“Port Gentil, le mal nommé” kopt Afrique en ligne, vrij vertaald: “Vriendelijke Haven, een verkeerde naam”. Alhoewel het vanochtend rustig was in de tweede stad van Gabon waren er de afgelopen drie dagen geweldadige rellen. De Gabonezen zijn in opstand gekomen tegen de omstreden verkiezing van Ali Bongo, de zoon van de in juni overleden president Omar Bongo die bijna 42 jaar aan de macht was. Ali Bongo wordt gezien als een marionet van de Franse regering: coup de force françafricain. De demonstranten keerden zich dan ook tegen alles wat Frans is: het consultaat, de Total bezinestations en de tienduizend Franse expats in het land.
Inmiddels heeft de minister van Binnenlandse Zaken gedreigd de noodtoestand af te kondigen en ‘speciale krachten’ in te roepen als de protesten niet zouden stoppen. Als hij met deze speciale krachten Franse troepen bedoelt zou dat nog wel eens meer olie op het vuur kunnen gooien. Woedende demonstranten dreigden er al mee: “If Sarkozy intervenes, we’ll kill French people right here”.
Tot nu heeft Parijs ontkent iets met de verkiezing van Ali Bongo van doen te hebben noch dat ze voornemens is in te grijpen. Maar de francofobe paranoia van de Gabonezen is niet zo verrassend. Omar Bongo regeerde decennia lang met ijzeren hand en controleerde zijn Afrikaanse oliestaat tot in het detail. Het resulteerde in een rustig land middenin een onrustige regio, met gunstige gevolgen voor de natuur: relatief weinig ontbossing. In de regering zat altijd een Franse ‘onderminister’ voor de handelsbetrekkingen en dergelijke. Een Westerse ngo-er ter plekke, met wie ik (bovengetekende) wel eens mailde, kapte destijds het mailcontact plotseling af: zijn email werd gelezen beweerde hij. Ik reageerde vol ongeloof: “Dat kunnen die Gabonezen nooit?!”. “Jawel hoor” antwoorde hij “het zijn oud-medewerkers van de Israëlische Mossad die samen met Franse experts de Gabonese inlichtingendienst runnen”.