ANALYSE - Met wie we bevriend raken, hangt af van een complexe wisselwerking tussen genen en omgeving.
Vertederd aanschouw ik hoe mijn peuterzoontje zijn vriendinnetje een knuffel geeft als we bij de crèche aankomen. Zo jong als hij is, heeft hij al een duidelijk voorkeur. Toch zullen de twee peuters zich waarschijnlijk niet verbonden voelen door hun muziekstijl of politieke kleur. Dit zette mij aan het denken: wat bepaalt eigenlijk wie onze vrienden worden? Het antwoord ligt mogelijk in de complexe wisselwerking tussen genen en omgeving, aldus een zojuist verschenen artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences.
Het principe “soort zoekt soort”, of de mooiere Engelse uitdrukking “birds of a feather flock together” wordt vaak gebruikt om sociale connecties tussen mensen te verklaren. Gelijksoortige mensen zoeken elkaar op. Dit kan betrekking hebben op uiteenlopende aspecten: leeftijd, ras, geslacht, religie, politieke voorkeur, etcetera.
Er is nu ook bewijs voor een biologische basis van vriendschap: vrienden vertonen overeenkomsten in genetische opmaak – ook wel genotype genoemd.
Drinking buddy
Met name het dopamine-receptorgen DRD2 blijkt van belang. Interessant genoeg is dit gen ook in verband gebracht met rook- en drinkgedrag. Een “drinking buddy” is misschien dus wel een heel natuurlijke vorm van vriendschap.