Wel/geen blowverbod
Een bijdrage van GB van Publiekrecht & Politiek.
Het gaat de goede kant op met de dialoog in Nederland. De nieuwste casus speelt in Heerlen. Heerlen heeft in zijn APV een verbod op drugsgebruik in het openbaar opgenomen (artikel 3:2a) terwijl de Raad van State dat zou hebben verworpen. De teksten vanuit Heerlen zijn alvast veelbelovend: ‘We leggen ons niet bij de eerste de beste uitspraak neer.’ En: ‘De Raad van State heeft een andere mening dan wij willen, maar als je het accent legt op overlast, oordelen ze misschien anders’, aldus de Stadspartij.
Hoe zit het precies? De uitspraak van de Raad van State had betrekking op de weigering van Cohen om op een speelplaatsje een blowverbod in te stellen. Daarvoor was het nog te vroeg, oordeelde hij. In bezwaar en beroep hield die beslissing stand, waarna de Raad van State zich afvroeg of de bevoegdheid om een plaatselijk blowverbod in te stellen, zoals die is opgenomen in de APV van Amsterdam, wel toegestaan is. De Opiumwet verbiedt het gebruik van softdrugs immers al, gedogen maakt dat niet anders. De Afdeling is buitengewoon helder: ‘Voor gemeentelijke verbods- en strafbepalingen die deze voorschriften uit de Opiumwet dupliceren bestaat, ongeacht het motief dat daaraan ten grondslag ligt, geen ruimte.’ De Afdeling doet de zaak daarmee waarschijnlijk niet op de meest minimalistische manier af, maar duidelijk is het standpunt wel.