serie

Feit of fabel

Feit of fabel was een factcheckrubriek van The Fact Club en liep in de zomer van 2013 ten einde. Alle feit of fabel-afleveringen zijn op Sargasso terug te vinden.


Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: MBO-opleidingen

ACHTERGROND - Jet Bussemaker (PvdA) zei vorige week in Jinek op Zondag: ‘Wat ik wel zie is dat er opleidingen zijn die geen werk bieden of te weinig, waar veel studenten werkloos worden (…) werkloosheidspercentages van rond de 20% in grafische vormgeving, detailhandel, dierverzorging, terwijl we aan de andere kant sectoren hebben waar men zit te springen om mensen met vakkennis, en dus om mbo’ers.  (…) tegelijkertijd constateer ik dat we een enorm versplinterd aantal opleidingen hebben, we hebben 8100 mbo-opleidingen in Nederland.’ 


Dat is een…

 

Werkloosheidspercentage van rond de 20% bij de opleiding dierverzorging. Klopt dit?

Dat ligt eraan wie je betrouwbaarder acht, het ROA, dat is het onderzoeksinstituut naar opleiding en de arbeidsmarkt van de Universiteit van Maastricht of de AOC-raad. Dat is de koepelorganisatie voor agrarische MBO-opleidingen.

Minister Bussemaker baseert zich op de publicatie ‘Arbeidsmarktrelevantie van grote MBO-opleidingen‘ van het ROA. Uit dit onderzoek blijkt dat onder de mensen die de opleiding ‘vakbekwaam medewerker dierverzorging’ hebben afgerond het werkloosheidspercentage 22% is.

De AOC-raad stelt echter vraagtekens bij dit onderzoek van het ROA. Volgens de AOC-raad zijn er maar vijftig respondenten geïnterviewd en is dit is volgens hun te weinig om een representatief beeld te schetsen. Ook verwijst de AOC-raad naar andere onderzoeken waaruit zou blijken dat het werkloosheidspercentage lager ligt.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: Solvabiliteit van zorgverzekeraars

ANALYSE - Corrie van Brenk (Abvakabo FNV) zei vorige week in Buitenhof dat ‘we zien dat er 1,4 miljard aan winst bij de zorgverzekeraars bijgeschreven wordt. Daar hebben we discussie over gehad. We weten dat De Nederlansche Bank daar allerlei eisen in te stellen … die zeggen, er moet een bepaalde buffer zijn voor zorgverzekeraars, anders vallen ze misschien om. Nou volgens mij verhogen ze dan de premie, maar goed. En die buffer is 150%, maar er zitten er nu al over de 225%. Dus het is zorggeld van de burgers die niet naar zorg is gegaan.’

Dat is een..

Uit de jaarverslagen van vier grote zorgverzekeraars (Achmea, CZ, Menzis en VGZ) blijkt dat er inderdaad zorgverzekeraars zijn met een buffer van meer dan 225%. CZ meldt over 2012 een solvabiliteit van 240%. Bij Achmea is de buffer minder ruim, de solvabiliteit bedraagt 153%. VGZ en Menzis hebben nog geen cijfers over 2012 gepresenteerd, maar zaten in 2011 allebei boven de 150%.

De gemiddelde solvabiliteit van alle zorgverzekeraars zit al geruime tijd boven de 200%.

Waarom moet de buffer van zorgverzekeraars 150% zijn?

Kort gezegd geeft de solvabiliteit een indicatie van de mate waarin een verzekeraar in staat is direct aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Het is een verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Om te waarborgen dat zorgverzekeraars niet omvallen (en de burger geen zorg meer vergoed krijgt) zijn er wettelijke minimumeisen gesteld aan de solvabiliteit van zorgverzekeraars.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: de publieke omroep

ACHTERGROND - Jan Slagter (voorzitter omroep MAX) zei bij Radio 1 Lunch dat ‘de Staat ieder jaar 1.1% [int] wat bestemd is voor de Publieke Omroep. Gaat om honderden miljoenen wat niet bij ons aankomt.’ 

Leg uit?

In 2000 werd het kijk- en luistergeld  door toenmalig staatssecretaris van cultuur en media Rick van der Ploeg afgeschaft. Hij wilde hiermee 60 miljoen gulden aan uitvoeringskosten besparen. Ter vervanging van het kijk en luister geld werd de inkomstenbelasting uit de eerste schijf met 1.1% verhoogd.

In de wet over de nieuwe regels van de financiering van de publieke omroep is niet vastgesteld dat de rijksbijdrage voor de publieke omroep uit een bepaald percentage van de inkomstenbelasting komt. Wel zei van de Ploeg destijds dat er een ‘stevig hekje’ om deze inkomsten bestemt voor de publieke omroep zou komen.

Hoeveel geld gaat er eigenlijk naar de publieke omroep?

De totale rijksbegroting voor media bedraagt in 2013 890 miljoen euro. 700 miljoen euro komt uit de rijksbijdragen en 190 miljoen euro uit STER inkomsten. In 2012 bedroeg de begroting nog 945 miljoen euro.

Er wordt dus wel bezuinigd?

Jazeker, Rutte I bezuinigde al 200 miljoen op de publieke omroep en Rutte II doet hier nog eens 100 miljoen bovenop. In 2015 valt de hardste klap, het totale budget voor media bedraagt dan 750 miljoen euro, 140 miljoen euro minder dan nu. De bezuiniging van Rutte II begint in 2016 met 50 miljoen en vanaf 2017 100 miljoen.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: maximale WW-duur

ACHTERGROND - Henk Krol (50Plus) zei tijdens het Tweede Kamer-debat over het sociaal akkoord: ‘Laat duidelijk zijn dat je op basis van de huidige regeling 38 jaar gewerkt moet hebben om aanspraak te kunnen maken op de maximale WW-duur.’

Deze uitspraak deed Henk Krol op 17 april tijdens het debat over het sociaal akkoord. 50Plus ziet in het akkoord dat de publiek gefinancierde WW teruggaat van maximaal 38 maanden naar maximaal 24 maanden. Dit treft, aldus Krol, wederom de ouderen, aangezien je in de huidige regeling 38 jaar gewerkt moet hebben om in aanmerking te komen voor de maximale WW.

Je hoeft niet 38 jaar daadwerkelijk gewerkt te hebben om aanspraak te maken op de maximale WW-duur. Stel: je bent in 1957 geboren en hebt tot 1998 (tot je 41e) niet gewerkt en sindsdien wel (de afgelopen 14 jaar) en je bent dit jaar (op je 56e) ontslagen, dan heb je recht op de maximale WW-duur van 38 maanden.

Hoe komt dat?

Dat komt door het zogenaamde ‘fictieve’ arbeidsverleden. Om aanspraak te maken op de maximale WW-duur is een arbeidsverleden nodig van minimaal 38 jaar, maar dat betekent niet dat de werkloze ook 38 jaar daadwerkelijk gewerkt moet hebben. Het arbeidsverleden wordt namelijk bepaald door de optelsom van het fictieve en het feitelijke arbeidsverleden. Vanaf 1998 wordt gekeken naar de daadwerkelijk gewerkte jaren (het feitelijke arbeidsverleden). Maar de jaren vanaf iemands 18e tot 1998 tellen, ongeacht of diegene in die periode daadwerkelijk voldoende gewerkt heeft, mee voor het arbeidsverleden (het fictieve).

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: drinkwater

ACHTERGROND - In zijn NRC-column van 6 april bekritiseert Bas Heijne een uitspraak van oud CDA-staatssecretaris Pieter van Geel over drinkwater. Van Geel is de nieuwe voorzitter van de belangenvereniging Frisdrank, Waters, Sappen (FWS). Tijd om de feiten boven tafel te krijgen.

Pieter van Geel zei in maart (pdf) van dit jaar: ‘Ik ben blij dat we in Nederland uitstekend drinkwater hebben. Er zal de komende tijd hard gewerkt moeten worden om dat zo te houden, aangezien er steeds meer diffuse stoffen in het afval­ water komen.’

Het is niet zomaar te zeggen of dat een feit of fabel is.

Als we de uitspraak van Pieter van Geel ontleden zegt hij eigenlijk drie dingen:
–         We hebben in Nederland uitstekend drinkwater. Dat is een feit.
–         Er komen meer diffuse stoffen in het afvalwater.  Dat ligt te gecompliceerd om als feit of fabel te bestempelen.
–         Er moet de komende hard gewerkt worden om de kwaliteit van het drinkwater te behouden, vanwege de diffuse stoffen. Indien van Geel bedoelt dat er nu niet hard wordt gewerkt dan is het een fabel.

Waar komt het drinkwater eigenlijk vandaag?

Ons drinkwater kent twee bronnen: grondwaterbronnen, de naam zegt het al, dat is water uit de grond en oppervlaktebronnen, dat zijn rivieren, maar bijvoorbeeld ook het IJsselmeer.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: Carola Schouten en Anw

ANALYSE - Carola Schouten (CU) zei in Pauw en Witteman over de Anw: ‘De omvang van de groep is vrij stabiel. Het is niet een regeling die explodeert, of wat dan ook.’

Dat is een..

 (deels)

Carola Schouten doelt op het aantal personen dat een uitkering krijgt in het kader van de Algemene Nabestaandenwet. Over deze wet is deze week gedebatteerd in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Klijnsma wil op de wet bezuinigen door de maximale duur van de uitkering te verkorten tot één jaar. Bij veel kamerleden, waaronder Schouten, is deze ‘bezuiniging op rouwen’ in het verkeerde keelgat geschoten.

In dit kader zat Carola Schouten dinsdag 2 april bij Pauw en Witteman en stelde ze dat de omvang van de groep die een uitkering krijgt in het kader van de Anw vrij stabiel is, en niet explodeert. Wij concluderen dat het aantal personen dat Anw ontvangt inderdaad niet ‘explodeert,’ maar we zouden de groep toch ook niet als ‘vrij stabiel’ willen karakteriseren, aangezien ze al jaren gestaag afneemt.

Om hoeveel mensen gaat het?

Het CBS publiceert maandelijks cijfers over het aantal Anw-uitkeringen. Deze tabel begint bij 2008.

Uit deze cijfers blijkt dat het aantal uitkeringen al sinds het begin van de publicatie daalt van 123 duizend (januari 2008) naar 75 duizend (december 2012, voorlopige cijfers). Het klopt dus dat de regeling niet ‘explodeert’, maar gezien de daling (hoewel deze vrij constant is) zouden wij hem ook niet ‘vrij stabiel’ durven noemen.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: Remco Dijkstra over smog

ANALYSE - UPDATE 8 april 2012: Een aantal volgers heeft ons erop gewezen dat de oordeel ‘feit’ niet paste die bij de uitleg die wij gaven bij de uitspraak van Remco Dijkstra. Wij hebben daarom ons eigen item gefactcheckt en zijn inderdaad tot de conclusie gekomen dat de uitspraak van Dijkstra als ‘fabel’ beoordeeld moet worden

Remco Dijkstra (VVD): “De enige situatie waarbij wij in Nederland last hebben van smog is op oudejaarsavond als al dat vuurwerk de lucht in gaat.” (bron: nu.nl)

fabel

Wat is smog eigenlijk?
De Rijksoverheid definieert smog als volgt:

Smog is luchtvervuiling die in bepaalde perioden opeens sterk toeneemt. Zo’n periode heet een smogepisode. In Nederland wordt de term smog gebruikt als er meer luchtverontreiniging is dan gewoonlijk, mogelijk met nadelige gevolgen voor de gezondheid

Er zijn twee soorten smog: zomersmog en wintersmog. Zomersmog wordt vooral veroorzaakt door ozon en fijn stof en in mindere mate door stikstofdioxide en zwaveldioxide. In de winter wordt smog veroorzaakt door een mengsel van hoofdzakelijk fijn stof en zwaveldioxide.

Smog (zoals gedefinieerd door de Rijksoverheid) wordt dus veroorzaakt door ozon, fijn stof, stikstofdioxide en / of zwaveldioxide.

Wanneer hebben we ‘last’ van smog?
Om de uitspraak van Remco Dijkstra zo objectief (mensen reageren verschillen op smog) mogelijk te beoordelen kijken we naar de Europese richtlijnen.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: aardgaswinning

ANALYSE - Henk Kamp zei tijdens het vragenuur op 26 maart dat ‘Aardgaswinning ons per jaar 14 miljard euro [oplevert]. Let wel: 14 miljard, die ten goede komt aan de koopkracht van mensen. Voor dat bedrag hoeft er niet bezuinigd en omgebogen te worden en hoeven er geen lastenverzwaringen te komen.’

Dat is een…

(deels)

Navraag bij het ministerie van Economische Zaken leert ons dat Kamp met de 14 miljard doelt op de aardgasbaten. Het ministerie verwijst hiervoor naar de rijksbegroting. Deze gasbaten kwamen volgens het ministerie in 2012 voor 11,5 miljard uit het Groningenveld en voor 2,5 miljard uit kleinere velden.

Definitieve cijfers over 2012 zijn er nog niet. Volgens de rijksbegroting van 2013 is de gaswinning in Nederland in 2012 77 miljard kubieke meter gas, in totaal goed voor 14,5 miljard euro.

Volgens voorlopige cijfers van CBS  is er in 2012 ruim 76 miljard kubieke meter gas gewonnen.

Maar levert aardgaswinning ons jaarlijks dit bedrag op?

Bij dit bedrag moet wel een kanttekening worden gemaakt. De aardgasbaten verschillen nogal per jaar. Dit omdat de opbrengsten samenhangen met de olieprijs, die sterk kan fluctueren. Wisselingen in de hoeveelheid aardgas die jaarlijks wordt gewonnen spelen een veel kleinere rol. Het verschil in aardgasbaten tussen 2001 (6,4 miljard euro) en 2011 (12,4 miljard euro) is voor zo’n 90% toe te schrijven aan gestegen energieprijzen.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: AWBZ opschonen

ANALYSE - Roger van Boxtel (D66) zei in Oog in Oog dat ‘we de AWBZ [moeten] opschonen, daar zit echt de grootste kostenstijging. We geven 25 miljard euro uit dat maar door 750.000 mensen wordt geconsumeerd.’

Dat is een…

(grotendeels)

De uitspraak van Roger van Boxtel bestaat uit drie delen:

– In de AWBZ zit de grootste kostenstijging;
– we geven 25 miljard euro uit binnen de AWBZ;
– 750.000 mensen maken gebruik van zorg gefinancierd door de AWBZ.

‘In de AWBZ zit de grootste kostenstijging’

Het CBS splitst in de Zorgrekeningen de verschillende uitgaven aan de zorg uit naar financieringsbron. Op deze manier kunnen we kostenstijging binnen de AWBZ vergelijken met andere financieringsbronnen. De grootste financieringsbron binnen de zorg is de Zorgverzekeringswet (ZVW), andere financieringsbronnen zijn de overheid, particuliere verzekeringen en eigen bijdragen.

Uit deze grafiek blijkt dat de kostenstijging binnen de ZWV (23 miljard) groter is dan stijging binnen de AWBZ (10 miljard). Ook relatief is de stijging binnen de ZWV groter: tov 2000 zijn de uitgaven aan de ZVW in 2011 met 270% gestegen en aan de AWBZ met 170%.

Het is natuurlijk wel van belang welke tijdsspanne wordt gekozen, maar zoals uit de grafiek blijkt zal een kortere tijdsspanne geen ander beeld opleveren.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: Nederland wereldspeler in landbouw

ACHTERGROND - Sharon Dijksma stelde vorige week (13 maart) in de Volkskrant:

Landbouwexport is nu een van de weinige lichtpunten in de economie. We zijn een absolute wereldspeler.

Dat is een…

Kunnen we Nederland een wereldspeler op het gebied van landbouw noemen?

Dijksma doet deze uitspraak op basis van het rapport “De agrarische handel van Nederland in 2012”, gemaakt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Het rapport baseert zich met name op cijfers van het CBS.

Volgens de genoemde cijfers kunnen we Nederland inderdaad een wereldspeler noemen. Nederland is (in 2011) na de Verenigde Staten de grootste exporteur van landbouwproducten. Daarna volgen Duitsland en Frankrijk. Dit zegt overigens niets over hoeveel Nederland in verhouding met andere landen produceert. Hoewel we ook veel landbouwproducten importeren waren er in 2011 slechts drie landen grotere netto-exporteur dan Nederland: Brazilië, Argentinië en Thailand.

Nederland exporteerde in 2012 75,4 miljard euro aan landbouwproducten. Daarmee was de landbouw goed voor ruim 18% van de totale exportwaarde. Hoewel het totale handelsoverschot daalde van 44,4 miljard euro in 2011 naar 41,9 miljard euro in 2012, steeg het overschot van de agrarische handel in dezelfde periode van 24,5 naar 25 miljard euro.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: vrouwen aan de top

ACHTERGROND - In het vragenuurtje van 12 maart stelde minister Bussemaker na een vraag van kamerlid Yücel (PvdA)

Uit de Emancipatiemonitor blijkt bijvoorbeeld dat er in de top 25-bedrijven een stijging is van het totale aantal vrouwen in de top van 4,6% naar 11,7%. In de top 100 gaat het om een stijging van 5,1% naar 10,2%. Er is dus een stijging.

Dat is een…

Uit de Emancipatiemonitor 2012 van SCP en CBS blijkt inderdaad dat bij de top 25 grootste bedrijven (grootte naar eigen vermogen) het aandeel vrouwen in de top tussen 2001 en 2011 is gestegen van 4,6% naar 11,7%. In dezelfde periode is het aandeel vrouwen in de top 100 grootste bedrijven gestegen van 5,1% naar 10,2%. Met vrouwen in de top worden in dit verband vrouwen in de raad van bestuur of raad van commissarissen bedoeld.

Opvallend hierbij is dat het aandeel vrouwen daalt naarmate de onderzoeksgroep groter wordt.

Overigens noemt de Emancipatiemonitor zelf ook andere cijfers. De enquête Vrouwen in Besluitvorming  geeft cijfers van 2000 tot en met 2012. De cijfers verschillen van de bovengenoemde cijfers, omdat ze op een andere manier verkregen zijn. Waar bovengenoemde cijfers gebaseerd zijn op registraties bij de Kamers van Koophandel, aangevuld met onder andere jaarverslagen, zijn de cijfers van de enquête gebaseerd op een steekproef onder de 250 grootste bedrijven. Niettemin vertoont ook hier de trend een stijgende lijn.

Foto: daisy.images (cc)

Feit of fabel: crisis net zo erg als in jaren ’80

ANALYSE - Het is alweer even terug, maar op 3 maart deed Sybrand van Haersma Buma, fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, de volgende uitspraak in Buitenhof: ‘(…) en het kabinet vindt alles goed, heb ik de indruk, als het maar in het jaar 2014 op een bezuiniging van 3% staat. Dat wekt niet de indruk van een visie om er uit te komen, terwijl de crisis toch net zo erg is als in de jaren ’80, zo langzamerhand.’

Dat is een…

Uitleg

Economische crises zijn moeilijk te vergelijken vanwege verschillende maatschappelijke (politieke/ sociaal-economische/ demografische) omstandigheden. In de jaren ’80 leidden de hoge olieprijzen tot enorme prijsstijgingen en een stagnatie van de economie. De crisis begon in 1980 en had zijn dieptepunt in 1982, waarna het herstel begon.

De huidige crisis is halverwege 2008 overgewaaid uit een financiële crisis in de VS en uitgemond in een wereldwijde crisis. Deze crisis duurt nog steeds voort. Dit laatste maakt de vergelijking extra lastig, aangezien we niet kunnen zeggen hoe lang (en in welke mate) de crisis nog zal aanhouden.

We kunnen onmogelijk een complete vergelijking tussen de twee crises maken. Wel kunnen we een aantal cijfers naast elkaar leggen. Hieronder zien we aan de hand van vijf indicatoren hoe de jaren ’80 en de huidige crisis zich tot elkaar verhouden. Uit deze indicatoren concluderen wij dat Nederland het nog niet zo zwaar heeft als in de crisis van de jaren ’80.

Vorige Volgende