Dankzij het af en toe stompzinnige buitenlandse beleid van de vorige Amerikaanse regering heeft de karakterisering van schurkenstaten als Iran, Noord-Korea en Syrië (en destijds Afghanistan en Irak) als 'de as van het kwaad' aanzienlijk aan waarde verloren. Zo zeer zelfs dat de Venezolaanse dictator Hugo Chávez eerder deze maand de term gekscherend gebruikte om zijn toenaderingspogingen tot landen als Iran, Libië en Syrië te omschrijven. Enkele van deze minst geliefde staten der Aarde, zoals Venezuela en Iran, worden vandaag de dag geplaagd door groeiende binnenlandse onvrede, daar heeft de regering Bush echter weinig mee te maken gehad. Dat de zogenaamde as nog altijd bestaat is tegelijkertijd onmiskenbaar, maar geenszins een blijvende zekerheid.
Zo bleek vorige maand dat Noord-Korea wapens smokkelt richting Iran: hetzelfde land dat deze zomer een raket testte die ooit Noord-Amerika met kernwapens moet kunnen bestoken; iets dat gezien het falen van die pathetische poging nog even op zich zal laten wachten. Het stalinistische schrikbewind van Kim Jong-Il beschikt echter ook over een aanzienlijke voorraad chemische wapens waarmee het toch, met name voor haar zuiderbuur, redelijk beangstigend blijft. In Iran, waar president Ahmadinejad slechts dankzij een coup aan de macht heeft kunnen blijven, wordt ondertussen rustig doorgebouwd aan middellangeafstands-raketten en niet één maar zeker twee kernreactoren. Ondanks internationale veroordeling en een waarschuwing van Israël dat het geen nucleair Iran zal kunnen accepteren, zet het land de atoomambities gestaag voort waardoor omringende landen als Egypte, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten ook kernwapens willen. Dat Iran zowel in het Midden-Oosten als in het Westen wordt gevreesd mag weinig verwonderlijk heten: het breidt de marine uit en steunt terrorisme dat vooral Israë raakt maar bovendien de gematigdere Arabische staten nerveus maakt.