serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Dump maar hoor, die Chinese zonnepanelen!

Vandaag buigen Europese lidstaten zich over het compromis dat de Europese Commissie en China afgelopen weekend hebben bereikt over de ‘te goedkope’ zonnepanelen die China naar Europa exporteert.  Chinese exporteurs zullen zich aan een minimumprijs en een maximumhoeveelheid houden en de EU ziet af van de importheffing van bijna 50 procent, die vanaf augustus in zou gaan. Dat is goed nieuws voor de Europese consument, voor de handelaren en installateurs, maar niet voor Europese fabrikanten van zonnepanelen: die stappen nu naar het Europees Hof van Justitie omdat ze vinden dat de Commissie niet ver genoeg gaat. Maar waarom zou de Commissie überhaupt iets tegen China ondernemen?

Het is geen geheim dat China haar zonne-industrie vertroetelt. Sinds 2008 is de productiecapaciteit van zonnepanelen door overheidssubsidies vertienvoudigd en China is nu ‘s werelds grootste producent. Subsidies zijn ook ingezet om buitenlandse markten te veroveren. Chinese fabrikanten hebben nu tachtig procent van de Europese markt in handen. Of die subsidies slim zijn vanuit Chinees oogpunt is de vraag – China heeft overduidelijk een bubbel geblazen met overcapaciteit als gevolg. Die bubbel lijkt nu leeg te lopen en veel grote Chinese fabrikanten zitten diep in de schulden of zijn bankroet – denk aan Suntech.

Foto: daisy.images (cc)

Volentekriebels | Terug naar de Bijlmer #2

COLUMN - Na vorige week in gedachten terug te zijn gekeerd naar de Bijlmer, ging ik nu in het echt.

De foto op mijn rijbewijs is gemaakt in 2006. Het is als een beslagen zwart-witspiegel. Er zat iets meer krul in mijn haar en het lijkt alsof ik geen wallen onder mijn ogen heb, maar dat komt door de afdrukkwaliteit. Opvallend hoe weinig een mens kan veranderen in zeven jaar. Alleen de details verschillen. De grote lijnen zijn hetzelfde.

Zo zou het in de Bijlmer waarschijnlijk ook zijn. Misschien is het fietspad naar mijn flat eindelijk gereed gekomen. Of hebben ze die picknicktafel weggehaald, waar toch nooit iemand zat omdat hij in een tochtgat stond zodat je zelfs bij windkracht 2 weggeblazen werd.

Maar ik lette er niet op, want ik werd gegrepen door de totale leegte van het uitzicht. Het winkelcentrum was veranderd in een grote berg puin. Ik dacht aan al die rare winkeltjes waar nooit klanten kwamen, maar die altijd bleven bestaan. Aan de niet eens zo slechte Chinees, waarvoor je om moest lopen en dan door een donker trappenhuis kwam waar in films altijd lijken van bijrolspelers worden gevonden. Aan de rommelige Albert Heijn, waar ik met mijn krop ijsbergsla tussen de lijvige schooljongetjes stond die energydrink en chips kochten. Het rook er altijd naar gas, maar iedereen negeerde het, dus dat deed ik ook maar, zoals ik buitensporige turbulentie negeer als iedereen rustig verder bladert in zijn in-flight magazine. Geestelijk gerustgesteld door de kudde, maar diep van binnen doodsbenauwd.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Antilliaanse diplomatie

COLUMN - Waarin Klokwerk stelt dat diplomatie toch iets anders is dan om de waarheid heen blijven draaien.

Kijk die Rutte eens genereus zijn! Als de Antilliaanse eilanden ons Koninkrijk willen verlaten, dan mogen ze dat van ‘m.

Alexander Pechtold echter stond direct op zijn achterste poten. Hoe haalt de premier het in zijn hoofd! Rutte zou populistisch en weinig diplomatiek zijn. En ook in de media is de associatie van Rutte’s uitspraken met eerdere uitspraken van Brinkman snel gelegd.

Maar dat lijkt mij onterecht. Rutte drukte zich niet uit in beledigende termen. Geen flauwe suggestie de eilanden op marktplaats te zetten, geen bewering dat het niets dan corrupte boevennesten zouden zijn. Een wereld van verschil. Daarbij zei Rutte niet dat hij zélf de eilanden liever kwijt dan rijk is – hij benadrukt enkel de eigen keuze.

‘Stel dat hij dit over Limburg had gezegd,’ foeterde Pechtold, ‘dan was het huis te klein geweest.’

Geen juiste vergelijking. Want de uitspraak van Rutte komt niet uit de Nederlandse lucht vallen. De suggestie van een Antilliaanse exit is bepaald niet aan Nederlandse populisten voorbehouden. Juist Antilliaanse politici dreigen hier regelmatig mee. En waarom zou een Nederlandse premier daar dan niet op in mogen gaan?

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Mijn drone en ik

COLUMN - Deze week heb ik een drone gekocht. Bij de Bart Smit voor maar €99,99. Nu kan ik eindelijk aan de slag als huis-tuin-en-keukenjournalist. Of als spion natuurlijk. Dat kan namelijk ook vanuit huis: organisaties als de AIVD schijnen het afluisteren uit te besteden aan private bedrijven, omdat ze zelf de grote hoeveelheid data nooit zo snel zouden kunnen verwerken. Als dat zo is, wil ik ook best meewerken vanuit mijn luie stoel. Bovendien krijg je er ook nog eens veel meer voor betaald dan wanneer je gewoon in overheidsdienst werkt. En een beetje spelen met zo’n op afstand bestuurbare helikopter, dat lijkt me ook wel wat.

Nadat ik mijn drone uit de verpakking had gehaald, besloot ik om er eerst maar eens mee naar Brussel te vliegen. Er was een kroning en een groots feest. Ik kreeg er beelden door van een niet zo houterige nieuwe koning. Maar hoe heet die nieuwe koning eigenlijk? Moet ik hem Filip noemen, of Philippe? De strijd tussen de twee namen is natuurlijk kenmerkend voor de verdeeldheid bij onze zuiderburen, maar ik vind het maar onhandig. Als de beste man twee verschillende namen krijgt, bestaan er ook twee verschillende beelden van hem, die ieder hun eigen geschiedenis creëren. Nu ik zo’n mooie drone heb, wil ik wel weten wat de waarheid is, hoe het werkelijk zit. En daar hoort één naam bij, anders kan ik natuurlijk nooit weten wat hier echt gaande is.  

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Basisinkomen zonder de ‘O’ graag

COLUMN - Het is mooi om de discussie over het ‘onvoorwaardelijk basisinkomen’ (OBI) welig te zien tieren in de Sargasso-kolommen. Maar laten we wel wezen: het OBI gaat er natuurlijk nooit komen. Het OBI, met haar lange, lange, geschiedenis, is als een eeuwige ex-vriend of -vriendin waar je om de zoveel jaar weer wat mee krijgt, maar waarvan je weet dat je er nooit mee zult eindigen. Er gaat een enorme aantrekkingskracht van uit: bestaanszekerheid, keuzevrijheid, zelfstandigheid, minder bureaucratie, betere verdeling werk, meer waardering voor onbetaald werk et cetera. Maar nog los van alle praktische bezwaren blijft de voorgestelde ontkoppeling van inkomen en inspanning moreel onaanvaardbaar voor de overgrote meerderheid. Het lijkt me dus simpel: laat de ‘O’ van ‘onvoorwaardelijk’ varen.

Via de website van de Vereniging Basisinkomen kwam ik op de site Basisinkomen voor Dummies, waarop de wonderlijke slogan prijkte ‘Omdat je het toch niet snapt als je het niet voelt.’ Ik heb deze zin een aantal keer laten rondgaan in mijn hoofd. Hebben tegenstanders en sceptici meer cijfers nodig dan de voorstanders? Of juist niet, omdat je het OBI blijkbaar niet kunt snappen als er gevoelsmatig niet voor bent? Raar. Het lijkt me eerder zo dat OBI-aficionado’s niet snappen waarom het OBI zo onrealistisch is, omdat ze niet voelen wat de rest wel voelt.

Foto: daisy.images (cc)

Volentekriebels | Terug naar de Bijlmer

COLUMN - In navolging van Jan Wolkers (ik lees momenteel Terug naar Oegstgeest) keerde ik in gedachten terug naar het stadsdeel waar ik, gedwongen door omstandigheden, ruim een jaar gewoond heb.

Tegenwind. Altijd was er die verdomde tegenwind, zowel op de heen- als op de terugweg. Ik dacht lange tijd dat ik het me verbeeldde, dat zoiets niet bestond, maar Wikipedia gaf me gelijk en dus is het waar. In de ochtend staat de wind vaak noordwest, in de middag zuidwest. En omdat ik ’s ochtends naar Amsterdam fietste en ’s middags weer terug naar de Bijlmer, had ik twee keer pech.

Verder herinner ik me van die dertien maanden Zuidoost vooral de stilte. Als de zon onderging en de straatverlichting ontstoken werd, vluchtte iedereen zijn huis in. Ik had gehoopt op Caribische en Afrikaanse vrolijkheid. Uitgebreide barbecues, waarbij de kippen op straat geslacht werden. Dansende vrouwen in kleurrijke klederdracht. Rappende hangjongeren toch op zijn minst. Maar ik hoorde alleen de wegschietende konijntjes in het hoge gras, doodsbang voor het geruis van mijn wielen over het rode asfalt dat daar speciaal voor mij leek te zijn neergelegd.

Het was 2010 en de media hadden een dingetje gemaakt van de 22 schietpartijen die er het jaar ervoor plaats hadden gevonden. Dat moet je niet bagatelliseren, maar in andere jaren waren het er ongeveer net zoveel en toen hoorde je er niemand over. Nu was er een vergrootglas en daaronder werd elke kogel een enorme granaat en dus landelijk nieuws.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Onnatuurlijke monumenten

COLUMN - Als er iets is waar de natuur niet aan doet, dan is dat aan het in stand houden van natuurmonumenten.

Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, een heuvel met wat villaatjes ertegen… *

Met ‘natuur’ bedoelen we in Nederland eigenlijk een reeks parken, op natuurlijke of onnatuurlijke wijze ontstaan, zoals de Waddenzee of de hei, of gebieden als de Biesbosch, die zorgvuldig worden gereconstrueerd zoals we denken dat ons land ooit was.

Deze natuurmonumenten worden zorgvuldig beschermd en onderhouden en, desnoods door middel van ecoducten, verbonden tot een ecologische hoofdstructuur.

Prachtig, maar met de Natuur zelf heeft dit niet zoveel te maken.

Een paar weken terug zag ik een documentaire over het verdwijnen van de Brabantse vennen. Een ven bestaat, zo leerde ik, bij gratie van een voedselarme bodem. Maar doordat er in Brabant nogal wat varkensboeren zitten wordt de grond daar langzaamaan vruchtbaarder. Er groeit meer vegetatie en dat gebladerte valt dan in het ven.

En dat is gelijk de zwanenzang van het ven. Het ven bloeit tot een grote dichte vegetatie is ontstaan, en wordt ondieper door het vallende gebladerte en het ontbindend organisch afval. Dit duurt enkele jaren. Dan is het ven verdwenen. Dan is het ven bos geworden.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Lekker brommen? Dan ook dokken

COLUMN - Het wordt hoog tijd dat we netjes gecompenseerd gaan worden voor de overlast van onze brommende medeburger.

Je komt ‘m wel eens tegen bij het stoplicht: ‘de eerlijke brommer-sticker’, een plaatje van een brommer (eigenlijk meer een scooter) met de uitlaat die recht in het gezicht van de bestuurder blaast. Bedacht door iemand die onbekend wil blijven. Ik vraag me altijd af wat de brommer- en scooterrijders denken als ze de sticker zien. Zouden ze weten met hoeveel ellende ze hun stadsgenoten opzadelen? Zouden ze weten dat fietsers achter hen meer fijnstof binnenkrijgen van een scooter dan een vrachtwagen, en dat ze daarmee een nog grotere kans op kanker lopen dan gedacht werd? Zouden ze doorhebben dat ze hun medeweggebruiker veel te vaak in gevaar brengen, dat ze met stip op één staan in de top tien van meest irritante geluidsbronnen?

Voor mij als econoom is de sticker naast een grap ook een symbool voor de oplossing: breng de schade aan derden (in jargon: de externaliteit) in rekening bij de overlastgever. Hierbij een driestappenplan, succes gegarandeerd.

Stap 1: Schat de schade. Idealiter tel je de gezondheidsschade door de fijnstof, ongevallen en geluidshinder bij elkaar op, maar dit lijkt me een herculeswerk. Je zult alle medische kosten, kosten van hulpdiensten en het misgelopen inkomen van gedupeerden (waaronder tienduizenden slapelozen) in kaart moeten brengen. Een snellere manier is om even per email aan alle Amsterdammers – excuses voor de hoofdstedelijke bias – te vragen hoeveel zij gecompenseerd zouden willen worden voor alle overlast die scooteraars over hen uitkieperen. Ik schat dat daar gemiddeld minstens 100 euro per Amsterdammer per jaar uit zou komen, wat de schade voor de 800.000 Amsterdammers tezamen op 80 miljoen euro zou brengen.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | The Newsroom

RECENSIE - De Amerikaanse pers sabelde The Newsroom neer. Volgens The New Yorker bijvoorbeeld, was de HBO-serie zo naïef dat het cynisch werd. Hadden de critici gelijk?

Mijn vrouw wil mij niet meer kennen. Onze dagelijkse ontbijtjes-met-het-hele-gezin, eens bron van zoveel vreugde, voltrekken zich in ijzige stilte. De reden? Ik kijk naar The Newsroom. Inderdaad, die hoogst verantwoorde, maar massaal neergesabelde dramaserie waarin een wat oudere news anchor het licht ziet en besluit om de journalistiek weer terug aan de mensen te geven. 

De serie barst uit z’n voegen van het vals sentiment, pathetisch patriottisme en de tenenkrommende scenariotrucjes. Ik had mij voorbereid op een vaardig geschreven, licht naïeve, enigszins moralistische serie die een wat al te romantisch beeld van een utopische werkelijkheid trachtte te schetsen. Maar het lijkt wel alsof scriptschrijver Aaron Sorkin (bekend van The West Wing en The Social Network) ergens in de jaren ’80 in coma is geraakt en niet weet dat wij inmiddels bekend zijn met Twin Peaks, Soprano’s en The Wire. De verhaallijnen en dialogen zijn zo verschrikkelijk clichématig, zo over-the-top corny en zo pro-Amerikaans-om-alle- verdenkingen-van-anti-Amerikanisme-te-ondermijnen  dat het weer grappig wordt. Alsof hij een satire heeft geschreven, maar is vergeten om dat tegen de uitvoerende partijen te vertellen.

Foto: daisy.images (cc)

Het echte verhaal van de wolf uit Luttelgeest

COLUMN - Er was eens, heel lang geleden, een wolf. Nou ja, heel lang… een paar weken slechts, maar in wolvenjaren is dat een eeuwigheid. Het was in Duitsland en de wolf, John geheten, wilde graag beroemd worden. Omdat hij een aardig balletje kon trappen, maar duidelijk tekort kwam voor de plaatselijke Vfl, besloot hij zijn geluk te beproeven in Nederland.

Hij had opgevangen dat daar een havenstad lag waar ze 165 miljoen euro wilden uittrekken voor een nieuw stadion. Er zou, zo redeneerde de wolf, weinig geld overblijven voor goede spelers, en dus maakte hij vast wel een kans.

Via Google Images vond de wolf een plaatje van de hoofdtrainer. ‘Da’s ook sterk,’ mompelde hij in het Duits. ‘Mijn overgrootvader heeft zijn zusje nog gekend. Die was ook rood van boven en ze had precies zulke gezellige appelwangetjes.’ Verheugd belde de wolf de trainer en zowaar, hij mocht een keertje mee komen trainen. Zijn vader Biermann begon uit protest te zingen, waarop moeder Betje haar ongenoegen bespiegelde. Biermann drukte zijn snor en John ging op weg.

Zijn eerste stop was Braunschweig. In de Lonely Planet had hij gelezen dat dit stadje ‘a slightly meandering but pleasant historic old town with a lot of juicy rabbits’ had. Daar was geen woord van gelogen. Hij ving er twee en at ze met smaak en een beetje peterselie.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek kwartier | Hypocriete dierenliefde

COLUMN - De zogenaamde dierenliefde van het Nederlandse parlement is zo hypocriet als maar kan.

Vrijdag was er weer een overwinning voor dierenactivisten. De Tweede Kamer stemde unaniem voor een voorstel van de Partij voor de Dieren om Europese subsidies voor de fok van stieren voor het stierenvechten te staken.

‘Wereldwijd worden ieder jaar meer dan 250.000 stieren en koeien gemarteld en gedood,’ zegt Marianne Thieme.

Foutje zeker? Waren het er maar zo weinig. Het zijn er miljoenen.

De subsidies voor het Spaanse stieren fokken worden gestopt omdat het Nederlands parlement vindt dat het lijden van dieren voor menselijk vermaak niet acceptabel is.

Maar is dat lijden in de bio-industrie niet veel erger? Alleen in Nederland leven al bijna vier miljoen koeien. Slechts vijf procent daarvan leeft in de biologische landbouw. Waar we dierenambulances en de caviapolitie hebben voor zielige hondjes, leven deze koeien hun hele leven tussen op een rooster en tussen de hekken.

Natuurlijk moet bij de slacht onnodig lijden voorkomen worden. Maar laten we niet vergeten dat het uiteindelijk gaat om de kwaliteit van leven. Als ik zou mogen kiezen voor het leven van een melkkoe, een vleeskalf of een vechtstier dan zou ik het wel weten. Het is waar dat een vechtstier een naar en stressvol einde heeft. Maar daarvoor leidt hij het leven van een prins.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Lekker reien

COLUMN - De honderdste Tour is nu bijna twee weken oud en het is een bijzondere editie. Er wordt niet alleen een jubileum gevierd, maar het is ook de eerste keer dat het publiek zich ervan bewust is dat het al jaren en masse naar een klassiek tragedie zit te kijken. Vol van de dope (schande!) proberen overmoedige renners het lot in eigen hand te hebben en boven hun kunnen uit te stijgen, om minstens een paar keer per week een Franse Olympos te beklimmen.

Geen wonder dat Zeus je dan van je fietsje flikkert.

Ondertussen wordt het hele schouwspel lyrisch bezongen door onze nieuwe poëet des vaderlands, Maarten Ducrot, die bij vlagen welhaast halve alexandrijen weet te produceren: ‘Ten lange leste in de chasse patate // gaat er alweer een renner op z’n gat.’ Alsof dat nog niet genoeg is, oreert Mart Smeets elke avond ook nog eens alsof ‘ie uit Delphi komt. Hij weet wel waar het heen moet met de sport.

En de mensen luisteren er nog ook naar. Wat een orakel. Uh, mirakel.

Het schijnt overigens dat er zich in het peloton ook nog een stel gereformeerden uit de Biblebelt bevindt; de overstap van een Utrechtse heuvel naar een Franse Alp is immers niet al te groot. De groep werd lange tijd geïmiteerd door Duitse volgelingen: ook het niet inenten is blijkbaar een virus dat zich onder grote groepen mensen kan verspreiden.  Deze hardlerenden gingen dan ook nog lang op voor de rode bollen maar schikten zich uiteindelijk rustig in de gebruiken van de wielerwereld door verboden middelen hun bloedbaan in te spuiten. (Schande!!) Dit alles om niet meer afhankelijk te zijn van het credo “mazzel of de mazelen”.

Vorige Volgende