Esarhaddon (4) – Abdi-Milkuti, koning van Sidon
COLUMN - Het is 676 v. Chr. Voor de kust van Cyprus wordt een drenkeling uit het water gevist. De drenkeling wordt aan boord gebracht van een Fenicische bireem bemand door Assyrische soldaten. Dezelfde bireem die even daarvoor zijn eigen schip tot zinken heeft gebracht. De drenkeling weet wat hem te wachten staat. De Assyrische soldaten zullen hem voor de troon van Esarhaddon voeren, waar hij onder toeziend oog van de koning zal worden onthoofd. De naam van deze drenkeling is Abdi-Milkuti.
Abdi-Milkuti – Koning van Sidon
Nog geen jaar eerder ging Abdi-Milkuti door het leven als koning van Sidon, de belangrijkste havenstad aan de Middellandse Zee. Zijn schepen bevoeren verre kusten. Zijn kooplieden verhandelden olijfolie, wijn en graan en zijn ambachtslieden produceerden purperverf en glaswerk. Van Sidon was nu weinig meer over. De Assyriërs hadden de stad platgebrand en de vestingmuren gesloopt, waarna ze de stenen van de stad in zee hadden geworpen. Wat had Abdi-Milkuti misdaan om dit lot over zichzelf en zijn stad af te roepen? Esarhaddon is hier in zijn inscripties duidelijk over: Abdi-Milkuti had het juk van Ashur afgeworpen.
Het juk van Ashur
In de tijd van Esarhaddon wist iedereen wat de Assyriërs bedoelden met de uitdrukking ‘het juk van Ashur afwerpen’. Voor een modern publiek geldt dit echter niet. De standaardinterpretatie is dat ‘vazalvorsten’ zoals Abdi-Milkuti door middel van een ‘eed’ ‘gedwongen’ werden jaarlijks ‘tribuut’ te brengen aan de koning van Assyrië en hem ‘als hun meerdere te erkennen’. Deze ‘vazalvorsten’ kwamen echter regelmatig ‘in opstand’ tegen ‘het Assyrische gezag’, blijkbaar omdat ze genoeg hadden van de Assyrische ‘tirannie’ en hun ‘vrijheid’ terug wilden. Dit alles is echter moderne interpretatie. Veel van de woorden en uitdrukkingen die ik tussen aanhalingstekens heb geplaatst zijn anachronistisch of anderszins beladen. Hieronder zal ik wat nuance aanbrengen.