Steeds meer politie op het internet in Europa
Vanuit Europa gezien lijkt vrij en ongestoord communiceren via het internet vooral een probleem in de rest van de wereld. Het OpenNet Initiative rapporteerde onlangs dat maar liefst 47% van de wereldwijde internetgebruikers op de een of andere manier last heeft van inbreuk op de vrijheid het internet te gebruiken. Vietnam is volgens EFF (Electronic Frontier Foundation, een Amerikaanse organisatie voor digitale rechten) de grootste vijand van de internetvrijheid. China en Iran doen er nauwelijks voor onder. Europese landen zijn niet direct in beeld.
Is er in Europa niets aan de hand? Een greep uit het recente nieuws.
De Poolse organisatie voor digitale burgerrechten Panoptykon Foundation meldt dat het aantal inkijkjes door politie en andere autoriteiten in 2011 in twee jaar tijd is gestegen met 800.000 tot bijna 2 miljoen. Polen maakt daarmee als geen ander land gebruik van de bewaarplicht van communicatiegegevens die dankzij een Europese richtlijn in alle landen van de EU aan Internet Service Providers (ISP) is opgelegd. In Polen kunnen deze gegevens niet alleen worden opgevraagd in het geval van serieuze misdaden, maar ook voor preventiedoeleinden. De bepalingen daarover zijn allemaal in vage termen omschreven. Privacy lijkt in Polen geen prioriteit.
De richtlijn voor de bewaarplicht moet dit jaar worden geëvalueerd en aangepast. Evaluaties laten zien dat er veel op aan te merken valt, maar dat inzicht is nog niet bij de Europese Commissie doorgedrongen .