OPINIE - De Eerste Kamer stemt vandaag over het Woonakkoord. Daarin staat ook de beruchte verhuurdersheffing: een belasting voor woningcorporaties. PvdA-senator Adri Duivesteijn ligt dwars.
Als de plannen doorgaan zullen de woningcorporaties jaarlijks bijna twee miljard euro moeten ophoesten. Deels kunnen de corporaties de lasten opvangen door het dit jaar ingevoerde systeem van (extra) huurverhogingen, deels zullen corporaties door onder andere besparingen en de verkoop van bezit voldoende middelen vrij moeten maken om deze belasting te betalen, aldus het kabinet.
Niet alleen van woningcorporaties en huurders organisaties is er veel kritiek gekomen op deze plannen. Ook de politiek laat zich niet onberoerd en niet alleen de oppositiepartijen maken bezwaren.
Zo heeft het Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn te kennen gegeven grote moeite te hebben met het voorstel. Hij is van mening dat door deze belasting de corporaties problemen zullen krijgen bij de uitvoering van hun volkshuisvestingstaken.
Bij de corporaties zullen nieuwbouwprojecten en het beheer en woningonderhoud in de verdrukking komen. Duivesteijn vreest dat daardoor de lasten uiteindelijk steeds meer op de huurders zullen worden afgewenteld. Het is opvallend dat hij in zijn strijd schijnbaar alleen staat binnen de PvdA. Vanuit de partij,die decennia optrad als de kampioen ‘van geringe huurverhogingen, beschermheer van corporaties en pleitbezorger van de sociale woningbouw’ heeft de senator publiekelijk tot nog toe weinig steun ontvangen. Beseft de PvdA-achterban niet wat de gevolgen van het woonakkoord op termijn zullen zijn?