Recensie: Het zijn net mensen
Het nieuwste boek van Joris Luyendijk handelt over zijn tijd als Midden-Oosten correspondent. Luyendijk had toen nauwelijks enige training als journalist gehad, en zodoende viel hij van de ene verbazing in de andere. Geregisseerde demonstraties, propaganda, tegenwerkende persvoorlichters, grove ellende, het komt allemaal langs. Gaandeweg gaat hij steeds meer beseffen dat je in dictaturen eigenlijk geen journalistiek kunt bedrijven.
Als hij zijn aandacht verlegt naar de Palestijnse kwestie, zie je hem als het ware met de handen in het haar zitten. Je kan er niet objectief over schrijven, laat staan filmen. Door de strijd te presenteren als een ruzie tussen twee tegenstanders ben je eigenlijk al verkeerd bezig. Wat moet je als journalist doen als één van de twee partijen de media veel beter kan bespelen dan de ander?
Tussendoor probeert Luyendijk te laten zien dat de bewoners van het Midden Oosten ‘net mensen’ zijn. De angst voor bombardementen, de urban legends, en de humor van de mensen die hij spreekt komen allemaal aan bod. Hij slaagt niet echt in die opzet: wie zelf niet in de gebieden is geweest, krijgt vooral een beeld van domme, xenofobe, analfabete woestijnbewoners. Het grootste verschil met Nederlanders is dat ze dom worden gehoùden, in plaats van er zelf voor te kiezen, maar sympathie wekt het allemaal niet op.