Al 12 jaar moreel en ethisch ontspoord
COLUMN - Hoe komt het dat allochtonen de politie vaak voortijdig verlaten en zich er niet thuis voelen, was de vraag. De antwoorden zijn pijnlijk eensluidend. Promotie zit er voor deze agenten zelden in: terwijl hun collega’s gaandeweg carrière maken, worden zij – vaak met gelegenheidsargumenten, die bij beroep vrij makkelijk sneuvelen – geweerd uit hogere functies. Ook neemt de korpsleiding ze vaak niet serieus of betoont die zich ronduit benauwd om ze te promoveren, onder het motto: De rest van het korps is daar niet klaar voor.
Er is alledaags racisme: een Nederlands-Surinaamse agent die zich in uniform bij een balie meldde, kreeg van zijn dienstdoende collega te horen: “Jij komt zeker voor de vreemdelingenpolitie? Dan moet je een deur verder wezen.” Een witte chef tegen een collega: “Jullie horen niet voor de tralies, maar erachter.” (Let vooral op dat ‘jullie’ – ineens werd deze diender van individu gedegradeerd tot lid van een groep, een infame groep bovendien.)
Een Nederlands-Marokkaanse agent die publiekelijk moeite deed zijn collega’s en hun werk bij andere Nederlandse Marokkanen beter over het voetlicht te laten komen, werd ervan beticht dat hij ambassadeur ‘van de Marokkanen’ was, in plaats van promotor van zijn beroepsgroep bij mensen die hij beter kende dan zij.