt er hard bewijs overlegd. En bijna altijd blijkt later uit onafhankelijke onderzoeken dat de claims niet of nauwelijks standhouden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Esquerda.net (cc)

De economie van de genocide

Alweer een maand geleden publiceerde VN-rapporteur voor Palestina Francesca Albanese een rapport waarin ze oproept tot internationale strafrechtelijke vervolging van bedrijven en stichtingen die zouden investeren in de Israëlische bezetting. Het rapport voor de VN-Mensenrechtenraad Van economie van de bezetting naar economie van genocide onderzoekt de bedrijfsmachinerie die Israëls koloniale project van verdrijving en vervanging van de Palestijnen in de bezette gebieden in stand houdt. Terwijl politieke leiders en regeringen hun verplichtingen ontlopen, hebben veel te veel bedrijven geprofiteerd van de Israëlische economie van illegale bezetting, apartheid en nu ook genocide.’

De aanbeveling van Albanese aan het Internationaal Strafhof (ICC) om een onderzoek in te stellen naar 48 spelers in het internationale bedrijfsleven, van wapenfabrikanten tot financiële bedrijven, die zouden profiteren van de oorlog in Gaza wekte bij de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio grote woede op. Hij kondigde sancties aan tegen de VN-rapporteur, die eerder een rol heeft gespeeld bij de arrestatiebevelen die het ICC uitvaardigde tegen Netanyahu en zijn toenmalige minister van Defensie Galant. 

De inhoud van het rapport van Albanese kreeg minder aandacht dan de Amerikaanse reactie. Veel was al bekend over de betrokkenheid van bedrijven bij de bezetting van de Westbank en de steun aan kolonisten. De BDS beweging voor boycot, desinvestering en sancties bestaat al twintig jaar. Tot oktober 2023 heeft de private sector al miljarden verdiend aan de levering van de wapens en machines om ‘huizen, scholen, ziekenhuizen, gebedshuizen en olijfgaarden te vernietigen, om gemeenschappen te segregeren en controleren, en om hen de toegang tot natuurlijke hulpbronnen te ontzeggen’. Daarmee heeft de private sector bijgedragen aan het creëren van de voorwaarden voor etnische zuivering en het ontnemen van het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, aldus Albanese in haar rapport.

Foto: Plaatje gemaakt met ChatGPT

Het Iron Dome: een schild tegen consequenties

In De Groene Amsterdammer schreef Margalith Kleijwegt een mooi stuk over hoe het is je als Jood in de diaspora te verhouden tot het geweld van de staat Israël en hoe die staat zich mede in jouw naam misdraagt. En het antisemitisme dat daarnaast nog immer aanwezig is.

Ik kon me in veel vinden, tot ik halverwege op een zin stuitte die me bleef steken. Kleijwegt noemt het recente PvdA-GL-congres waar werd opgeroepen tot een wapenembargo tegen Israël, inclusief het stoppen van de export van onderdelen voor het Iron Dome-systeem. Daarover schrijft ze dat met “het Iron Dome, een raketafweersysteem, […] onschuldige burgers worden beschermd”, met de ondertoon: hoe kun je daar nou tegen zijn?

Een terechte vraag, als je het systeem uitsluitend bekijkt als een soort raketvangend humanitair schild. En inderdaad, het Iron Dome redt levens. Israëlische levens om precies te zijn. Maar die constatering, hoe feitelijk ook, is slechts de helft van het verhaal.

Want dat Iron Dome beschermt niet alleen burgers. Het beschermt ook de mogelijkheid om een oorlog te voeren zonder echte politieke kosten. Geen slachtoffers aan eigen kant betekent geen straatprotesten, geen druk op de regering, geen verontwaardiging die verder reikt dan een boze tweet van een Europese minister die al met één been in het bedrijfsleven staat. Het Iron Dome haalt niet alleen raketten uit de lucht, het haalt ook urgentie en reflectie uit het Israëlische debat. En leidt daarmee uiteindelijk tot méér doden, niet in Israël, maar bij de ander.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Plaatje gemaakt met ChatGPT

“Maar 2,7%”? Genocide is geen rekensom

Er is een bepaald soort mens dat zich bij de koffieautomaat of in de reaguurderspanelen aan de onderkant van het internet buigt over de dood in Gaza alsof het om een spreadsheetprobleem gaat. Je kent het type: moreel zelfverzekerd, gewapend met een toetsenbord, en vastbesloten om het woord genocide af te serveren zolang de doden niet op industriële schaal worden geproduceerd.

“Het is geen genocide,” zeggen ze dan, “want er is ‘maar’ 2,7 procent van de bevolking omgekomen.” Alsof het pas écht genocide mag heten als de teller boven de 10, 50 of misschien liever nog 99 procent komt. Alles daaronder is blijkbaar gewoon een pittige militaire operatie met wat menselijke bijvangst.

Zo’n redenering is niet alleen moreel failliet, maar ook historisch blind. Het meet de vernietiging van een volk alsof het gaat om korting op een pak koekjes. Alsof het geen genocide mag heten zolang het percentage op papier ‘laag’ genoeg blijft. De werkelijkheid is dat genocide geen kwestie is van aantallen, maar van intentie. En die intentie druipt van elke puinberg in Gaza af.

Volgens het Verdrag inzake Genocide, dat ooit werd opgesteld om herhaling van de Holocaust te voorkomen, gaat het niet alleen om massamoord. Genocide betekent ook het opzettelijk toebrengen van lichamelijke of geestelijke schade, het vernietigen van leefomstandigheden. Je weet wel, precies datgene wat op dit moment doelbewust met Gaza wordt gedaan.

Foto: Ahmed Abu Hameeda on Unsplash

De oorlog die maar niet te winnen is: IDF vs. het spook van Hamas

Het is inmiddels ruim negen maanden geleden dat de Israëlische krijgsmacht (IDF) zijn militaire operaties in Gaza intensiveerde met het uitgesproken doel: Hamas uitschakelen. En wat hebben we tot nu toe geleerd? Dat het misschien makkelijker is om een stad steen voor steen te vernietigen dan een idee uit te roeien. Gaza is grotendeels veranderd in een maanlandschap, maar het IDF weet het zeker: de overwinning is nabij. Alleen nog even dit ziekenhuis, die school, dat vluchtelingenkamp of dat waterpunt bombarderen.

Ondanks dat experts zeggen dat Hamas militair inmiddels eigenlijk niet meer bestaat trekt Israël nog steeds alles uit de kast om dat spook aan te vallen. Straaljagers, tanks, cyberoorlogsvoering, psychologische operaties, witte fosfor, de menukaart van een hypermoderne ‘democratie’ in ‘oorlog’. Maar Hamas? Bestaat nog steeds. Of beter gezegd: blijft altijd bestaan.

En daar begint het ongemakkelijke deel van het gesprek. Want als een van de best gefinancierde en best getrainde legers ter wereld er maanden over doet om een niet-statelijke actor met zeer beperkte middelen uit te schakelen, wie is er dan precies incompetent?

Misschien is het de beruchte asymmetrie van de oorlog: Hamas hoeft alleen maar te overleven om te winnen. Israël moet alles vernietigen om niet te verliezen. Spoiler: dat lukt dus niet. Je kunt een stad met bulldozers platwalsen, maar je krijgt die ene man met een raketbuis in een tunnel niet te pakken. En zelfs als je hem te pakken krijgt, staat er twee dagen later een andere in zijn plaats, met meer haat, minder scrupules en betere social media-skills.

Volgende