Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Miracle on Lombard St: de gulden sprookjes van de PVV
Een stevig rapport over een onderwerp dat heel erg leeft bij veel Nederlanders, vraagt om een grondige analyse. Timor El-Dardiry (@timorel), econoom, heeft het rapport over de invoering van de Gulden, zoals vandaag aangeboden door de PVV, van voor tot achter gelezen. Dit is zijn analyse.
Of je nu fervent Wildersfan bent of verklaard tegenstander, de grootse aankondigingen van de PVV lopen meestal uit op een teleurstelling. Dat gold al voor Fitna, het gold voor het onderzoek naar de kosten van immigratie, en het geldt helaas ook voor het zojuist verschenen Lombard St rapport over de kosten van de euro (de baten zijn niet onderzocht, maar dat kun je de auteurs niet aanrekenen: de PVV had er niet om gevraagd). Het rapport (volledige versie hier: .pdf) onderstreept nog maar eens dat de PVV graag in sprookjes gelooft. En dat is jammer, want er zijn ook na vandaag nog steeds geen goede studies naar wat de euro ons nu in economische zin heeft gekost en gebracht.
Allereerst een sterk punt uit het rapport. De fundamentele oorzaken van de eurocrisis worden helder en uitgebreid beschreven (hoofdstuk A). Ze zijn al lang en breed bekend, maar het kan nooit kwaad om nog eens op een rijtje te hebben waarom het ‘schuld en boeteverhaal’ niet klopt. In het kort komt het neer op sterk toegenomen onevenwichtigheden in de betalingsbalans, enorme financiële stromen van noordelijke eurolanden naar de probleemlanden en vervolgens uiteenspattende zeepbellen in de vastgoed- en bankensectoren en liquiditeitsproblemen voor overheden. Overheidstekorten komen in dat verhaal terecht nauwelijks voor. Dit is een typisch Britse visie op de eurocrisis waar veel voor valt te zeggen, ook al gaat het verhaal enigszins voorbij aan de grote structurele problemen in Griekenland, Italië, Spanje en Portugal (denk aan de arbeidsmarkt). Het is natuurlijk maar de vraag of die problemen ons zonder de euro niets meer zouden kosten, en of ze niet binnen de euro zijn op te lossen. Op dat laatste kom ik nog terug. Ironisch genoeg gaat het sterkste punt van het rapport lijnrecht in tegen het PVV-verhaal dat Grieken vooral luie donders zijn.
De opwindende oorlog van Oscar
Siebelink, vooral bekend van zijn roman ‘Knielen op een bed violen’, kwam begin 2012 met zijn nieuwe roman ‘Oscar’. Een aangrijpend verhaal.
De introverte docent Oscar werd in WO II opgeroepen om samen met zijn vriend Id vijf miljoen guldens vanuit Middelburg naar Londen te brengen. Tijdens de missie komt Id om. Details over zijn dood en het einde van de missie zijn duidelijk afwezig.
Vijf jaar na de dood van zijn vriend neemt Esmée, de vrouw van Id, contact op met Oscar. Zij wil de reis beleven die de mannen hebben gemaakt. Precies weten wat er is gebeurd, waar ze hebben gelopen, op welke plekken ze zijn geweest. Oscar twijfelt over haar beweegredenen, maar heeft altijd van haar gehouden en hoopt haar met de reis weer terug te kunnen winnen. Hij stemt met haar voorstel in en dit blijkt het begin te zijn van een reis door herinneringen, heden en verleden. Niet alleen beschrijft Siebelink de tocht in het heden van Esmée en Oscar, ook worden flarden van voor de oorlog laten zien. Vanuit Oscar lees je hoe de tocht vijf jaar geleden verliep, ook wat hij niet verteld aan Esmée.
Bijna direct in het verhaal is het al duidelijk dat er iets verzwegen wordt door Oscar. Wat dat is, dat blijkt natuurlijk pas op het laatst. Jammer is dat Siebelink meerdere keren verwijst naar de onduidelijkheid over het einde van de missie. Om de nieuwsgierigheid van de lezer vast te houden was dit niet nodig geweest; het is geen dik boek en de ene toespeling op het begin is eigenlijk wel voldoende. Zeker omdat je merkt dat Oscar lang niet alles vertelt wat er gebeurd is destijds.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
UFO-geloof versus creationisme
Vanaf heden plaatsen we geregeld artikelen van Taede Smedes, senior onderzoeker aan Faculteit Filosofie, Theologie, en Religiestudies van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is gespecialiseerd in het veld van science and religion, de verhouding van theologie/geloof en natuurwetenschap. Hij heeft ook een eigen weblog.
Onlangs kwam in het nieuws dat “ufo-gelovige” Coen Vermeeren door de Universiteit van Delft onder curatele is gesteld. Privé mag hij in ufo’s geloven, maar zoiets mag hij niet in zijn werk verkondigen, zo luidt het devies. Wat raar dat ik dan vanochtend op de site van het Reformatorisch Dagblad een artikel lees over een lezing die Marc de Vries, hoogleraar Reformatorische Wijsbegeerte aan de TU Delft het afgelopen weekend op een creationistisch congres in Almere heeft gegeven…
Volgens het Reformatorisch Dagblad beweerde De Vries in zijn lezing o.a. dat er veel te zeggen valt voor “het scheppingsmodel” (d.w.z. het creationisme), maar dat dit model in de wetenschap geen voet aan de grond krijgt: “Het spel van macht en invloed zit het scheppingsmodel in de weg”, aldus De Vries. Bovendien beroept De Vries zich op de filosoof Quine om het creationisme te verdedigen:
Het tweede dogma van Quine stelt dat voor elke wetenschappelijke theorie in principe een concurrerende theorie denkbaar is. Dat biedt mogelijkheden voor een scheppingsmodel.
Waarom ontwikkelingssamenwerking ten onder gaat
Een uitzending van Pauw & Witteman toont de onvermijdelijke ondergang van de staatshulp. Hoe oprechte betrokkenheid het aflegt tegen liegen en eigenbelang. Zeker wanneer deze betrokkenheid zich hult in de taal van de koele berekening. Een gastbijdrage van journalist Ralf Bodelier.
Twee maart 2012. Dolf Jansen, Frits Wester en Frits Bolkestein zitten aan tafel bij Pauw en Witteman. Het is de vooravond van de meest zware ronde aan bezuinigingen die Nederland te wachten staat. Onderwerp van gesprek is de onvermijdelijke korting op ontwikkelings-samenwerking.
Het is een iconisch gesprek van niet meer dan zes minuten. Een gesprek dat precies weergeeft waarom de officiële ontwikkelingshulp ten dode is opgeschreven.
Liegen
Jeroen Pauw stelt een vraag. Hij vraagt niet: ‘wat betekent het voor mensen in Afrika of Azië wanneer we twee van de vier miljard aan hulp schrappen?’ Hij vraagt niet ‘kunnen de ziekenhuizen in Rwanda of Ethiopië wel openblijven, of kan de mensenrechtentraining van politiemannen in Congo nog wel doorgaan?’ Pauw vraagt: ‘Kunnen we zonder sancties van de 0.7 procent af?’
‘Jazeker’, antwoordt Frits Bolkestein. Het Europees gemiddelde is 0,35. Dat is de hélft van wat Nederland geeft. Ook wij kunnen zonder meer onze budgetten halveren. Al moet dat omwille van allerlei internationale verplichtingen stapsgewijs gebeuren.
Frits Wester neemt over. Aan die verplichtingen zitten we tot 2015 nog vast. Daarna kan het budget omlaag. Op zich hoeft bezuinigen op de hulp geen probleem te zijn, want de hulporganisaties weten toch niet hoe ze al dat geld moeten verwerken. Dat blijkt aan het einde van het jaar, wanneer de budgetten op moeten. Wester: ‘Dan kijkt men elkaar aan. “weet jij nog wat? Weet jij nog iets”? Dan worden de meest waanzinnige projecten bedacht om de overschotten op te maken.’
Om hoeveel geld het gaat, kan Wester niet precies zeggen, maar hij schat dat het toch al gauw om anderhalve miljard euro gaat.
‘Juist’ zegt Pauw. Bolkestein knikt. Dolf Jansen kijkt vol ongeloof. Maar niemand vraagt Wester wie hem dit heeft ingefluisterd of waar hij dit cijfer vandaan haalt. Want het is natuurlijk lariekoek dat jaarlijks één derde van het Nederlandse ontwikkelingsbudget overschiet en wordt opgeruimd door er ‘waanzinnige’ bestemmingen aan te geven.
Frits Wester liegt dat het gedrukt staat. En hij komt er mee weg.
Bolkestein vult aan. We moeten bovendien beseffen dat de hulp niet helpt. Want hulp leidt niet tot economische groei van landen. Zie Afrika, waar de meeste hulp naar toe gaat. Zeker, Afrikaanse economieën groeien de laatste jaren onstuimig, maar de húlp, zo weet Bolkestein, heeft daar niets, maar ook helemaal niets aan bijgedragen.
Hij haalt de man aan waar hij doorgaans vol verachting over spreekt. ‘Ook Jan Pronk erkent dat’. Bolkestein: ‘Afrikaanse economieën groeien door de hoge grondstofprijzen, door buitenlandse investeringen en door de eigen lokale entrepreneurs.’ ‘Tenzij de hulp ondernemers stimuleert’, probeert Witteman. ‘Dat blijkt dus niet zo te zijn’, antwoordt Bolkestein. Frits Wester knikt. Dolf kijkt weer ongelovig.
Ook Bolkestein liegt. Niets van wat hij zegt klopt. Volgens de laatste statistieken van de OECD-DAC gaat van alle officiële hulp 36 procent naar Afrika. Dat is niet de meeste hulp. In de top tien van landen die in 2010 de meeste hulp ontvingen, staan zelfs maar vier Afrikaanse landen: Congo, Ethiopië en Tanzania. De afgelopen jaren ontvingen Irak en Afghanistan de meeste hulp.
Stimuleert de hulp niet de economische groei? Dat hangt er helemaal van af om hoeveel hulp het gaat en hoe je de hulp inzet. De forse hulp die bijvoorbeeld Zuid-Korea in de jaren ‘50 kreeg –het voor dat moment immens bedrag van 13 miljard dollar- liet de Koreaanse economie wel degelijk groeien. Maar Afrika ontvangt per persoon ook vandaag nog niet meer dan 36 euro per jaar, en dat zijn precies tien eurocent per persoon per dag.
Van dat bedrag zijn 2 cent geoormerkt om economische groei mogelijk te maken, terwijl 4 cent gaat naar ziekenhuizen, onderwijs en ander sociale sectoren. Ondanks dit lage bedrag worden dáár dan ook de meeste successen geboekt. Van afnemende moeder- en kindersterfte tot deelname aan onderwijs of het tot staan brengen van de aidsepidemie.
Een-op-een vertaalt deze betere gezondheid en betere scholing zich niet door in de economische groeicijfers, maar er is weinig twijfel over dat een economie alleen kan groeien wanneer werknemers kunnen lezen en schrijven. En wanneer ze niet voortijdig wegkwijnen aan malaria, tbc of aids. Bovendien blijkt hulp, speciaal gericht op het stimuleren van ondernemers, bijvoorbeeld via microkredieten, al jaren een van de succesnummers van de hulp.
De uitspraken van Wester en Bolkestein houden een eerste belangrijke les in voor iedereen die opkomt voor het belangen van mensen in ontwikkelingslanden: in het Nederland van 2012 komen de tegenstanders van ontwikkelingssamenwerking overal mee weg. Ook met de meest pertinente leugens.
Eigenbelang
Vervolgens bemoeit Dolf Jansen zich met het gesprek. Hij is ambassadeur van Oxfam-Novib en zijn gezicht staat nog steeds op ongeloof. Jansen bezocht projecten in Zuid-Afrika en Oeganda, heeft zijn eigen stichting en is ronduit voorstander van hulp aan zuiderlingen die het beroerd hebben getroffen.
Maar terwijl Bolkestein en Wester met diepe stemmen, uitgestreken gezichten en zonder spoor van twijfel hun onwaarheden uitzenden, spreekt Jansen op persoonlijke titel en met een stem vol schroom. Hij vindt het maar ‘moeilijk te geloven’ dat jaarlijks anderhalf miljard euro aan ontwikkelingsgeld over de balk wordt gegooid. ‘Maar ik kan niet zeggen dat het niet waar is.’ En hij vindt het ‘in moreel en sociaal opzicht’ vreselijk dat waarschijnlijk een a twee miljard van de huidige vier miljard verdwijnen, omdat hij weet hoe moeilijk organisaties als Oxfam-Novib het hebben om hun projecten overeind te houden. Bovendien blijft hulp nodig wanneer de wereldhandel zo onrechtvaardig is als vandaag. Bolkestein kijkt gereserveerd.
Geïntimideerd schakelt Jansen nu door. Hoopt hij steun te krijgen van zijn tafelgenoten? Houdt hij de sceptische blik van Bolkestein niet uit? Want dit is wat hij zegt: ‘Het is niet alleen in het belang van de armen in Afrika, ontwikkelingshulp is ook in ons belang. Wanneer wij over vijftien jaar handel willen drijven met Afrika, moet er wel iets te handelen zijn. En aan landen waar het slecht gaat, valt nu eenmaal niets te verdienen’. Ontwikkelingshulp is, kortom, eigenhulp. Zelfs bij Dolf Jansen ontvangt ontwikkelingshulp zijn laatste rechtvaardiging in het feit dat het óns ten goede komt. Bolkestein knikt minzaam.
Hoe gevaarlijk Jansens redenering is, blijkt tien minuten later. Nog steeds gaat het gesprek over de bezuinigingen. Inzet is nu hoe te bezuinigingen zonder schade toe te brengen aan de Nederlandse economie. Dat lukt niet door salarissen te verlagen of de BTW te verhogen, zegt Bolkestein. ‘Er is niet zo makkelijk iets te vinden dat geen impact heeft op de economie.’ Feitelijk is er maar één bezuiniging denkbaar. ‘En dat is ontwikkelingssamenwerking’. Enkele uren later zal Bolkestein op dit punt uitgebreid worden geciteerd op de nieuwssite nu.nl.
Hij is er weer, die blik van ongeloof in de ogen van Dolf Jansen. Deze tournure had hij niet voorzien. Dacht Jansen nog het budget voor ontwikkelingssamenwerking te redden door te benadrukken dat we het toch vooral voor ons zelf doen, nu blijkt hoe eenvoudig het argument van eigenbelang kan worden omgedraaid.
Ook deze tweede les mag de ontwikkelingssector zich ter harte nemen. Wie zijn oprechte betrokken-heid voor de ander verpakt in de taal van het eigenbelang, legt het altijd af tegen hen die het lot van ander geen fluit kan interesseren.
Ralf Bodelier is journalist, onderzoeker en hoofdredacteur van het Wereldpodium in Tilburg. Hij schreef boeken over Afrika en ontwikkelingssamenwerking, werkte en woonde jarenlang in Malawi en promoveert aanstaande zomer op een proefschrift over kosmopolitisme en ontwikkelingssamenwerking.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.