Gereformeerden: wetenschap en God gaan samen!
Aan het eind van het vorige (Darwin)jaar kregen alle predikanten die zich rekenden tot de Gereformeerde Bond, een afdeling van de Protestantse Kerk Nederland, een uitnodiging voor een besloten conferentie over schepping en evolutie. Er was door al het Darwin-tumult namelijk ook onder gereformeerden onrust onstaan over de duur van de schepping. Waren het echt 6 dagen van 24 uur? Het is op zich al vermakelijk dat deze mensen zich zorgen maken over de letterlijke interpreteerbaarheid van de bijbel op dit punt, terwijl er al twee niet met elkaar te verenigen scheppingsverhalen zijn, maar goed.
De conferentie kwam en ging, en nu zijn dan toch de conclusies naar buiten gebracht. Tijd om die als agnostische atheïst eens door te nemen.
Al bijna direct wordt er een cirkelredenering geïntroduceerd: “Welke ontwikkelingsprocessen er door God in de schepping zijn ingeschapen en hoezeer het waar kan zijn, dat God het één uit het andere bereid kan hebben, op elke grens staat de sprekende en scheppende God.”
Hiermee is de discussie eigenlijk direct ten einde. God zou dus de evolutie ‘meegeschapen’ hebben. Een sluitend, maar tegelijkertijd stuitend argument, aangezien het elke dialoog doodslaat en je willekeurig welke wetenschappelijke ontdekking een bijbels plaatsje kan geven. Ik zou zijn opgehouden met lezen als het volgende hoofdstukje zich niet zou aandienen: de rijkdom en het tekort van de wetenschap.
De wetenschap heeft de afgelopen eeuwen grote vooruitgang geboekt, geeft ook de Gereformeerde bond toe. Steeds meer van de geheimen van de natuur geven zich prijs, maar dat is slechts reden om de schepper nog meer te bewonderen. Echter, de bond vindt ook dat wetenschap is gemankeerd door haar keuze alleen maar vast te leggen wat waargenomen kan worden. Het waarom en het waartoe, daar doet de wetenschap geen uitspraak over. En die twee zijn juist de kern van het mens-zijn, aldus de bond. De mens is er niet door toeval of noodlot, maar vanwege het scheppingswerk van de levende God.