Nietzsche en het populisme

Is het populisme met zijn simpele, oppervlakkige stellingen, zijn botheid en leugenachtigheid wel een diepzinnige filosofische analyse waard, vroeg ik me af. Sybe Schaap gaat in zijn boek Het wendbare verleden;Nietzsche in postmoderne tijden diep in op het denken van hedendaags populisten. Hij grijpt daarvoor terug op Friedrich Nietzsche, de 19e eeuwse filosoof en cultuurcriticus die volgens Schaap zijn tijd ver vooruit was. Nietzsche's filosofie biedt aanknopingspunten voor het begrijpen van het postmoderne denken dat van grote invloed is op het populisme. Schaap schrijft op een hoog abstractieniveau en geeft slechts spaarzaam actuele voorbeelden van het populistisch denken dat hij probeert te duiden. Dat is jammer voor de leesbaarheid, maar anderzijds ook wel begrijpelijk als je een politieke stroming wilt analyseren en daarbij niet de aandacht wil afleiden met incidentele uitspraken van min of meer toevallige vertegenwoordigers. Want -bij nader inzien heeft Schaap me wel overtuigd van de waarde van zijn onderneming- het populisme is gegeven zijn invloed en aanhang wel degelijk belangrijk genoeg om dieper op in te gaan. En dan, voor een goed begrip, juist los van de dagelijkse tweets en provocerende oneliners van hedendaagse representanten. Schaap maakt het echter niet makkelijk voor degenen die niet gewend zijn aan filosofische betogen.

Door: Foto: duncan c (cc)
Foto: Harald Henkel (cc)

Kunst op Zondag | Übermensch

Kan de mens zichzelf zo overstijgen dat ze op humane wijze de problemen van het antropoceen kan overleven?

Ah, moeilijk woord! Laten we dat even versimpelen tot ‘klimaatcrisis’, waar een vooralsnog verbale burgeroorlog over woedt. Ondertussen gaat de natuur naar de Filistijnen.

Er is hoop. Het kan nog goed komen. Als eerst de mens zichzelf  verbetert. Althans: zo sprak Nietzsche bij monde van het personage Zarathustra. Hij zag de mens als een fase ergens tussen dier en ‘übermensch’. Die “bovenmens’ is de ideale mens, die zich niet in de luren laat leggen door nepnieuws van narcisten, niet in de pas loopt van beklemmende normen en waarden en de natuur van moeder Aarde ten diepste respecteert.

Eigenlijk was Nietzsche, zo bezien, een klimaatactivist avant la lettre.

Maar hoe moet de mens zich dan veranderen?

Kan artificiële intelligentie een handje helpen? Gaan menselijke robots ons de weg wijzen? Dat gaat de Friedrich Nietzsche Society nader bekijken op de conferentie ‘Nietzsche and Humanity: (Anti-) Humanism, Posthumanism, Transhumanism’.

Naar aanleiding daarvan is in PARK  de tentoonstelling ‘Übermensch’ te zien (tot 29 september), “met kunstenaars die zich in hun werk bezig houden met thema’s als het veranderend mensbeeld en de uitbreiding van het lichaam”. In de breedste zin van het woord.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: SPDP (cc)

De ontdekking van Friedrich Nietzsche

RECENSIE - ‘… een beetje darwinisme, een snufje emancipatie van de vrouw, een stukje moraal van het geluk, een hoekje vrijdenkerij, een deeltje verheerlijking van democratie…’

Georg Brandes naderde het slot van zijn lezing, met een minachtende beschrijving van de vele kleine overtuigingen van zijn tijdgenoten. Het was van alles een beetje – maar waar ging de wereld naartoe? Iedereen snakte naar verandering, verandering was overal, maar wie wist de richting? De driehonderd luisteraars in de volgepakte collegezaal hoorden hoe Brandes afsloot met een oproep aan alle kunstenaars, schrijvers, intellectuelen die vérder wilden gaan. Ze moesten opnieuw leren denken:

Grote kunst vereist denkvermogens die zich kunnen meten met de meest individuele persoonlijkheden van het eigentijdse denken, in uitzonderlijkheid, in onafhankelijkheid, in uitdagendheid en aristocratische zelfsuprematie.

En wie bezat die ‘meest individuele persoonlijkheid’? Brandes wist het antwoord. Het antwoord was het onderwerp geweest van zijn lezing. Dat antwoord was Friedrich Nietzsche. De meeste aanwezigen hadden tot die tijd waarschijnlijk nog nooit van Nietzsche gehoord. Maar Brandes was een meeslepend spreker. De aanwezigen beloonden hem met een ovationeel applaus.

Eindelijk erkenning

Brandes was niet zo maar iemand. De Deense hoogleraar was de meest invloedrijke literatuurcriticus in Europa. Hij had het Westen kennis laten maken met de Russische meesters. En Brandes is als geen ander verantwoordelijk voor de verheven opvatting dat goede, ‘échte’ literatuur provocerend moet zijn, psychologisch getrouw, filosoferend én visionair.