Zoekresultaten voor

'atomen'

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Samenvatting van de filosofie van het Hellenisme

In deze serie hebben we de belangrijkste typisch Hellenistische filosofische scholen behandeld: de Cynici, het radicaal Hedonisme, het meer gematigde Epicurisme, de vroege Stoa en de Sceptici. Om het af te sluiten hierbij een samenvatting, waarmee we de hele filosofische discussie van het vroeg-Helleense tijdperk kunnen overzien. Daarbij zullen we ook de filosofieën van Plato en Aristoteles in het overzicht meenemen, want de door hen gestichte scholen zijn ook in de Hellenistische tijd van groot belang. Maar eerst wat meer over de Helleense beschaving.

De Helleense samenleving

In de periode voor het Hellenisme was de Griekse polis een belangrijke entiteit waaraan de Grieken hun identiteit ontleenden. De filosofieën van filosofen uit die tijd, zoals als Plato en Aristoteles, spiegelen zich aan deze polis: de stadstaat en zijn politiek staat in de filosofie centraal. In de Hellenistisch tijd werd de stadstaat echter overvleugeld door de nieuwe Hellenistische rijken, die weliswaar geregeerd werden door Griekse elites, maar veel grootschaliger waren. Daarbij verloren de stadstaten waar ooit de directe democratie gevestigd was ook deze eigen politieke vorm. De hoofdsteden van de Hellenistische rijken groeiden daarbij tot veel groter dan de Polis ooit geweest was, en daardoor vormden zij geen eenheden meer waar mensen hun identiteit aan ontleenden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-11-2022

De filosofie van de Sceptici

Het vroege Hellenisme – de tijd na Alexander de Grote en voor de overheersing van de Romeinen. Verschillende rijken die allen bestuurd worden door Griekse elites beheersten het hele Midden-Oosten, Egypte, Griekenland en Zuid-Italië. We behandelen hier de filosofische stromingen uit die tijd, en bekijken we hoe de filosofen zich tot elkaar verhielden. In deze aflevering: de Sceptici.

Fundamentele onzekerheid

Wat is waar? De opvattingen hierover komen bij de filosofen die we gezien hebben vaak eerder voort uit overtuigingen dan uit kennis. We zagen het de vorige afleveringen al. Wordt de wereld beheerst door de natuurwetten van de Stoïcijnen, of door het fundamentele toeval van Epicurus? We kunnen daarvoor bewijs verzamelen, maar een uiteindelijk fundamenteel antwoord op die vraag valt niet te geven: we weten het gewoon nog steeds niet. Is er een onveranderlijke waarheid zoals Plato en Aristoteles aannamen, of bestaat er alleen maar een eeuwig stromende wereld waar de Stoïcijnen vanuit gingen? Ook hier zullen we waarschijnlijk nooit enige zekerheid over kunnen verkrijgen.

Die fundamentele onzekerheid is het fundament van de sceptische filosofie. Een sceptisch persoon is in de moderne taal iemand die kritisch is naar alles wat voor waar aangenomen wordt. En deze omschrijving past prachtig bij de Helleense Sceptici. De Sceptici twijfelden namelijk aan alle voorgaande overtuigingen, en meer.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Zeno de Stoïcijn

Een serie over de belangrijkste filosofische stromingen van het vroege Hellenisme – de tijd na Alexander de Grote en voor de opkomst van de Romeinen – waarin verschillende rijken bestuurd door Griekse elites het hele Midden-Oosten, Griekenland en Zuid-Italië beheersden. We bekijken daarbij hoe de filosofen zich tot elkaar verhielden. In deze aflevering komen we de stichter van school van de Stoïcijnen oftewel de Stoa tegen: Zeno de Stoïcijn.

Kalmte en soberheid

Het woord ‘stoïcijns’ staat in onze taal voor “onbewogen”. Dit woord is afgeleid van de stoïcijnse filosofie. De stoïcijnse filosofen staan er dan ook om bekend dat ze pleitten voor een onbewogen leven, door het vermijden van al te heftige emoties. Maar zij waren zeker niet de enige filosofen die in de Hellenistische tijd en daarvoor pleitten voor een dergelijke levenswijze. Ook Plato vond dat de geest zich van emoties maar niet zoveel moest aantrekken. Emoties horen volgens hem bij het lichaam. Plato’s leerling Aristoteles pleitte voor een evenwichtig leven: extreme emoties keurt hij daarom af. En we zagen dat ook Epicurus, een filosoof van het genot, uiteindelijk pleitte voor kalmte en soberheid, omdat na wijn de kater komt. Het wantrouwen van heftige emoties was dan ook een kenmerk van de gehele Griekse cultuur. Alleen Aristippos, die we twee afleveringen terug bespraken, week hiervan af.

Foto: copyright ok. Gecheckt 17-10-2022

Gematigd Hedonisme

Een serie over de belangrijkste filosofische stromingen van het vroege Hellenisme – de tijd na Alexander de Grote en voor de opkomst van de Romeinen – waarin verschillende rijken bestuurd door Griekse elites het hele Midden-Oosten, Griekenland en Zuid-Italië beheersden. We bekijken daarbij hoe de filosofen zich tot elkaar verhielden. In deze aflevering: de Epicuristen.

Epicurus’ tuin van het genot

Epicurus heeft in zijn leven flink wat gereisd. Waarschijnlijk werd hij geboren op Samos, in die tijd een Atheense nederzetting. Zijn diensttijd bracht hij in Athene door en daarna was hij een tijdlang op Lesbos te vinden, alwaar hij zijn Hedonistische leer begon te prediken. Een eeuw nadat Aristippos het filosofisch hedonisme had uitgevonden, omstreeks 305 voor onze jaartelling, kocht hij vervolgens een huis met een grote ommuurde achtertuin in Athene. In die beroemde tuin, de tuin van Epicurus, onderwees hij zijn versie van het Hedonisme.

Epicurus’ tuin stond voor al zijn vrienden open en ook slaven en vrouwen waren welkom. Dat was in die tijd nog een heel schandaal. Maar wie hoopt dat in die tuin woeste hedonistische orgieën plaatsvonden wordt teleurgesteld. Het naar de denker vernoemde Epicurisme is namelijk een zeer ingetogen vorm van hedonisme. Een hedonisme dat om te beginnen gepaard gaat met een heleboel waarschuwingen. Zoeken naar genot op korte termijn, dat leidt volgens Epicurus niet tot bevrediging. Integendeel. Wie teveel eet, wordt ongezond. Te veel drinken leidt tot een kater. Seks leidt tot ziekte en nieuw leven, en dat laatste maakt het ons er ook niet altijd veel gemakkelijker op, en als activiteit is seks op termijn onbevredigend. Kortzichtig genotzucht leidt maar tot verslaving. En daarbij moeten we soms nu eenmaal minder leuke dingen doen om leuke dingen te bereiken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een trage zoektocht naar Aliens

RECENSIE - Water op Mars! Dankzij een uitgebreide Pr-campagne wist NASA er wereldnieuws van te maken. En dat heel toevallig vlak voor de wereldpremière van de film The Martian, een ode aan Amerikaanse ruimtehelden. De organisatie is vast besloten om niet roemloos ten onder te gaan, dus die bemande reis naar Mars moét er komen. En dat betekent dat het ‘buitenaards leven’-vuurtje zo lang mogelijk brandende moet worden gehouden. Alleen dán is er kans dat Capitol Hill ooit de portemonnee trekt voor een bemande marsreis.

NASA heeft ‘buitenaards leven’ tot haar speerpunt gemaakt. Het is het enige astronomische onderwerp dat werkelijk wereldwijd (en in Washington) tot de verbeelding spreekt.

Je zou verwachten dat juist een auteur als Ben Moore in staat moet zijn om met die verbeelding op de loop te gaan. Hij is immers niet alleen hoogleraar in Zürich, maar ook schrijver van populairwetenschappelijke boeken en hij is… kunstenaar.

Een man die, aldus de achterflaptekst ‘geluiden uit het universum verbindt met elektronische muziek. Escape Velocity is zijn eerste album.’ En wat vermeldt dezelfde flap over dit boek? De ‘vooraanstaande astrofysicus’ neemt ons mee ‘op een adembenemende reis (…) een zoektocht die zich beweegt tussen wetenschap en menselijk voorstellingsvermogen.’ Dat maakt nieuwsgierig. Maar helaas.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Verdedigde Immanuel Kant ooit theïstische evolutie?

RECENSIE - Een boek over geloof en wetenschap, van de hand van de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) – zo kan Kants natuurfilosofische werk Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels uit 1755 wel gekenmerkt worden.

Het boek is recentelijk voor het eerst in het Nederlands vertaald, door Kant-vertaler Willem Visser, en met de mooie titel Het ontstaan van het heelal en de goede God.

Maar kosmologie uit de 18e eeuw, is dat niet volledig achterhaald? Niet helemaal dus. Een korte bespreking.

De Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) is vooral beroemd geworden door zijn drie “Kritieken”, maar hij is ook beroemd buiten de filosofie. In de sterrenkunde is hij bekend vanwege de “zonnenevel-hypothese” of de “Kant-Laplace-hypothese” die het ontstaan van ons zonnestelsel en het universum verklaart op basis van een ordening uit chaos.

In Kants Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels uit 1755, die nu voor het eerst in het Nederlands vertaald is door Willem Visser, beschrijft Kant hoe hij meent dat het zonnestelsel en het universum als geheel verklaard kan worden op basis van “aantrekking” (zwaartekracht) en “afstoting” (centrifugale kracht).

Het universum een systematisch geheel

Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijft Kant hoe het universum een systematisch geheel is. Onze melkweg is één van vele sterrenstelsels, maar de onderliggende principes zijn allen gelijk. In het tweede deel – het langste van het boek – beschrijft hij de wording van ons zonnestelsel (hij kende alleen de zes planeten Mercurius, Venus, de aarde, Mars, Jupiter en Saturnus, maar vermoedde dat er wellicht nog meer planeten zouden zijn).

Foto: Michael Linden (cc)

Nobelprijs voor de natuurkunde: Higgs

ACHTERGROND - In de gangen en op de social media gonsden de namen al langer rond en vandaag werd het officieel: François Englert en Peter Higgs krijgen de Nobelprijs voor de Natuurkunde. In 1964 waren zij één van de eersten die het bestaan van de Higgs boson voorspelden, een missend stukje in de puzzel die natuurkunde heet.

Alles wat we zien is opgebouwd uit kleine bouwstenen, de zogenaamde elementaire deeltjes, en verschillende krachten die deeltjes elk op een andere manier beïnvloeden. Onderzoekers bundelden deze kennis in een theorie, genaamd het Standaardmodel. Met dit model konden onderzoekers alles in de wereld uitleggen, van de vorming van sterrenstelsels tot de wisselwerkingen in atomen. Totdat in de jaren zestig bleek dat een aantal van deze elementaire deeltjes een massa had, terwijl de theorie dat niet voorspelde. Het Standaardmodel leek nog niet compleet.

Higgs en Englert bedachten een theorie voor het missende puzzelstukje. Het universum zou gevuld zijn met een uniform krachtenveld. Alle deeltjes zouden door dit alom aanwezige krachtenveld bewegen. Sommige van de elementaire deeltjes, afhankelijk van hun eigenschappen, zouden extra massa krijgen dankzij het Higgs boson. Je kunt het zien als de avondvierdaagse. Stel, een vriend van je loopt mee met de avondvierdaagse. Je besluit de laatste dag langs de kant te gaan staan voor support. Als je daar aankomt, lijken meer mensen hetzelfde idee te hebben: het ziet zwart van de toeschouwers. De lange rij met toeschouwers stelt het constante Higgs veld voor. Je ziet de wandelaars gestaag voorbij komen, als een stroom elementaire deeltjes. Als je vriend langsloopt, ziet hij je in de massa staan en komt even een praatje maken. Het valt hem zwaar: het is nog een eindje en zijn laatste chocoladereep is al op. Maar jij zag dat al aankomen, dus je hebt er eentje extra meegenomen. Je geeft de reep aan je vriend. Hierbij veranderen alleen zijn eigenschappen, niet die van de andere wandelaars. In het Higgs scenario krijgen dus ook alleen bepaalde elementaire deeltjes massa.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Gekker dan gek op natuurkunde

Walter Lewin heeft een dik boek geschreven over de natuurkunde. Of, dik, eh … Het is slechts 370 pagina’s, maar het papier is dik, en het is ruim gezet: zo’n 350 woorden per pagina. En een aantal verhalen staan er wel twee of drie keer in. Maar het resultaat is dat het als boek heel wat lijkt en dat het toch meevalt: er is goed door te komen en het wordt nergens te moeilijk. Het boek is dan wel van een echte hoogleraar van MIT, maar is bedoeld voor een breed publiek. Leken die er nog niets van snappen, jongeren die er nog niets van weten, ouderen die het niet zo goed hebben bijgehouden, lezers die de KIJK en de Quest al uit hebben, voor iedereen worden wel wat goed verteerbare hapjes gepresenteerd. Het wordt allemaal uitgebreid geïllustreerd in “Gek op natuurkunde” en het wordt smeuïg verteld. Zoals Matthijs van Nieuwkerk zei: “Zo’n college willen we allemaal wel.”

Lewin presenteert zichzelf dan ook als de allerbeste natuurkunde-professor ter wereld. De wereld, die immers toch wel door draait, spreekt dat niet graag tegen, net zo min als dat de wereld gniffelt over de enorme aandacht die wordt besteed aan het vertrek van Robbert Dijkgraaf naar Princeton. Wat is hier aan de hand? De laatste tijd lijken sommige wetenschappen, in het bijzonder de natuurkunde, te lijden aan ijdelheid en zelfingenomenheid. Ze zitten zich daar dan op de borst te trommelen als een stelletje trotse gorilla’s. Dat maakt veel indruk. Of is dat misschien bewust gestuurd beleid? Om er voor te zorgen dat er meer studenten komen naar de bètastudies, of om meer subsidies te kunnen vergaren? Mij overtuigt het in elk geval niet. Ik heb wel veel respect en sympathie voor de beroemde natuurkundigen uit vorige eeuwen, maar die van vandaag lopen vaak rond met het air van “wij zijn toch slimmer dan jullie”. Ik erger me eraan dat zij dat dan niet eens goed proberen te verbergen, maar er juist ongegeneerd mee koketteren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Teleportatie en diamanten

Hoe worden diamanten gebruikt om deeltjes en elektronen te dresseren? Nano-onderzoeker Ronald Hanson legt ’t uit.

Sommige aannames over hoe de natuur werkt zijn zo vanzelfsprekend dat je er nooit vraagtekens bij zal zetten. Zoals dat onze de fiets in de schuur staat ongeacht of we ernaar kijken of niet. Of dat iets wat in Den Haag gebeurt niet direct beïnvloed wordt door iets wat op hetzelfde moment op de planeet Jupiter aan de gang is. Toch blijken deze aannames (die samen bekend staan als locaal realisme) fout te zijn. Deze vreemde constatering biedt naast hersengekraak ook nieuwe mogelijkheden: zo onderzoeken wij of we er elektronen in diamant mee kunnen teleporteren.

De theorie van de quantummechanica werd in de 20e eeuw ontwikkeld om het gedrag van deeltjes op microscopische schaal te beschrijven. Hoewel het succes van de theorie onomstreden was, leidde de interpretatie van de quantummechanica tot grote botsingen tussen de grote geesten van die tijd.  Einstein deed de ene poging na de andere om aan te tonen dat de theorie niet compleet was, en daarbij stuitte hij op interessante paradoxen. In een artikel uit 1935 (samen met Podolsky en Rosen) probeerde hij aan te tonen dat quantummechanica niet het hele verhaal kon zijn, omdat het onder bepaalde omstandigheden leidde tot een verstrengeling van deeltjes: de toestand van deeltje A kon niet meer beschreven worden zonder de toestand van deeltje B erbij te betrekken, ongeacht de afstand tussen de deeltjes. Dat moest wel onzin zijn, aangezien niets sneller kan reizen dan het licht, dat had Einstein tenslotte zelf met zijn relativiteitstheorie bewezen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 07-11-2022

Neutrino’s voor de leek

Wat zijn neutrino’s? Hoe zat het ook alweer met de
deeltjesfysica? Voor de tweede aflevering van onze samenwerking met Vrij Nederland, vroegen we u om goede bronnen over natuurkunde voor de leek. Wat moeten mensen die in korte tijd op de hoogte willen zijn van de stand van de natuurkunde lezen, zien of luisteren? Hieronder een selectie.

Weet ik veel

In een geestige en indringende lezing beschrijft theoretisch fysicus Lawrence Krauss de staat van de natuurkunde. De lezing gaat onder meer over de vraag hoe het kan dat uit niets een heel universum is ontstaan (simpel: het energieniveau in het heelal is nul, er is net zoveel positieve als negatieve energie). Ook kijkt hij miljarden jaren vooruit naar een sombere toekomst waarin ons nageslacht eenzaam en onwetend in een leeg heelal woont.

Krauss vertelt vooral veel over hoe we weten wat we nu weten en wat de beperkingen daarvan zijn. De vijfentwintig jaar discussie over de snaartheorie komt langs en Kraus vat die mooi samen in een tweegesprek tussen
twee mannetjes:

Mannetje 1: Ik had net een fantastisch idee: stel dat alle materie en energie gemaakt is van kleine trillende ‘snaren’.

Mannetje 2: Okay, wat zou dat impliceren?

Mannetje 1: Weet ik veel…

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Neutrino

Was het niet Seneca die zei dat men veel gestudeerd moet hebben om weinig te weten? Nee, dat was Montaigne. Ik bedoel maar te zeggen: wij 21e-eeuwers zijn een dom en ongeregeld zooitje met zijn allen, en om dat bevestigd te krijgen hoef je echt niet voorafgaand van een Feyenoord-wedstrijd bij het Maasgebouw rond te lopen, of eind september op Politiek24 naar een uitzending van het populaire doch enigszins platvloerse programma Doe eens normaal man! te kijken. Het valt immers niet te ontkennen: onze hoofden, ook die van de bollebozen onder ons, zitten vol met axioma’s waar onze nakomelingen ons over 200 jaar vierkant om zullen uitlachen.

Iemand die liever anoniem wilde blijven heeft dat ooit ‘vooruitgang’ genoemd.

Afgelopen week was er sprake van dat die achterkleinkinderen avant (of is het dan après?) la lettre vandaag of gisteren misschien echt op de stoep staan, want de wetenschappers van CERN hadden een deeltje gevonden dat zich sneller dan het licht verplaatste.

Daar was ik op zich nog niet zo van ondersteboven. Het zou wel weer gaan om een of ander dopingschandaal, of een nieuwe PVV-proefballon inzake de maximumsnelheid. Een mens is (eveneens een gevolg van vooruitgang) ook niet meer in opperste staat van paraatheid wanneer Matthijs van Nieuwkerk verkondigt dat wer-ke-lijk álle natuurwetten op zijn kop staan en tijdreizen nog maar een kwestie van, juist, tijd is. Nee, pas echt te duizelen begon het toen Robbert Dijkgraaf de boel ging uitleggen voor de Henken en Ingrids (de Henks en Ingritten zo u wilt) onder ons.

Vorige Volgende