Als we de auto-industrie moeten geloven hebben consumenten nauwelijks interesse in auto's die volledig elektrisch rijden. Volgens autokenner Jan van Gaalen houdt de industrie de consumentenvrees zelf moedwillig in stand.
Een kleine banner van SEAT trok mijn aandacht. “Combineer de kracht van elektrisch rijden en de onbegrensde mogelijkheden van een brandstofmotor”. Wat zou SEAT bedoelen met de term ‘onbegrensd’?
Om dat te begrijpen moeten we het even hebben over het sentiment over elektrisch rijden in Nederland. De Nederlandse consument zou een afnemende interesse hebben in elektrisch rijden. Dit horen we nu al zo’n klein jaar, terwijl de cijfers toch een ander verhaal lijken te vertellen. Hoe kan dat nu?
Tendentieuze berichtgeving
Gezien de onjuiste, onvolledige en tendentieuze berichten in de media over elektrisch rijden, veelal gevoed door de industrie die de transitie actief saboteert, is het niet zo vreemd als de consument afwachtender wordt. Als je overspoeld wordt door negatief nieuws, is het begrijpelijk dat je nog even over zo’n grote aanschaf gaat nadenken. Zoals de ANWB eerder dit jaar meldde, is veel onduidelijkheid en onzekerheid over elektrisch rijden onder de Nederlandse bevolking, wat dit jaar kennelijk tot een verminderde interesse zou hebben geleid.
In de praktijk blijkt dat bestuurders vaak erg enthousiast zijn, als ze eenmaal de overstap naar volledig elektrisch hebben gemaakt. Dit blijkt onder andere uit de vele hoofdzakelijk positieve gebruikersreviews op een populaire autosite als Autoweek. Ook blijkt uit de cijfers dat er helemaal geen sprake is van een afnemende interesse in volledig elektrische auto’s, het marktaandeel nieuwe volledig elektrisch aangedreven auto's is dit jaar 34%, terwijl dit vorig jaar 32% bedroeg, opnieuw een stijging dus.
Maar de populaire media blijft het publiek bestoken met koppen als ‘Elektrische auto’s steeds minder populair in Europa’. Wat bij nadere bestudering alleen voor de Duitse markt blijkt te gelden. En dat kan weer worden verklaard door het volkomen abrupt stopzetten van de stimuleringsmaatregelen eind 2023.
In Noorwegen is door overheidsbeleid het marktaandeel van (plug-in) hybrides bij nieuw verkochte auto’s tot onder de 2,5 procent gedaald, en volledig elektrisch auto’s omvatten bijna 95% van de nieuwverkopen. Ook in Nederland stijgt volledig elektrisch sterker dan plug-in hybrides. Toch wordt de Nederlandse consument verteld dat plug-in hybrides de toekomst zijn en volledig elektrische auto’s voorlopig niet.
Er lijkt dus iets aan de hand te zijn met de perceptie over volledig elektrisch rijden bij het publiek in Nederland. Ik denk dat dit onder andere te maken heeft met reclame-uitingen zoals die van SEAT. En het gebruik van het woord ‘onbegrensd’ bij het beschrijven van de mogelijkheden van een brandstofmotor. Hierdoor wordt de brandstofmotor aangeprezen als een aandrijving voor een auto die dus kennelijk geen grenzen kent, en impliciet gesteld dat een auto met alleen een elektrische aandrijving dus wél grenzen kent.
Het beste van twee werelden
Ook zo’n term die je vaak hoort als een plug-in hybride auto wordt aangeprezen. Maar ‘Het beste van twee werelden’ vraagt om een objectieve onderbouwing. Hoe wordt ‘het beste’ gekwalificeerd en wat wordt precies met de ’twee werelden’ bedoeld? Enkel refereren aan aandrijftechnieken volstaat niet, want het is juist dat deze twee aandrijftechnieken, gecombineerd in één voertuig, meer nadelen dan voordelen opleveren voor de consument.
Die wordt namelijk met hogere onderhouds- en gebruikskosten geconfronteerd bij een (plug-in) hybride auto ten opzichte van een volledig elektrische auto. Het noodzakelijke onderhoud dat de brandstofmotor onlosmakelijk met zich meebrengt, is er simpelweg niet bij een volledig elektrische auto. SEAT lijkt hier de consument moedwillig om de tuin te leiden.
Daarnaast kunnen de kosten voor energie bij een plug-in hybride beduidend hoger uitvallen als een significant deel van de kilometers met de brandstofmotor worden afgelegd. Ten slotte doet deze reclame-uiting mee aan het voeden van het sentiment dat volledig elektrisch rijden obstakels met zich meebrengt (het woord ‘onbegrensd’ bij het benoemen van mogelijkheden) en dat alleen door het toevoegen van een brandstofmotor alle mogelijkheden van een auto benut kunnen worden.
Grenzeloos? Ja, de manipulatie van de publieke opinie door de auto-industrie, die kent inderdaad geen grenzen. Zoals BMW begin augustus deed, door te stellen dat een totale ban op verbrandingsmotoren in 2035 een verkeerde keuze is, in de context van de discussie rondom synthetische brandstoffen. Uiteraard ging die boodschap vergezeld van een promotie van de BMW plug-in hybrides.
Overigens zal ik in een toekomstige blogpost nog eens terugkomen op de door BMW genoemde synthetische brandstoffen die, samen met waterstof, aperte onzin zijn voor gebruik in vervoer of transport doordat er grote hoeveelheden energie verloren gaan bij de productie ervan.
Je kunt eigenlijk niets anders concluderen dat fabrikanten liever niet willen dat je een volledig elektrische auto koopt. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat onderhoud al jaren veel goedkoper blijkt te zijn bij een volledig elektrische auto dan bij een brandstofauto, omdat ze in de basis zoveel simpeler zijn. En dat is iets dat de fabrikanten ook min of meer zelf toegeven, zoals Toyota al jaren geleden deed.
Naschrift
In een artikel van 30 augustus in het Duitse Wirtschafswoche maakt een VW-manager duidelijk wat er gebeurt. De industrie is inderdaad zelf verantwoordelijk voor de daling.
Het lijkt er namelijk zeer sterk op dat zodra de door de EU opgelegde quota voor CO₂-reductie behaald zijn, doordat men een bepaald aantal volledig elektrische auto’s heeft verkocht, VW in dit geval zo weinig mogelijk EV’s wil verkopen. De marge op auto’s met verbrandingsmotoren is namelijk (nog) veel hoger.
Het is dus zaak om de verlaging van de CO₂-uitstoot te gaan versnellen door fabrikanten te dwingen betere en goedkopere elektrische auto’s uit te brengen. Want ze houden nu inderdaad iedereen voor het lapje.
Dit stuk verscheen eerder op Medium