Gisteren arriveerde een replica van een katholiek icoon in Nederland. Een replica, want het origineel is al geruime tijd dood.
De replica kunnen we zien als een “levend standbeeld”. Een soort van kunst dus. De vraag is of de replica in de verschijning zoals die gisteren was te zien, recht doet aan het origineel. Dat lijkt me wel het geval bij De Denker van Rodin, die op diverse plaatsen in de wereld zit te suffen. Maar niemand die er wakker van ligt dat het geen origineel, eerste exemplaar is.
Misschien voelen sommigen zich wel bedrogen als ze in een museum een replica van een origineel schilderij zien. Het komt voor, vooral om het origineel tegen slijtage en diefstal te beschermen. Of om een zaalopstelling in tact te houden. Soms ook als extra publiektrekkertje.
In het geval van Sint Nicolaas hoeft niemand, op wat tere kinderzieltjes na, zich bedrogen te voelen. De replica is immers gebaseerd op een bisschop die ooit in Turkije dienst deed. De bisschop is niet de enige overledene die voortleeft in schilderijen, standbeelden en verhalen.
De replica van de Sint Nicolaas die gisteren voet aan wal zette, heeft zo goed als niets meer van het origineel. Om te beginnen is het allerminst een heilige, ook al doet de bijnaam “goedheiligman” wellicht anders denken. Tot 1969 kwam Nicolaas nog in de rijen der heiligen voor, daarna werd hij door paus Paulus VI er uit geknikkerd. Gewoon omdat er volgens de paus een overdaad aan heiligen waren. Nicolaas was blijkbaar niet bijzonder genoeg om in de Calendarium Romanum voort te mogen leven.
Wie meer over de originele Sint wil weten, moet de eens de kunstgeschiedenis in duiken. Hoe zag de echte Nicolaas er uit? Het Amerikaanse St. Nicholas Center verzamelt een schat aan historie rond de mystieke figuur en geeft antwoord op hoe de echte Nicolaas er mogelijk uitzag.