COLUMN - Terwijl de olieproducerende landen steeds dieper in een economische crisis wegzakken nu de olieprijs tot zeventig dollar is gedaald, viert de rest van de wereld feest. Een lage olieprijs is een zegen voor de wereldeconomie. Volgens directeur Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds althans. Een daling van de olieprijs met 30 procent vertaalt zich in 0.8 procent extra groei in de meeste gevestigde economieën zo rekende zij Wall Street Journal-hoofdredacteur Gerard Baker voor tijdens een interview.
Voor Rusland en in mindere mate Saoedi-Arabië is dit een significante bedreiging voor de economische ontwikkeling. Waar de Saoedi’s kunnen terugvallen op hun gigantische financiële reserves, moeten de Russen toch echt de broekriem aanhalen. De Russische valutareserves slonken dit jaar al met 72 miljard euro om de waarde van de roebel een beetje op peil te houden. Vooral ingegeven door de sancties van de Verenigde Staten en Europese Unie vanwege de Russische inmenging in Oekraïne, die de Russen nog eens veertig miljard euro kostten. Ondanks de miljardeninjectie daalde de roebel alsnog met 35 procent te opzichte van de dollar.
Voor de Russen dreigt een doemscenario. Het land heeft een gemiddelde olieprijs van 100 dollar per vat nodig om de begroting sluitend te krijgen. Dat de Russische centrale bank inmiddels scenario’s doorrekent gebaseerd op een prijs van 60 dollar per vat is veelzeggend. Ook in 2015 zullen de sancties, de dalende olieprijzen en de zwaar gedevalueerde roebel het land laten bloeden.