Blunderend naar de Hoge Raad
COLUMN - Alsof de Tweede Kamer dezer dagen niets beters heeft te doen, heeft zij zich gestort op een lek(je) in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (als het er een is) met een procedure die, à la Gabriel Garcia Marqués’ “Kroniek van een aangekondigde dood” kan leiden tot strafrechtelijk oordeel over een of meer van haar leden. Dit, voornamelijk dankzij een opeenstapeling van blunders.
Blunder 1: de minister van BZK, Plasterk, beweert eind oktober 2013 voor de TV dat de Amerikaanse inlichtingendienst NSA 1,8 miljoen Nederlandse belgegevens heeft verzameld. Al spoedig, hooguit na een maand, blijkt dat onzin. In bovengenoemde CIVD (bijnaam: ‘commissie stiekem’), waarvan alleen fractievoorzitters deel uitmaken, deelt de minister van Defensie, Hennis-Plasschaert op 12 december mee dat het om gegevens gaat die de eigen inlichtingendiensten hebben verzameld, maar die met de NSA zijn gedeeld.
Niemand die aan de erbij aanwezige minister van BZK vraagt, of hij dat in het openbaar wil herhalen, zodat de ministeriële onzin voor de TV kan worden ontkracht. Dat is dus blunder 2.
Pas als op rechterlijk bevel de minister zijn fout op 4 februari 2014 openbaar maakt, doen de fractievoorzitters – althans sommigen hunner – alsof zij dit voor het eerst horen. Onder aanvoering van D66-leider Pechtold dienen zij een motie van wantrouwen in tegen de minister, maanden lang informatie heeft ‘achtergehouden’. Pechtold en de zijnen weten wel beter. Dat blijkt ook uit de woede over de motie bij de fractievoorzitters van de PvdA en de VVD. Pechtolds motie is op zijn best blunder 3, tenzij hij wist wat hij deed en dan is het heel wat erger dan een blunder.