Veertien moslimorganisaties hebben aangifte gedaan tegen Geert Wilders. Het is een logische stap. Je mag verwachten dat mensen zich verweren tegen haatspraak, zeker als die zich structureel richt op een bevolkingsgroep. Het recht is er niet om stof te verzamelen in wetboeken, maar om te worden toegepast. Volkomen terecht.
En toch wil ik het niet. Niet omdat Wilders beschermd moet worden tegen de wet, maar omdat elke aangifte hem voedt. Het is zijn zuurstof, en met de verkiezingen in aantocht, zie ik de zetels alweer stapelen. Iedere keer dat hij de rol van vervolgde vrijheidsstrijder kan spelen, trekt hij zijn electoraat dichter naar zich toe. Het is een theater dat hij al twintig jaar perfectioneert: slachtoffers van zijn woorden worden figuranten in zijn verhaal.
Er zit ook iets onbevredigends in het vertrouwen op juridische procedures tegen politieke retoriek. De rechter kan een uitspraak doen, maar het gif blijft circuleren. Haal je het van X/Twitter, dan duikt het op in talkshows. Haal je het uit talkshows, dan wordt het gedeeld in appgroepen.
Misschien is dat de conclusie: dat een aangifte nooit het echte probleem oplost, maar hooguit het decor even verandert. Het publiek blijft hetzelfde, de hoofdrolspeler ook. En zolang we in dit land blijven doen alsof haatspraak een meningsverschil is dat je in de rechtszaal kunt afhandelen, zullen we keer op keer toekijken hoe dezelfde man het toneel betreedt met dezelfde teksten, alleen in per verkiezing een net iets groter theater.
Want als het in Nederland tegenwoordig over de vrijheid van meningsuiting gaat, gaat het meestal niet meer over een beginsel, maar over het verdedigen van het recht om naar beneden te trappen zonder ooit omhoog te kijken. Het is de vrijheid van de boksbal die nooit terug kan slaan. En daarom voelt het terecht dat deze aangifte er ligt. En tegelijk ook niet, omdat het Wilders alleen maar meer munitie geeft. Misschien is dat wel het ergste: dat je weet dat beide uitkomsten verkeerd voelen, en dat er geen versie van dit verhaal is die niet in zijn voordeel werkt.