COLUMN - Terwijl ik dit schrijf zijn in de achtertuin van de achterburen twee tuiniers bezig. Een ervan heeft een motorzeis die voldoende lawaai maakt om de muziek in mijn kamer te overstemmen. Ik kan mijn koptelefoon opzetten, die het geluid wat dempt, maar dat is de oplossing niet. Het probleem met geluidsoverlast zit namelijk niet in de decibellen.
Het zijn, als ik het wel heb, twee problemen tegelijk. Eén ervan is dat je er geen invloed op hebt. Ik kan niets doen aan de tuiniers. Evenmin kan ik verhinderen dat Schiphol op regenachtige dagen vliegtuigen over Amsterdam laat binnenkomen. Ook kan ik niets uitrichten tegen gesprekken in de trein. Mensen aanspreken in de stiltecoupé is theoretisch mogelijk, maar het levert je meestal een gesprek op met een welbewust onbeschoft persoon. Mensen die in de stiltecoupé zitten te praten, weten namelijk doorgaans heel erg goed waar ze zijn en “elkaar aanspreken” – zoals de Nederlandse Spoorwegen ons adviseren – haalt niks uit. Dat beschavingsoffensief is mislukt.
Het tweede probleem ligt in het verlengde van het vorige. Het geluid waar je geen vat op hebt, is niet alleen niet af te zetten, het kan ook een confrontatie zijn met informatie die je niet wil hebben. Maandag in de trein moest ik meeluisteren naar een gesprek over de verlenging van een contract.