In plaats van Zuid-Europese landen te bestraffen, moeten we onszelf belonen. En dat is goed voor het milieu en onze gezondheid ook. Sargasso-reaguurder Jan BL presenteert zijn originele visie op de eurocrisis.
Denk aan het bekende gezegde “credo quia absurdum” en onthoudt een leuk ezelsbruggetje: “de debiteur is degene die moet betalen, en de crediteur is hij die gelooft dat hij zijn geld terug krijgt.” Het is allemaal weliswaar Latijn en niet Grieks, maar het is wel actueel en het slaat niet alleen op Griekenland maar op heel Zuid Europa. We nemen eerst Griekenland maar eens onder de loep.
Wat is er aan de hand? De Grieken hebben geld geleend, van particulieren, beleggingsfondsen en banken overal in Europa, veelal in de vorm van obligaties, met de belofte die leningen op het afgesproken moment weer af te lossen. Dergelijke leningen hebben vaak een looptijd van vier tot tien jaar, soms korter of langer. Het geleende geld is uitgegeven: aan salarissen, pensioenen, nutteloze projecten, drank en feesten, bordjes die kapot werden gegooid, mobieltjes, het is omgezet in winsten voor bedrijven en het is bij rijke particulieren terechtgekomen (de Griekse 1 %) die het naar het buitenland hebben zoekgemaakt.
Het verhaal gaat dat er in Griekenland niemand belasting betaalt, dus de overheid heeft nauwelijks inkomen en kan geen geld uitgeven zonder het in te lenen.