In dienst van de nazi’s

Het was een soort spelletje, in het beruchte Groningse Scholtenhuis. De arrestant werd omringd door vier beulen, die hem om de beurt een klap gaven met een gummiknuppel. Na elke klap liet de beul de knuppel op de grond vallen, waarna de arrestant deze moest oprapen om hem aan de volgende beul te geven. En weer een klap te krijgen. Op een dag was het de beurt aan de opgepakte verzetsstrijder Louis Swaagman om deze behandeling te ondergaan. Swaagman zag dat één van de beulen de gehate Sleijffer was, en op het moment dat hij had opgepakt en aan hem moest geven, haalde Swaagman keihard uit en raakte Sleijffer met de knuppel vol in het gezicht.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boekrecensie | Weermannen en noordrasmeisjes

Wederom een gastbijdrage van Jef Abbeel.

Op korte tijd verschenen twee boeken over de sport in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Eén populair en onvolledig van Ad van Liempt en Jan Luitzen, Sport in de oorlog: meer verzetje dan verzet. Eén wetenschappelijk en degelijk van André Swijtink, Sportman doet niet aan politiek.

Swijtink  herwerkte zijn proefschrift uit 1992 en vulde het aan. Hij toont aan dat de sport tijdens de oorlog een opmerkelijk revival kende: de ledenaantallen van de sportbonden groeiden spectaculair en in 1943 werden dubbel zoveel plaatsbewijzen verkocht aan supporters als in 1940: 8 miljoen tegenover 4 miljoen. De bokssport bloeide als nooit tevoren en in 1944 hadden de Nederlandse dames met ondermeer Fanny Blankers-Koen 6 van de 13 wereldrecords atletiek in handen.

De sport fungeerde dus als uitlaatklep en de Duitse bezetter zag dit graag gebeuren. Die beschouwde de sport ook als belangrijk voor de lichamelijke ontwikkeling van “weermannen” en van “noordrasmeisjes”.

jesse owensSwijtink vertelt ook over de sportbetrekkingen tussen Nederland  en Duitsland  voor, tijdens en na de oorlog: er werden vraagtekens gezet bij de Olympische Spelen van 1936  in Berlijn, maar uiteindelijk gingen bijna alle sporters ernaar toe. Tinus Osendarp, toen de snelste blanke sprinter, werd twee keer 3e, op de 100 en de 200 m, telkens achter twee zwarte Amerikanen. Op het podium stond hij dus naast Jesse Owens, die vier medailles won. Hitler feliciteerde hem niet, maar hij deed dat bij bijna geen enkele winnaar, nadat het I.O.C. hem verplicht had iedereen of niemand te feliciteren.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.