In aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement, hier in Nederland op 4 juni, biedt Sargasso aan alle partijen deelnemen ruimte om middels gastbijdragen hun standpunten naar voren te brengen. Voorwaarde is wel dat ze meedoen in de discussie die er op volgt.
Judith Sargentini, lijsttrekker van GroenLinks, heeft de eer om het startschot te geven.
Een paar jaar terug bezocht ik Melilla, een Spaanse enclave aan de Marokkaanse kust. De gemeenteraad van Amsterdam, waar ik nog steeds lid van ben, was in de Rif om kennis te maken met de achtergrond van veel Nederlandse Marokkanen. Op onze vrije avond gingen we een glaasje doen in Spanje. We vervoegden ons met onze Europese paspoorten bij de grens, staken probleemloos over, en hadden een mooie Europese avond.
Melilla is echt Spaans. Franco staat nog op het plein en je ziet er – net zoals overal in Spanje – Afrikanen die allerlei dingetjes op straat verkopen. Wij vonden er rust, maar aan de grens gaat het er ruiger aan toe dan aan de grenzen die eerder zag ik in Afrika. In de bossen en heuvels rond de stad wonen Afrikanen van onder de Sahara in brakke bouwsels en onder zeiltjes, wachtend op een kans om Europa binnen te komen. Zo nu en dan houdt de Marokkaanse politie er een razzia en worden die (veelal) mannen in een truck gehesen, om te worden gedumpt in de woestijn op de grens met Algerije. Veel Afrikanen hebben de reis tussen de Algerijnse en de Spaanse grens al meerdere malen gemaakt, zonder hun eindstation te bereiken: Europa.
Melilla is voor mij het symbool van Fort Europa. De moeite die Europa zich getroost om arbeidsmigranten zonder papieren buiten te houden, heeft iets bizars. Mensen zoeken nu eenmaal altijd een plek op waar het beter is, en zoveel hebben wij er nu ook weer niet aan gedaan om te zorgen dat het thuis in sub-Sahara Afrika goed gaat. De economische crisis komt juist in ontwikkelingslanden hard aan. Hun export naar het Westen stort in. Banken geven geen kredieten meer aan Afrikaanse ondernemers.