Onbalans tussen democratie en uitvoering
ANALYSE - We moeten vertrouwen hebben in de autonome burger, zegt het cliché van de dag. Dat noemen we de kanteling in de participatiesamenleving. Het zou prettig zijn als George Orwell nog leefde om deze “newspeak” te fileren. Want de realiteit is natuurlijk toch dat meedogenloze wethouders en staatssecretarissen hun zaken regelen met de institutionele belangen in de markt en dat de burger alleen op papier centraal staat. Ik schrik van mezelf als ik dit opschrijf: ik klink als een PVV-stemmer.
Wie wat scharrelt op internet, kan veel clubjes en bewegingen vinden, die zich bezig houden met bestuurlijke problemen en verhoudingen. Het gaat om het Huis van Thorbecke, maar ook om de kracht en doeltreffendheid van het openbaar bestuur. In december kwamen veel van die clubjes in Den Haag een middag bij elkaar, een mooi, bont palet van vernieuwingsdrift.
Ook het Netwerk voor Politieke Innovatie (NPI) was er bij. Lach niet, lezer, soms begrijpt iemand de noodzaak van vernieuwing. Het NPI heeft een leidraad, dat is eenvoud. Het NPI vindt dat dingen te ingewikkeld worden gemaakt en dat de overheid vastloopt in regeldrift. ‘Onze overheid wordt niet kleiner en sterker, maar juist logger en ineffectiever,’ zo schreef ik als uitsmijter, in een vorige blog over paradoxen in het openbaar bestuur.