De jarige NAVO: Twintig jaar over datum
De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie is jarig en wordt op vier april maar liefst zestig jaar. Drie en vier april is er feest, onder andere in Straatsburg. Gefeliciteerd? Ja, maar dan wel met een slap handje.
Kern van het Noord-Atlantische verdrag is artikel 5: “De partijen komen overeen dat een gewapende aanval tegen een of meer van hen in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen hen allen zal worden beschouwd” (bron).
Gedurende deze periode was het bondgenootschap weliswaar niet altijd onomstreden, maar de eerste veertig jaar van de NAVO – tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie – kunnen een succes worden genoemd. In 1949 werd de NAVO opgericht in antwoord op Sovjet-agressie en de vrees dat het nog altijd verzwakte West-Europa daarvan slachtoffer zou kunnen worden.
Maar toen – na 1989 – werd het lastiger; de bestaansgrond van het bondgenootschap viel weg, maar de alliantie werd wel in stand gehouden. Nieuwe missies werden gezocht en soms gevonden, in eerste instantie aangeduid als out of area operaties, dat wil zeggen, operaties buiten het bondgenootschappelijke grondgebied.
Elk bondgenootschappelijk optreden van enige betekenis na 1989, benadrukte echter niet de eenheid en de solidariteit van de NAVO, maar vooral haar verdeeldheid en beperkte militaire effectiviteit. Het meest recente voorbeeld hiervan is de NAVO-operatie in Afghanistan. Maar weinig NAVO-landen dragen bij aan deze operatie van het bondgenootschap, en als dat al het geval is, dan veelal met allerlei restricties, zoals: geen deelname aan gevechtsacties, geen ondersteuning aan bondgenoten die in de problemen komen, of geen patrouilles in bepaalde gebieden of gedurende de nachtelijk uren. ’s Nachts is het voor sommige bondgenoten te donker in Afghanistan.