Afschrijvingen | De overheid en ‘de economie’

Een van de vragen die de Macro Economische Verkenningen (MEV) opriep was hoe het toch kan dat Rutte-II in 2014 nog eens zes miljard bespaart, maar de economie daardoor maar een kwart procent minder groeit. Je zou zeggen: 6 miljard is 1 procent van ons bruto binnenlands product (bbp), dus als de overheid dat niet meer uitgeeft, moet het bbp met 1 procent dalen ten opzichte van het basisscenario. Toch niet, want de bezuinigen werken vertraagd door en de overheid haalt met die stamrecht-bv-truc belastingopbrengsten ‘naar voren’. Dus de economie groeit volgend jaar met een half procent, in plaats van te krimpen met een kwart procent. Ik denk dat ik het snap, maar het roept bij mij meteen een bredere vraag op: is het niet vreemd dat de overheid in zekere zin kan kiezen of ‘de economie’ groeit of niet?

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Besteedbaar inkomen staat al bijna veertig jaar stil

Dat blijkt uit onderzoek van de Rabobank. Het Bruto Binnenlands Product (de totale geldwaarde van alle over een bepaalde periode in een land geproduceerde finale goederen en diensten) is wel gestegen, maar huishoudens profiteerden daar niet van mee.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Quinn Dombrowski (cc)

Uitgaven aan onderwijs per type

ANALYSE, DATA - Het onderwijs krijgt er als één van de weinige sectoren geld erbij van Rutte II. Daar is al veel over gezegd en geschreven. Maar hoeveel krijgt elke onderwijslaag in Nederland eigenlijk? Reinout van Brakel zocht het uit.

“Hey @onderwysgrafiek of @hminkema , hebben jullie een linkje naar hoeveel NL qua BNP in % aan onderwijslagen uitgeeft, liefst in vergelijk?”

Deze tweet leidde tot een aantal reacties, waarbij de twitteraars de vraagsteller @Denkfiguren wezen op twee goede databases: van de OESO en CBS.

CBS rapporteert het percentage onderwijsuitgaven als % van het bbp, o.a. volgens de definities van OESO. De vraag leek dus beantwoord, maar het bijzinnetje “in vergelijk”, maakt dit toch tot een puzzel.

Want de database van OESO laat wel zien wat de totale uitgaven zijn van onderwijs per laag, maar niet als % van bbp per land. Ik wilde zelf de berekening maken, maar moet dan wel weten welk BBP cijfer ik mag gebruiken uit de OESO database. Dat cijfer komt weer van het CBS, dus daar eerst maar even gekeken.

Omdat ik wil weten hoe CBS de cijfers voor Nederland berekent, probeerde ik de cijfers van CBS te reproduceren. Daarvoor zijn twee tabellen nodig: de tabel met onderwijsuitgaven, en de tabel waarin het BBP is weergegeven. Die laatste tabel bevat nogal wat kolommen, dus het was even zoeken welke men gebruikt om uiteindelijk tot het OESO getal te komen. Uiteindelijk vond ik deze gegevens (gekozen voor “Werkelijke prijzen, seizoengecorrigeerd”). Na afronding zijn deze cijfers identiek aan de percentages die CBS laat zien in de tabel met OESO definities.

Foto: copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Het meeste geluk per vierkante meter

De nieuwe Happy Planet Index (HPI) is uit. In de top 25 van deze index, die het aantal ‘gelukkige levensjaren’ deelt door de ecologische voetafdruk, staan welgeteld NUL westerse landen. Nederland bekleedt de 67e plaats, Amerika de 105e, Luxemburg staat op plaats 138. Costa Rica gaat ruim aan kop, net als bij de vorige editie. Costa Ricanen zijn namelijk heel gelukkig, worden ook bijna 80 en hebben daar heel weinig aarde voor nodig. In Nederland zouden we moeten zeggen: interessant, hoe flikken die Costa Ricanen dat? Maar er wordt hier nauwelijks aandacht aan besteed. Raar is dat.

De HPI wordt opgesteld door Britse New Economics Foundation (vraagje: waarom hebben wij niet zo’n denktank?). Zij doen dat om een tegenwicht te bieden tegen de dominante maatstaf voor vooruitgang, het BBP, en te voorzien in de volgens hen groeiende behoefte aan een duurzamere, socialere indicator. De Human Development Index (HDI) is een kandidaat, die vult het BBP aan met levensverwachting en scholing en westerse landen scoren er hoog op. Maar de HDI houdt geen rekening met duurzaamheid. De HPI doet dat wel. Daardoor is de rangorde ook radicaal anders.

De Standaard reageerde gisteren verontwaardigd op lage notering van België (107) op die rangorde. Het kan toch niet dat het leven ‘beter’ is in Ethiopië (97)? Hetzelfde zou je kunnen zeggen voor Nederland: echt niet dat het bij ons minder goed toeven is dan in Myanmar (61), Syrië (47), Irak (36) of Palestina (30). Toch is dit geen reden om de HPI niet serieus te nemen. Het gaat niet namelijk niet om welzijn maar om welzijn per hectare. Nederland genereert een hele hoop ‘gelukkige levensjaren’ (levensverwachting bij geboorte maal waardering leven op een schaal van 0 en 1) maar heeft daar 3 keer zoveel hectare grond voor nodig dan de landen die hoger scoren, en 2 keer zoveel dan er gemiddeld aan hectare beschikbaar is per wereldinwoner.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het einde van ‘het product’?

In de Tegenlicht-uitzending van vorige week over ‘Cleantech’ kwam led-lamp-pionier Frans Otten aan het woord (40:00). Otten – achterkleinzoon van Anton Philips trouwens – gaf aan waarom hij zijn technologie deelde met een Chinees staatsbedrijf. De veelgehoorde redenering is dat Chinezen er meteen mee weglopen, maar Otten zette zijn angst overboord: zijn doel is immers dat China energiezuinige lampen gaat gebruiken, en of hij daar nou wel of niet financieel beter van wordt is van ondergeschikt belang. De toekomst van technologie is zo snel en zo veel mogelijk delen. Goed van Tegenlicht om dat nog eens te benadrukken.

Maar Otten hintte nog iets over de toekomst: aangezien een led-lamp 30 jaar meegaat, is het model van ‘zoveel mogelijk lampen produceren’ ook passé. Een bedrijf als dat van Otten zou misschien eerder de dienst ‘verlichting’ moeten gaan leveren, door bijvoorbeeld led-lampen te leasen. Een verschuiving van product naar dienst, van kwantiteit naar kwaliteit, van ‘output’ naar ‘outcome’. Is dat iets wat we meer gaan zien?

We leren allemaal op school dat meer economische ontwikkeling gepaard gaat met een verschuiving van de primaire- (grondstoffen) en secundaire- (industrie) naar de tertiaire- of dienstensector,  met de dienst als het ongrijpbare broertje van het goed, niet vast te pakken, niet te verplaatsen of op te bergen. Dat zou goed nieuws zijn: allemaal naar een gedematerialiseerde ‘ontkoppelde’ economie waarbij voor elke euro aan waarde steeds minder grondstoffen en uitstoot nodig is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Komen we van het BBP af?

Paul Teule werkt als freelance onderzoeker in Brussel en doet promotieonderzoek naar de geschiedenis en de toekomst van het BBP aan de Erasmus Universiteit.

Vandaag sloot het debat op economist.com over de vraag of het Bruto Binnenlands Product (BBP) een goede maatstaf is voor onze levenstandaard. Maar liefst 72% van de deelnemers vond van niet. En terecht. Het BBP is een hopeloos achterhaalde manier om te meten hoe goed het gaat met, of in een land. Dat ligt deels aan de methodiek van het BBP zelf, maar meer nog aan onze ongezonde focus op dit 75-jaar oude statistiekje.

Het BBP is een botte optelsom van de geldwaarde van alle verhandelde goederen en diensten (inclusief overheid) binnen een periode, vaak een jaar. De prijs van de verhandelde iPad en het salaris van de kleuterjuf telt mee, maar ook koopsompolissen, defensie uitgaven, of de bewaking van Geert Wilders. Het is de vraag of we wel zo blij moeten zijn met onze ‘economische groei’ als blijkt dat het BBP deels is gestegen omdat er meer politici bewaakt moeten worden. En dan hebben we het nog niet eens over de kwaliteit van de bewaking.

Het BBP meet vooral ook veel niet. Niet de waarde van huishoudelijk werk, vrijwilligerswerk (dat bijvoorbeeld leidt tot open source software). Het meet ook niet de negatieve effecten van vergrote productie op het milieu, of op onze geestelijke gezondheid, behalve als we milieuschade repareren, of naar de psychiater gaan. Dan stijgt het BBP. En naar dit BBP verwijzen we als we het hebben over ‘de economie’, of erger: onze ‘welvaart’.

In 1968 zei de democratische presidents-kandidaat Robert Kennedy het al: ‘het BBP meet alles, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt.’ Duizenden (nobelprijs)economen, statistici en activisten hebben zich de afgelopen 50 jaar kapotgeërgerd aan de hegemonie van het BBP, en niet zonder succes. Nicolas Sarkozy, de Europese Commissie, de OESO, kleinere denktanks, ja zelfs politici als Andre Rouvoet zijn bezig met een alternatief.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Staatsschuld op recordhoogte? Niet!

Heerlijk stukje angstzaaien en helpen met het versterken van het toch al grote paniekgevoel rondom de kredietcrisis: “Staatsschuld historisch hoog“.
Ja, in Euro’s klopt dat. Maar een Euro in 2008 is niet zoveel waard als een Euro in 1990. En, zoals de wijze JSK altijd zegt, je kan de schuld beter afzetten tegen het Bruto Binnenlands Product. Een land dat economisch gegroeid is, zal minder moeite hebben met een grotere staatsschuld immers.
Dus dat hebben we maar even in een grafiek gevat. Op de x-as de jaren sinds 1990 (toen begon met met de EMU-schuld te werken) en op de Y-as de totale staatsschuld uitgedrukt als percentage van het BBP van dat jaar. Voor 2008 ben ik uit gegaan van 0 procent groei voor het BBP.

Getallen komen van het CBS (emu-schuld, bbp).
Zouden we echt een record willen halen, moet de staatsschuld naar 460 miljard Euro.
Let vooral ook op de laatste zin van het bericht, waar ze het ineens wel over percentage hebben. Lekker meten met twee maten zeg.

1990 243652 187345 76,89%
1991 257375 197306 76,66%
1992 268299 207659 77,40%
1993 276013 216607 78,48%
1994 290048 218266 75,25%
1995 305261 232233 76,08%
1996 319755 236953 74,10%
1997 342237 233327 68,18%
1998 362464 238189 65,71%
1999 386193 236090 61,13%
2000 417960 224765 53,78%
2001 447731 227132 50,73%
2002 465214 235090 50,53%
2003 476945 248009 52%
2004 491184 257604 52,45%
2005 513407 266060 51,82%
2006 539929 256109 47,43%
2007 567066 259031 45,68%
2008 567066 282900 49,39%