Dick Pels: Het Volk Bestaat Niet
De laatste verkiezingsposter van GroenLinks was uitermate simpel: een foto van Femke in een grijs pak direct de kiezer aankeek: zelfverzekerd,ervaren, wilskrachtig. Ergens in de hoek stond de naam GroenLinks. De verkiezingscampagne van GroenLinks focuste zich op Halsema, het populaire boegbeeld van de partij. Het verbaasde dan ook niemand dat bij de verkiezingsuitslag bij GroenLinks van alle partijen de meeste stemmen op de lijsttrekker waren uitgebracht. Terwijl GroenLinks als campagnemachine de personalisering van de politiek met beide handen heeft aangegrepen, staat de visie van GroenLinks op de democratie ver af van de personendemocratie. GroenLinks is geen voorstander van een gekozen burgemeester, of van een gekozen premier. Dat soort voorstellen worden door GroenLinksers vaak afgedaan als populistisch.
En juist dan brengt Dick Pels, de directeur van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks, een boek uit met een hartstochtelijk pleidooi voor de personendemocratie. In zijn boek “Het volk bestaat niet” probeert Pels een links antwoord te formuleren op de uitdaging van het populisme: een ‘nieuwe, optimistische elitetheorie van de democratie.’ Personalisering van de politiek speelt een cruciale rol in deze theorie. Politiek moet bestaan uit de wisselwerking tussen de elite en het volk. Het populisme bevat een gezonde dosis wantrouwen ten opzichte van de de politiek. Het volk kan het nodige weerwerk geven aan het bestuur als ze in de ogen van de bevolking de verkeerde kant uitgaan of door de macht gecorrumpeerd worden. De elite moet aan de andere kant ook een gezond wantrouwen ten opzichte van het volk koesteren: ook ‘het’ volk heeft de waarheid niet in pacht. De elite moet durven een voorhoede te zijn, uit te gaan van hun eigen programma, en er niet voor weg schrikken om het volk te willen verheffen, zelfs als dat paternalistisch lijkt..Zoals er ook machtenscheiding is tussen de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht, is er ook een scheiding tussen het volk en de elite. Deze hebben allebei in een democratie een eigen rol te spelen. Zij zijn elkaars tegenhanger. De een kan plannen van de ander dwarsbomen. Hoe zorgen we ervoor dat volk en elite niet helemaal uit elkaar drijven?
Pels denkt dat de personendemocratie de uitweg kan bieden. Het overbrugt het de kloof tussen elite en volk, omdat juist lager opgeleide kiezers zich beter met personen kunnen identificeren dan met abstracte programma’s. Het versterkt daarnaast ook de scheiding der machten binnen de politiek. Als premier en het parlement elk hun eigen mandaat hebben dan verzwakt dit de coalitiedwang die serieuze controle van de regering voorkomt. Als parlementariërs op hun eigen mandaat gekozen worden, verzwakt dit de macht van partijen. De verkiezing van de burgemeester of de premier geeft de burger meer kiesmomenten, meer mogelijkheden om de politieke elite ter verantwoording te roepen, en maakt de politiek spannender. Dat versterkt interesse van burgers in politiek en zorgt voor een grotere opkomst bij deze kiesmomenten.