De god van het kabinet is Gek
De dag na de moord op Theo van Gogh werd op Sargasso geopperd om het verbod op smalende godslastering te schrappen uit het Wetboek van Strafrecht. Maar de religieuze moord inspireerde toenmalig justitieminister Donner een paar dagen later juist om ervoor te pleiten dit achterhaalde wetsartikel af te stoffen. D66 probeerde daarop een kamermeerderheid te halen om een einde te maken aan het bestaan van artikel 147 (en 147A) Wetboek van Strafrecht. De PvdA, Groen Links en de SP waren het in principe wel eens met de Democraten, maar vonden het toen geen goed moment. Inmiddels vraagt alleen de PvdA nog even ons geduld, en helpt daarmee voorlopig nog de SGP en coalitiepartners CDA en CU in hun ijver voor behoud van het godslasterverbod.
De PvdA zegt nu dat het kabinet maar moet bepalen wanneer het wetsartikel moet sneuvelen. Een mooier offer had Sint Juttemis niet kunnen wensen. Het kabinetsstandpunt naar aanleiding waarvan donderdag in de kamer werd vergaderd, benadrukt het belang van het verbod, en weerspreekt uitdrukkelijk de twijfel aan de mogelijkheden om in de praktijk tot veroordelingen te komen (zoals te lezen in een uitgebreid WODC-onderzoek naar godslastering). Het voornemen van Justitieminister Hirsch Ballin om te onderzoeken of de bepaling kan worden verruimd (“Nu voor nog meer levensovertuigingen!”), toont de fictie van het PvdA-wensdenken aan. Dit kabinet wil NOOIT van het blasfemieverbod af.


Het nieuwe kabinet is inmiddels al weer een tijdje bezig. Natuurlijk kan dit kabinet volgens de oppositie geen enkel goed doen, terwijl de regeringspartijen zelf de hemel al in zicht hebben. Ik heb in mijn persoonlijke leefomgeving eigenlijk niets gemerkt in verschil tussen dit kabinet en de voorgaande twee. Behalve mij opwinden voor mijn TV-setje kan ik niet echt iets noemen dat ik direct gemerkt hebt.